GebruikershandleidingIM C300/C300F/C300FLT/C400F/C400SRF/C400FLT

Gedetailleerde initiële instellingen

In dit gedeelte worden de instellingen in het menu [Gedetailleerde initiële instellingen] onder [Faxeigenschappen] beschreven.

Het instellingenscherm gebruiken

Parameterinstelling

Instellingsitems

Omschrijving

Parameterinstelling

Configureer hier de verschillende functies op basis van de gebruiksstatus.

De parameterinstellingen wijzigen

Parameterinstelling: Lijst afdrukken

Selecteer deze optie om de lijst met parameterinstellingen af te drukken. Op de lijst worden alleen de vaak gebruikte functies en de functies die belangrijk lijken afgedrukt.

Internetfax/E-mail/Map

Instellingsitems

Omschrijving

Instelling Internetfax

E-mailinstelling

Mapinstelling

([E-mailinstelling] en [Mapinstelling] zijn alleen geldig wanneer [Fax (klassiek)] wordt gebruikt.)

Geef hier aan of de internetfaxfunctie moet worden gebruikt bij het verzenden van een fax.

Geef ook aan of bij het verzenden van faxen het e-mailadres of de mappen als bestemming moeten worden gebruikt.

  • Standaardinstelling: [Aan]

Documenten verzenden met de internetfax

Sel. kiessch/druktoets

Instellingsitems

Omschrijving

Voor G3

Geef hier het lijntype van de telefoonlijn op. Als u niet zeker bent van het lijntype, neemt u contact op met de telefoonserviceprovider. Als deze instelling niet juist is geconfigureerd, kunt u faxen ontvangen, maar deze mogelijk niet versturen.

Dit instellingsitem verschijnt niet in sommige landen of regio's.

  • Standaard: [Sel. tel. met dr.ts]

IP-faxinstellingen

Instellingsitems

Omschrijving

Gebruiksinstellingen IP-fax

Geef aan of H.323 en SIP moeten worden gebruikt bij het verzenden van een fax via de IP-fax-functie.

  • Standaard

    • H. 323 inschakelen: [Uit]

    • SIP inschakelen: [Uit]

H. 323 instellingen

Geef het IPv4-adres of de hostnaam van de gatekeeper en het eigen faxnr. op. Geef de instelling op wanneer u H.323 gebruikt voor het verzenden van een fax via de IP-fax-functie.

SIP instellingen

Geef het IP-adres of de hostnaam van de SIP-server en de SIP-gebruikersnaam op Geef de instelling op wanneer u SIP gebruikt om een fax via de IP-Fax-functie te verzenden.

Gateway registreren/wijzigen/verwijderen

Registreer, wijzig of verwijder een VoIP-gateway. Registreer een gateway bij het routeren van de communicatie via de VoIP-gateway zonder de gatekeeper of SIP-server bij het verzenden van een fax via de IP-Fax-functie.

Instellingen servergebruik

Geef aan of Gatekeeper en SIP-server in de IP-Fax-functie moeten worden gebruikt.

  • Standaard

    • SIP-server: [Niet gebruiken]

    • Gatekeeper: [Niet gebruiken]

Documenten verzenden via IP-Fax

Beveiliging voor e-mail verzendresultaten

Instellingsitems

Omschrijving

Beveiliging voor e-mail verzendresultaten

Geef aan of een handtekening moet worden gecodeerd en aan een e-mail gekoppeld, die in de functie "E-mail verzendresultaat" is verzonden.

  • Standaard

    • Codering: [Uit]

    • Handtekening: [Uit]

Cloudfax instellingen

Instellingsitems

Omschrijving

Cloudfax inschakelen

Geef op of de functie Cloudfax wel of niet gebruikt moet worden.

  • Standaardinstelling: [Uit]

Wanneer u [Aan] selecteert, geeft u de volgende opties op:

  • E-mailadres afzender

    Geef het e-mailadres op van de afzender uit het adresboek.

  • Domeinnaam

    Geef de domeinnaam (maximaal 97 bytes) op die na de "@" komt, wanneer documenten via cloudfax worden verstuurd.

Faxe-mailaccount

Instellingsitems

Omschrijving

Account

Geef aan of internetfaxen moeten worden ontvangen. Als u faxen wilt ontvangen, geeft u e-mailadres, gebruikersnaam en wachtwoord op. Wanneer [Afzendernaam automatisch opgeven] is ingesteld op [Aan] in [Systeeminstellingen][Verzenden (e-mail/map)][E-mail], wordt het e-mailadres dat is opgegeven in [E-mailaccount fax] ingesteld als de afzender als u een internetfax verstuurt zonder de afzender op te geven.

  • Standaardinstelling: [Niet ontvangen]

Bestemmingslijst per lijn

Instellingsitems

Omschrijving

Bestemmingslijst per lijn

Geef aan of de regel moet worden aangegeven voor de bestemmingslijst weergegeven op het faxscherm. Geef [Uit] aan om het regelkeuzescherm weer te geven als u op [Fax] drukt om het faxscherm te openen en alleen de bestemmingen weer te geven voor de geselecteerde regel als de bestemmingslijst.

  • Standaardinstelling: [Uit]

  • Weergavestijl groepsbestemmingen

    Geef aan of de groepen weergegeven moeten worden die de bestemmingen bevatten voor andere regels als [Bestemmingslijst per lijn] is ingesteld op [Aan].

    • Inclusief bestemmingen met geselecteerde lijn

      Geeft de groepen weer die een of meer bestemmingen bevatten voor de aangegeven regel. Als u een dergelijke groep selecteert tijdens het aangegeven van en bestemming, wordt een bevestigingsscherm weergegeven met de vraag of u alleen de bestemming voor de gespecificeerde regel in de geselecteerde groep wilt specificeren of het selecteren van de groep wilt annuleren.

    • Alleen bestemmingen met geselect. lijn

      Geeft alleen de groepen weer die de bestemmingen bevatten voor de gespecificeerde regel.

Verbindingscontrole G3-faxlijn

Instellingsitems

Omschrijving

Verbindingscontrole G3-faxlijn

Geef aan of er gedetecteerd moet worden of er een faxlijn is aangesloten en er een bericht weergegeven moet worden op het bedieningspaneel.

De standaardinstelling is [Uit], maar de instelling wijzigt automatisch naar [Aan] nadat u zelfs maar een keer een fax verstuurt of ontvangt. Als de instelling automatisch verandert in [Aan] en u verandert het dan weer naar [uit], verandert de instelling daarna niet automatisch naar [Aan].

  • Standaardinstelling: [Uit]

Instellingen Super G3-communicatie

Instellingsitems

Omschrijving

Instellingen Super G3-communicatie

Geef aan of de Super G3-communicatie moet worden gebruikt op elke G3-faxlijn.

  • Standaardinstelling: [Aan]

Instellingen e-mailmelding

Instellingsitems

Omschrijving

Instellingen e-mailmelding

Specificeer de instellingen gerelateerd aan e-mailmeldingen.

  • Ontvangstbevestiging: Specificeer of u wilt reageren op de ontvangstbevestiging van een ontvangstdocument per e-mail.

    • De standaardinstelling is: [Verzenden]

  • Fout melden bij ontvangst van e-mail: Geef aan f u een e-mailmelding naar de afzender wilt sturen wanneer een fout optreedt bij het ontvangst van een e-mail.

    • De standaardinstelling is: [Verzenden]

  • E-mail met communicatierecords voor beheerder: Geef aan of e-mails met communicatierecords naar de beheerder moeten worden verzonden.

    Wanneer dit item is ingesteld op [Verzenden] op apparaten waarop RICOH Always Current Technology v1.2 or later is geïnstalleerd, kunt u kiezen uit 50, 200 of 1000 Geschiedenis voor [Het aantal opgeslagen logboeken om te verzenden in melding].

    • Standaardinstelling: [Niet verzenden]

Verschillende methodes voor het ontvangen van faxen

Wanneer er een fout via een rapport of e-mail wordt gemeld

De geschiedenis van verzonden en ontvangen faxen bekijken

Bestemmingstypeprioriteit

Instellingsitems

Omschrijving

Bestemmingstypeprioriteit

Specificeer het bestemmingstype dat prioriteit heeft wanneer de bestemming van het voor overdracht opgegeven type niet in het adresboek is opgeslagen.

  • Prioriteit: Papieruitvoer

    IP-faxbestemming heeft de hoogste prioriteit, gevolgd door faxbestemming, internetfaxbestemming, e-mailbestemming en mapbestemming.

  • Prioriteit: Elektronische uitvoer

    Internetfaxbestemming heeft de hoogste prioriteit, gevolgd door e-mailbestemming, mapbestemming, IP-faxbestemming en faxbestemming.

  • Standaardinstelling: [Prioriteit: Elektronische uitvoer]

Ontvangen faxdocumenten doorsturen naar een andere faxbestemming

Een ontvangen faxdocument doorsturen naar een e-mailadres of map

Instellen welke actie moet worden uitgevoerd bij ontvangst van faxen van verschillende afzenders