Als er een melding verschijnt tijdens het gebruik van de faxfunctie

Opmerking

Druk bij het controleren of wijzigen van de instellingen in [Instellingen] op [Home] () na het sluiten van [Instellingen].

Berichten die verschijnen tijdens werking of als het verzenden/ontvangen van een fax niet kan worden uitgevoerd

Meldingen	Voorwaarde	Oplossing en verwijzing
`“Kan op dit moment geen e-mails ontvangen.”`	Het apparaat ontvangt een on-demand e-mailbericht (een e-mail met een zoekopdracht voor de beheerder) en handmatige ontvangst is niet mogelijk.	Wacht een tijdje en druk vervolgens op [Handmatige ontvangst: E-mail].
`“Er is een fout opgetreden en verzending is geannuleerd.”`	Een origineel blokkeerde tijdens het versturen van een fax.	Druk op [Bevestig.], verwijder het geblokkeerde origineel en verstuur de fax opnieuw.
`“Er is een fout opgetreden en verzending is geannuleerd.”`	Er deed zich tijdelijk een fout voor op het apparaat of er was een storing op de lijn zoals overmatig geluid of overspraak.	Druk op [Bevestig.] en verstuur de fax opnieuw.
`“Functioneel probleem opgetreden. Verwerking is gestopt.”`	De voeding van het apparaat werd onderbroken tijdens het ontvangen van een internet-fax.	Zelfs als u de voeding onmiddellijk terug inschakelt, zult u het ontvangen niet kunnen hernemen totdat de periode van time-out verlopen is, afhankelijk van de instellingen van de e-mailserver. Wacht even. Wacht, om de fax handmatig te ontvangen, tot de periode voorbij is en bedien het apparaat daarna om de fax te ontvangen. Raadpleeg de beheerder voor de periode van de time-out.
`“Geheugen is vol. Kan niet meer scannen. Alleen gescande pagina's worden verzonden.”`	Het geheugen is vol.	Druk op [Bevestig.] om terug te keren naar de status stand-by en start met het verzenden van de pagina's die al gescand en opgeslagen zijn. Controleer het rapport met het verzendresultaat voor niet verzonden pagina's en verzend deze pagina's later.
`“Bevat enkele ongeldige bestemmingen. Wilt u alleen de geldige bestemmingen selecteren?”`	Er is een doelmap opgenomen in de groep.	Druk, tijdens het verzenden van een fax naar andere bestemming dan de doelmap, op [Selecteren].

Opmerking

Wanneer het JPEG-/PDF-bestand in de bijlage van een e-mail naar het apparaat wordt verzonden, controleert u het bericht en lost u het probleem dienovereenkomstig op.
Als een bericht wordt weergegeven tijdens het gebruiken van de afdrukfunctie

Berichten die verschijnen als het apparaat geen verbinding met het netwerk kan maken

Raadpleeg de netwerkbeheerder voor details over uw netwerkomgeving.

Meldingen	Voorwaarde	Oplossing en verwijzing
`“Controleer of er netwerkproblemen zijn. ”`[14-01]	Het apparaat op de bestemming reageerde niet.	Controleer of de computer die werd gespecificeerd als de bestemming normaal werkt en met het netwerk is verbonden. Controleer of het apparaat juist verbonden is met het netwerk.
`“Controleer of er netwerkproblemen zijn. ”`[14-03]	U heeft geen toegang tot de gedeelde map die is gespecificeerd als de bestemming.	Controleer de instellingen voor toegang tot de gedeelde map op de computer op de bestemming. Documenten scannen en de gescande gegevens naar een map verzenden
`“Controleer of er netwerkproblemen zijn. ”`[14-07]	De gedeelde map die werd gespecificeerd als de doelmap voor overdracht kon niet worden gevonden in Mapoverdracht.	Een gedeelde map op de bestemmingscomputer aanmaken. Als u de naam van de map wilt controleren, selecteert u de bestemming in het adresboek, drukt u op [Edit] en bekijkt u Pad op het tabblad [Bestemming][Folder]. Een ontvangen faxdocument doorsturen naar een e-mailadres of map
`“Controleer of er netwerkproblemen zijn. ”`[14-07]	De hoeveelheid beschikbare hardeschijfruimte op de bestemmingscomputer is onvoldoende voor mapoverdracht.	Controleer of de computer die is opgegeven als overdrachtsbestemming over voldoende vrije schijfruimte beschikt.
`“Controleer of er netwerkproblemen zijn. ”`[14-09]	Het wachtwoord dat is geregistreerd in het adresboek is ongeldig bij het uitvoeren van een mapoverdracht.	Selecteer de doorstuurbestemming in het adresboek, druk op [Edit], en controleer de informatie die is geregistreerd op het tabblad [Bestemm.][Folder][Mapverificatie-informatie].
`“Controleer of er netwerkproblemen zijn. ”`[14-33]	[E-mailaccount fax] is niet gespecificeerd.	Registreer het e-mailadres, de gebruikersnaam en het wachtwoord in [Gebruikerstools][Faxeigenschappen][Gedetailleerde initiële instellingen][E-mailaccount fax].
`“Controleer of er netwerkproblemen zijn. ”`[14-51]	De bestemming waarnaar de mapoverdracht moest worden overgebracht is verwijderd uit het adresboek.	Registreer de bestemmingsmap in het adresboek. De bestemmingsmap registreren voor gebruik met Verzenden naar map
`“Controleer of er netwerkproblemen zijn. ”`[15-11]	De POP3 (IMAP4) server kon niet worden gevonden.	Controleer de instellingen in [Ontvangstprotocol], [POP3-/IMAP4-instellingen] en [E-mailcommunicatiepoort] op [Instellingen][Systeeminstellingen][Verzenden (e-mail/map)][E-mail].
	De DNS-server kon niet worden gevonden.	Schakel de instelling [DNS-configuratie] in bij [Gebruikerstools][Systeeminstellingen][Netwerk/Interface].
	Het apparaat is niet correct op het netwerk aangesloten.	Controleer of het apparaat juist verbonden is met het netwerk.
`“Netwerkcommunicatie is mislukt. Kan dit apparaat niet bij de SIP-server registreren. Controleer de adresinstelling van de SIP- server of andere instellingen van de SIP- server.”`	De SIP-server was niet toegankelijk.	Geef het juiste "IP-adres SIP-server" op in [Gebruikerstools][Faxeigenschappen][Gedetailleerde initiële instellingen][IP-faxinstellingen] tabblad [SIP-instellingen]. Documenten verzenden via IP-Fax
`“Netwerkcommunicatie is mislukt. Kan niet op de normale manier verbinding maken met de bestemming, omdat de IP-faxfuncties van de bestemming en dit apparaat niet compatibel zijn.”`	Het apparaat op de bestemming kan geen verbinding maken met de functie IP-fax van het apparaat.	Een fax verzenden met de functie IP-fax is niet mogelijk. Verzend de fax via de G3-lijn indien mogelijk.
`“Netwerkcommunicatie is mislukt. Kan dit apparaat niet bij de SIP-server registreren. Controleer de adresinstelling van de SIP- server of andere instellingen van de SIP- server.”`	De SIP-server weigerde de registratie van de gebruikersnaam.	Geef het juiste "IP-adres SIP-server" en "SIP Gebruikersnaam" op in [Gebruikerstools][Faxeigenschappen][Gedetailleerde initiële instellingen][IP-faxinstellingen] tabblad [SIP-instellingen]. Documenten verzenden via IP-Fax
`“Netwerkcommunicatie is mislukt. Kan geen verbinding maken met de POP-/IMAP- server. Controleer de apparaatinstellingen en de status van de server en het netwerk.”`	De POP3 (IMAP4) server kon niet worden gevonden.	Controleer de instellingen in [Ontvangstprotocol], [POP3-/IMAP4-instellingen] en [E-mailcommunicatiepoort] op [Instellingen][Systeeminstellingen][Verzenden (e-mail/map)][E-mail].
	De DNS-server kon niet worden gevonden.	Schakel de instelling [DNS-configuratie] in bij [Gebruikerstools][Systeeminstellingen][Netwerk/Interface].
	Het apparaat is niet correct op het netwerk aangesloten.	Controleer of het apparaat juist verbonden is met het netwerk.
`“Netwerkcommunicatie is mislukt. Kan geen verbinding maken met de bestemming. Controleer of de bestemming juist is en wat de status van het bestemmingsapparaat is.”`	De gespecificeerde DNS-server kon niet worden gevonden.	Schakel [SMTP-server] on [Gebruikerstools][Systeeminstellingen][Verzenden (e-mail/map)][E-mail].
	De DNS-server kon niet worden gevonden.	Schakel [DNS-configuratie] in bij [Gebruikerstools][Systeeminstellingen][Netwerk/Interface].
	Het apparaat is niet correct op het netwerk aangesloten.	Controleer of het apparaat juist verbonden is met het netwerk.
	Er kon geen behoorlijke communicatie worden verkregen met de bestemming gespecificeerd voor mapoverdracht.	Controleer of de computer is gespecificeerd als bestemming van de overdracht en dat deze normaal werkt en verbonden is met het netwerk. Controleer de instellingen voor overdracht. Een ontvangen faxdocument doorsturen naar een e-mailadres of map
	De bestemming kon tijdens het verzenden van de fax niet worden gevonden zonder gebruik te maken van de SMTP-server.	Controleer of de bestemming juist is gespecificeerd. Internetfaxen verzenden zonder gebruik te maken van de SMTP-server
`“Netwerkcommunicatie is mislukt. Kan geen verbinding maken met de bestem- mingsmap. Controleer of de bestemming juist is en controleer de instellingen van het bestemmingsapparaat.”`	De gedeelde map die als de doelmap voor overdracht is opgegeven in Mapoverdracht is niet gevonden.	Geef de bestemming op vanuit het adresboek, druk op [Bewerken] en controleer of de instelling op het tabblad [Bestemm.][Map] overeenkomt met de mapnaam of het pad van de gedeelde map op de bestemmingscomputer. Maak de map aan als de gedeelde map op de computer van bestemming werd verwijderd. Een ontvangen faxdocument doorsturen naar een e-mailadres of map
`“Netwerkcommunicatie is mislukt. Kan niet verzenden. Controleer de status van het bestemmingsapparaat en de verificatie-instelling van zowel het bestemmingsapparaat als dit apparaat.”`	De SMTP-server of de computer die werd gespecificeerd als bestemming tijdens het versturen van een e-mail zonder gebruik te maken van de SMTP-server werken niet naar behoren.	Controleer of de SMTP-server en de computer die werd gespecificeerd als bestemming voor de overdracht normaal werken.
`“Netwerkcommunicatie is mislukt. Kan niet verzenden. Controleer de status van het bestemmingsapparaat en het resterende geheugen.”`	Er is geen ruimte beschikbaar op een SMTP-server, de computer die werd gespecificeerd als de bestemming voor mapoverdracht of de computer die werd gespecificeerd als bestemming tijdens het versturen van een e-mail zonder gebruik te maken van de SMTP-server.	Controleer of er genoeg vrije ruimte is op de SMTP-server en de computer op de bestemming.
`“Netwerkcommunicatie is mislukt. Kan niet verzenden. Controleer of de bestemming juist is.”`	De gespecificeerde bestemming bestaat niet.	Controleer het e-mailadres van de bestemming en specificeer het opnieuw indien nodig.
	De bestemming kon tijdens het verzenden van de fax niet worden gevonden zonder gebruik te maken van de SMTP-server.	Controleer of de bestemming juist is gespecificeerd. Internetfaxen verzenden zonder gebruik te maken van de SMTP-server
`“Netwerkcommunicatie is mislukt. Kan niet verzenden. Controleer de status en instellingen van het bestemmingsapparaat.”`	De SMTP-server, de computer die werd gespecificeerd als de bestemming voor mapoverdracht of de computer die werd gespecificeerd als bestemming tijdens het versturen van een e-mail zonder gebruik te maken van de SMTP-server werkte niet naar behoren.	Controleer of de SMTP-server en de computer op de bestemming normaal werken.
`“Netwerkcommunicatie is mislukt. Kan niet verzenden. Controleer de toegangbevoegdheidsinstelling van de bestemming.”`	De SMTP-server, de computer die werd gespecificeerd als de bestemming voor mapoverdracht of de computer die werd gespecificeerd als bestemming tijdens het versturen van een e-mail zonder gebruik te maken van de SMTP-server werkte niet naar behoren.	Controleer of de SMTP-server en de computers op de bestemming normaal werken.
	De gedeelde map die werd gespecificeerd als de doelmap voor overdracht kon niet worden gevonden in Mapoverdracht.	Een gedeelde map op de bestemmingscomputer aanmaken. Als u de naam van de map wilt controleren, selecteert u de bestemming in het adresboek, drukt u op [Edit] en bekijkt u Pad op het tabblad [Bestemming][Folder]. Een ontvangen faxdocument doorsturen naar een e-mailadres of map
	De gebruikersnaam en/of wachtwoord die zijn geregistreerd in het adresboek zijn ongeldig voor het uitvoeren van een mapoverdracht.	Selecteer de doorstuurbestemming in het adresboek, druk op [Bewerken] en ga nogmaals naar het tabblad [Bestemm.][Map][Mapverificatie-informatie]. De bestemmingsmap registreren voor gebruik met Verzenden naar map
`“Netwerkcommunicatie is mislukt. Kan niet verzenden. Controleer de instelling van het beheerderse-mailadres.”`	Het e-mailadres van de beheerder is niet geregistreerd als het apparaat is geconfigureerd om records per e-mail te verzenden.	Geef [Gebruikerstools][Systeeminstellingen][Verzenden (e-mail/map)][E-mail][E-mailadres beheerder]. Wanneer u het apparaat zodanig wilt configureren dat records niet via e-mail worden verzonden, wijzigt u de huidige waarde van bitnummer [4] onder schakelaarnummer [21] in [Gebruikerstools][Faxeigenschappen][Gedetailleerde initiële instellingen][Parameterinstelling][Parameterinstelling]. De geschiedenis van verzonden en ontvangen faxen bekijken
`“Netwerkcommunicatie is mislukt. Kan niet verzenden. Controleer de gebruikersnaam en het wachtwoord.”`	De gebruikersnaam en/of wachtwoord die zijn geregistreerd in het adresboek zijn ongeldig voor het uitvoeren van een mapoverdracht.	Selecteer de doorstuurbestemming in het adresboek, druk op [Bewerken] en ga nogmaals naar het tabblad [Bestemm.][Map][Mapverificatie-informatie]. De bestemmingsmap registreren voor gebruik met Verzenden naar map
`“Netwerkcommunicatie is mislukt. Kan niet verzenden. Het registreren van het e-mailadres van de fax of de beheerder is vereist.”`	Zowel het e-mailadres dat wordt gebruikt voor het verzenden en ontvangen van e-mails als het e-mailadres van de beheerder worden niet geregistreerd tijdens het verzenden van een e-mail.	Geef [E-mailaccount fax] op in [Gebruikerstools][Faxeigenschappen][Gedetailleerde initiële instellingen] of [E-mailadres beheerder] in [Gebruikerstools][Systeeminstellingen][Verzenden (e-mail/map)][E-mail]. Documenten verzenden met de internetfax
`“Netwerkcommunicatie is mislukt. Kan niet verzenden. Het opgegeven adres is ongeldig.”`	Er is geen domeinnaam opgegeven toen u een e-mail verzond zonder de SMTP-server te gebruiken.	Geef een hostnaam of een IP-adres op als bestemming en verzend de e-mail opnieuw. Wanneer u de bestemming heeft opgegeven via het adresboek, selecteert u de bestemming in het adresboek, drukt u op [Bewerken] en controleert u vervolgens de instellingen in "Verz. via SMTP-server" en "SMTP-verificatie-info." op het tabblad [Bestemm.:][E-mailadres]. Internetfaxen verzenden zonder gebruik te maken van de SMTP-server
`“Netwerkcommunicatie is mislukt. De e-mailaccount van de fax is niet geregistreerd. Controleer de instellingen.”`	[E-mailaccount fax] is niet gespecificeerd.	Geef de instellingen op in "Gebruikersnaam" en "Wachtwoord" in [Gebruikerstools][Faxeigenschappen][Gedetailleerde initiële instellingen][E-mailaccount fax].
`“Netwerkcommunicatie is mislukt. Het e-mailadres van de fax is niet geregistreerd. Controleer de instellingen.”`	[E-mailaccount fax] is niet gespecificeerd.	Registreer E-mailadres in [Gebruikerstools][Faxeigenschappen][Gedetailleerde initiële instellingen][E-mailaccount fax].
`“Netwerkcommunicatie is mislukt. Er komt geen antwoord van de bestemming. Controleer de kabelverbinding en of de netwerkapparatuur aan staat.”`	Het apparaat op de bestemming reageerde niet.	Controleer of de computer die werd gespecificeerd als de bestemming normaal werkt en met het netwerk is verbonden. Controleer of het apparaat juist verbonden is met het netwerk.
`“Netwerkcommunicatie is mislukt. Er is een verificatiefout bij de POP/IMAP-server opgetreden. Controleer de e-mailaccount en het wachtwoord.”`	Een poging tot aanmelden op de POP3 (IMAP4) server mislukte.	Schakel de instelling [POP vóór SMTP] in bij [Gebruikerstools][Systeeminstellingen][Verzenden (e-mail/map)][E-mail] en de instelling [E-mailaccount fax] bij [Gebruikerstools][Faxeigenschappen][Gedetailleerde initiële instellingen].
`“Netwerkcommunicatie is mislukt. De POP-/IMAP-server is niet geregistreerd. Controleer de instellingen.”`	Het POP3 (IMPA4) serveradres is niet geregistreerd.	Geef de instellingen op in [Instellingen][Systeeminstellingen][Verzenden (e-mail/map)][E-mail][POP3-/IMAP4-instellingen].
`“Netwerkcommunicatie is mislukt. Er is een fout met het S/MIME-certificaat opgetreden. Controleer het certificaat van zowel de bestemming als dit apparaat.”`	Een gebruikerscertificaat (bestemmingscertificaat) is niet geregistreerd of vervallen.	Installeer het juiste gebruikerscertificaat. Netwerkcommunicatie coderen
	Een certificaat van een apparaat (bestemmingscertificaat) is niet geregistreerd of verlopen.	Installeer het juiste apparaatcertificaat. Netwerkcommunicatie coderen
`“Netwerkcommunicatie is mislukt. SIP-samenvattingsverificatie is mislukt. Controleer de gebruikersnaam en het wachtwoord voor SIP-samenvattingsverificatie.”`	Het authenticatiewachtwoord op de SIP-server en het wachtwoord geregistreerd op dit apparaat zijn niet hetzelfde.	Controleer of het wachtwoord dat geregistreerd is op de SIP-server en "Wachtwoord in SIP Digest-verificatie onder [Gebruikerstools][Faxeigenschappen] tabblad [Gedetailleerde initiële instellingen][IP-faxinstellingen] tab [SIP-instellingen] hetzelfde zijn. Documenten verzenden via IP-Fax
`“Netwerkcommunicatie is mislukt. Het certificaat van de bestemming is momenteel niet geldig. Geef het certificaat opnieuw uit.”`	Het gebruikerscertificaat (bestemmingscertificaat) is verlopen.	Installeer een nieuw gebruikerscertificaat. Netwerkcommunicatie coderen
`“Netwerkcommunicatie is mislukt. Het certificaat van dit apparaat is momenteel niet geldig. Geef het certificaat opnieuw uit.”`	Een certificaat van een apparaat (bestemmingscertificaat) is niet geregistreerd of verlopen.	Installeer een nieuw apparaatcertificaat. Netwerkcommunicatie coderen
`“Netwerkcommunicatie is mislukt. Het certificaat van dit apparaat of het bestemmingsapparaat is momenteel niet geldig. Geef het certificaat opnieuw uit.”`	Het gebruikerscertificaat (bestemmingscertificaat) en apparaatcertificaat zijn verlopen.	Installeer een nieuw gebruikerscertificaat en apparaatcertificaat. Netwerkcommunicatie coderen
`“Netwerkcommunicatie is mislukt. De bestemming ondersteunt IP-fax niet.”`	Er is een IP-fax verzonden naar een bestemming die IP-fax niet ondersteunt.	Een fax verzenden met de functie IP-fax is niet mogelijk. Verzend de fax via de G3-lijn indien mogelijk.
`“Netwerkcommunicatie is mislukt. Het IP- adres is ongeldig. Controleer de netwerkinstellingen.”`	Er werd een ongeldig IP-adres geregistreerd.	Geef het juiste [Actief protocol] en [IP-adres (IPv4)], of [IP-adres (IPv6)] op bij [Gebruikerstools][Systeeminstellingen][Netwerk/Interface]. Verbinding maken met een bekabeld LAN-netwerk
`“Netwerkcommunicatie is mislukt. Het IP-adres is mogelijk ongeldig. Controleer de netwerkinstellingen.”`	De instellingen in [IP-adres SIP-server] en [Actief protocol] zijn niet hetzelfde.	Controleer of IP-adres SIP-server in [Gebruikerstools][Faxeigenschappen][Gedetailleerde initiële instellingen][IP-faxinstellingen][SIP-instellingen] en [Actief protocol] bij [Gebruikerstools][Systeeminstellingen][Netwerk/Interface] juist zijn.
	Er werd een ongeldig IP-adres geregistreerd.	Geef het juiste [Actief protocol] en [IP-adres (IPv4)], of [IP-adres (IPv6)] op bij [Gebruikerstools][Systeeminstellingen][Netwerk/Interface]. Verbinding maken met een bekabeld LAN-netwerk
`“Netwerkcommunicatie is mislukt. De verbinding met de lijn is verbroken. Controleer de bestemming en de instelling van beller-ID- meldingen.”`	De bestemming beëindigde de communicatie.	Controleer of de bestemming juist is gespecificeerd. Als de bestemming weigert om een fax te ontvangen zonder gegevens van de verzender, schakel dat informatie weergeven in en verzend de fax opnieuw.
`“Netwerkcommunicatie is mislukt. Het e-mailadres voor verificatie komt niet overeen met het beheerderse-mailadres. Controleer de instellingen.”`	Als er een handtekening is gespecificeerd, is het e-mailadres voor SMTP-authenticatie of e-mailadres voor POP voor SMTP-authenticatie niet hetzelfde als het e-mailadres van de beheerder.	Controleer of het e-mailadres voor authenticatie hetzelfde is dan het e-mailadres dat wordt gespecificeerd in [Gebruikerstools][Systeeminstellingen][Verzenden (e-mail/map)][E-mail] op het tabblad [E-mailadres beheerder]. Melding van apparaatstatus via e-mail

Opmerking

Wijzig de huidige waarde in [1] onder schakelaarnummer [21] en bitnummer [6] in [Gebruikerstools][Faxeigenschappen][Gedetaileerde initiële instellingen][Parameterinstelling] op het tabblad [Parameterinstelling] om het weergeven van het bericht “Netwerkcommunicatie is mislukt.” uit te schakelen. Wijzig de instellingen als u de functies IP-Fax of Internet-fax niet gebruikt.
De parameterinstellingen wijzigen

Berichten die verschijnen als de functie Remote Fax niet beschikbaar is

Raadpleeg de netwerkbeheerder voor details over uw netwerkomgeving.

Als een bericht wordt weergegeven op het hoofdapparaat

Meldingen	Voorwaarde	Oplossing en verwijzing
`“Controleer of er netwerkproblemen zijn.”` [16-00]	Het apparaat is niet correct op het netwerk aangesloten.	Controleer of het apparaat juist verbonden is met het netwerk. Druk op [Bevestig.] om de G3-fax te gebruiken.
`“Verbinding maken met apparaat op afstand is mislukt. Probleem met structuur van apparaat op afstand. Neem contact op met de beheerder.”`	Een ander apparaat is geregistreerd als [Apparaat op afstand].	Registreer het sub-apparaat in [Gebruikerstools][Systeeminstellingen][Apparaat][Overige] op het tabblad [Apparaat op afstand registreren/wijzigen/verwijderen].
	Een ander apparaat is geregistreerd in [Apparaat op afstand] op het sub-apparaat.	Registreer het apparaat in [Gebruikerstools][Systeeminstellingen][Apparaat][Overige] op het tabblad [Apparaat op afstand registreren/wijzigen/verwijderen] op het subapparaat.
`“Er is een verzendfout opgetreden. Controleer de status van het apparaat op afstand.”`	Er deed zich een netwerkfout voor tijdens het overdragen van de gegevens.	Controleer of het apparaat juist verbonden is met het netwerk. Controleer of het sub-apparaat is verbonden met het netwerk en normaal werkt. Controleer of het IP-adres of de hostnaam op het hoofdapparaat juist is opgegeven in [Gebruikerstools][Systeeminstellingen][Apparaat][Overige][Apparaat op afstand registreren/wijzigen/verwijderen] op het subapparaat.

Als een bericht wordt weergegeven op het sub-apparaat

Meldingen	Voorwaarde	Oplossing en verwijzing
`“Verificatie met apparaat op afstand mislukt. Controleer de verificatie-instellingen van het apparaat op afstand.”`	Authenticatie mislukt als gebruikersauthenticatie is uitgeschakeld op het hoofdapparaat of de gebruiker geen toelating heeft om de faxfunctie te gebruiken.	Specificeer dezelfde instellingen voor gebruikersauthenticatie als op het hoofdapparaat en registreer een gebruiker die de toelating heeft om de faxfunctie te gebruiken. Gebruikers verifiëren voor gebruik van het apparaat (gebruikersverificatie)
`“Controleer of er netwerkproblemen zijn.”` [16-00]	Het apparaat is niet correct op het netwerk aangesloten.	Controleer of het apparaat juist verbonden is met het netwerk.
`“Verbinding maken met apparaat op afstand is mislukt. Controleer de status van het apparaat op afstand.”`	Het hoofdapparaat staat uit of werkt niet normaal.	Zet het hoofdapparaat aan. Controleer na aanzetten of het apparaat normaal werkt.
	Er is een netwerkfout opgetreden.	Controleer of het apparaat en het hoofdapparaat juist met het netwerk zijn verbonden.
	Er deed zich een time-out fout voor tijdens het maken van verbinding met het hoofdapparaat.	Controleer of het IP-adres of de hostnaam op het hoofdapparaat juist is opgegeven in [Gebruikerstools][Systeeminstellingen][Apparaat][Overige][Apparaat op afstand registreren/wijzigen/verwijderen] op het subapparaat.
`“Verbinding maken met apparaat op afstand is mislukt. Probleem met structuur van apparaat op afstand. Neem contact op met de beheerder.”`	Er is een ander apparaat geregistreerd in [Apparaat op afstand].	Registreer het apparaat in [Beheerderstools][Systeeminstellingen][Apparaat][Overige] op het tabblad [Apparaat op afstand registreren/wijzigen/verwijderen].
	Het apparaat is niet geregistreerd in [Apparaat op afstand] op het hoofdapparaat.	Registreer het apparaat in [Gebruikerstools][Systeeminstellingen][Apparaat][Overige] op het tabblad [Apparaat op afstand registreren/wijzigen/verwijderen] op het hoofdapparaat.
`“De fax op afstand is niet beschikbaar, omdat [Gebruikercodeverificatie] actief is.”`	Gebruikerscodeverificatie wordt geactiveerd.	Authenticatie via gebruikerscode is niet ondersteund op zowel het hoofdapparaat als het sub-apparaat. Overweeg een andere authenticatiemethode.
`“De registratie van het externe apparaat is onjuist. Neem contact op met de beheerder.”`	Het hoofdapparaat kan niet worden gevonden.	Controleer of het IP-adres of de hostnaam van het hoofdapparaat juist gespecificeerd zijn in [Gebruikerstools][Systeeminstellingen][Apparaat][Overige] op het tabblad [Apparaat op afstand registreren/wijzigen/verwijderen].
`“Er is een verzendfout opgetreden. Controleer de status van het apparaat op afstand.”`	Er deed zich een netwerkfout voor tijdens het overdragen van de gegevens.	Controleer of het apparaat juist verbonden is met het netwerk. Controleer of het hoofdapparaat is verbonden met het netwerk en normaal werkt. Controleer of het IP-adres of de hostnaam van het hoofdapparaat juist gespecificeerd zijn in [Gebruikerstools][Systeeminstellingen][Apparaat][Overige] op het tabblad [Apparaat op afstand registreren/wijzigen/verwijderen].
`“Er is een verzendfout opgetreden. Controleer de status van het apparaat op afstand.”` `“De harde schijf van het apparaat op afstand is vol.”`	Er is geen vrije ruimte op de harde schijf van het hoofdapparaat.	Verwijder bestanden die niet langer nodig zijn op het hoofdapparaat.