De parameterinstellingen wijzigen
"Parameters" verwijzen naar de schakelaars die verschillende functies in de faxfunctie configureren. U kunt gedetailleerde instellingen opgeven met betrekking tot het gedrag van het apparaat bij het afdrukken van een ontvangen fax, of bij het verzenden of ontvangen van een fax.
Zo gaat u te werk op het scherm met parameterinstellingen
Elke schakelaar van een parameter 8 "bits" van [0] tot [7], en een functie wordt aan elk bitsnummer toegewezen. Om de instelling te wijzigen, drukt u op elk bitsnummer en wijzigt u de huidige waarde in "0" of "1".
Zie het volgende gedeelte wanneer u de instellingen configureert:
Voeg de optie toe om de functie te configureren of de functie in-/uit te schakelen voordat u elke schakelaar van een parameter wijzigt.
Log in als apparaatbeheerder op het bedieningspaneel van het apparaat.
Druk op het Home-scherm op [Instellingen].
In het scherm Instellingen drukt u op [Faxeigenschappen].
Druk op [Gedetailleerde initiƫle instellingen][Parameterinstelling][Parameterinstelling].
Druk op de schakelaar die moet worden gewijzigd.
Druk op het bitsnummer dat moet worden gewijzigd en geef de huidige waarde op.
De waarde wordt gewijzigd in "1" of "0" elke keer dat u op het nummer drukt.
Druk op [OK].
Druk op [Sluiten].
Druk op [Home] (), en log vervolgens uit bij het apparaat.
Als u de huidige waarden van de parameters wilt afdrukken waarvan vaak naar de instelling wordt verwezen, drukt u op [Faxeigenschappen][Gedetailleerde initiƫle instellingen][Parameterinstelling][Parameterinstelling: Lijst afdrukken]. Voor de waarde die ten opzichte van de standaardwaarde is gewijzigd, wordt "*" afgedrukt.