GebruikershandleidingIM C300/C300F/C300FLT/C400F/C400SRF/C400FLT

De bestemmingsnaam, de faxkoptekst en het standaardbericht afdrukken op de fax die op de bestemming wordt ontvangen

U kunt de naam van de bestemming, de faxkop en het standaardbericht afdrukken op de pagina die op de bestemming wordt ontvangen, samen met de afbeelding van het origineel dat per fax is verstuurd. Stel de informatie die moet worden afgedrukt op de ontvangen pagina van tevoren in.

Informatie die wordt afgedrukt op de pagina's die op de bestemming worden ontvangen

  1. Naam of standaardbericht van de bestemming die geregistreerd staat in het adresboek

    Wanneer u een fax verstuurt naar een bestemming uit het adresboek, kunt u de naam van de bestemming die geregistreerd staat in het adresboek met de titel afdrukken op de eerste pagina van de fax die op de bestemming wordt ontvangen (Label invoegen). Een standaardbericht of andere tekst van maximaal 28 tekens van één byte wordt ook afgedrukt volgens de instellingen voor [Label invoegen] die zijn opgegeven in het adresboek.

  2. Faxkoptekst

    De faxkop (om af te drukken) wordt afgedrukt op alle pagina's die op de bestemming worden ontvangen.

    Opmerking

    • Registreer de faxkop vooraf in [Faxinformatie registreren] onder [Faxeigenschappen]. U kunt tot 10 faxkoppen registreren.

    • Afzendersgegevens registreren en wijzigen

    • De faxkop (om af te drukken) wordt niet toegevoegd aan het document dat wordt afgeleverd op de bestemming.

    • In sommige gevallen wilt u misschien een fax zonder koptekst versturen. Schakel hiervoor de faxkoptekst uit.

  3. Standaardstempel voor berichten

    Specificeer een standaardbericht om af te drukken op de eerste pagina van de fax die op de bestemming wordt ontvangen, uit de volgende (Standaard bericht stempel). Het geselecteerde bericht wordt direct onder de faxkop afgedrukt wanneer [Label invoegen] niet is aangegeven, en twee regels onder de bestemmingsnaam wanneer [Label invoegen] wel is aangegeven.

    • 4 vooraf ingestelde berichten: "Vertrouwelijk","Urgent","Bel mij a.u.b.","Kop.n.overeenk.sectie"

    • Een bericht dat geregistreerd staat in [Faxeigenschappen][Verzendinstellingen][Standaardbericht registreren/wijzigen/verwijderen]

    • Verzendinstellingen (faxinstellingen)

    • Het apparaat kan slechts één standaardbericht afdrukken.

Afzendersgegevens registreren en wijzigen

Registreer de afzendersgegevens om af te drukken op de fax die op de bestemming wordt ontvangen en in de rapporten, of om weer te geven op het faxscherm. Als afzendersgegevens kunt u het volgende instellen:

Faxkoptekst

Deze tekst wordt afgedrukt op de fax die op de bestemming wordt ontvangen en geeft de oorsprong van de fax weer.

De bestemmingsnaam, de faxkoptekst en het standaardbericht afdrukken op de fax die op de bestemming wordt ontvangen

U kunt tot tien faxkoppen (om af te drukken) registreren in het apparaat, en een aparte faxkop gebruiken voor elke afdeling. Als er geen faxkop wordt opgegeven bij het verzenden, wordt de faxkop die bovenaan staat afgedrukt.

Eigen naam

Deze tekst wordt weergegeven op het faxscherm op de plaats van bestemming of afgedrukt in de rapporten wanneer een fax wordt verzonden of ontvangen via een G3-lijn of per IP-fax. De eigen naam kan alleen worden gebruikt als het andere apparaat van dezelfde fabrikant is en over de functie Eigen naam beschikt.

Eigen Faxnr.

Deze tekst wordt weergegeven op het faxscherm op de plaats van bestemming of afgedrukt in de rapporten wanneer een fax wordt verzonden of ontvangen via een G3-lijn of per IP-fax. Deze functie geldt zelfs wanneer het bestemmingsapparaat van een andere fabrikant is.

1Druk op [Instellingen] in het Home-scherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

2Druk op [Faxeigenschappen] op het scherm Instellingen.

Afbeelding van bedieningspaneel

3Druk op[Gedetailleerde initiële instellingen][Faxinformatie registreren][Faxkoptekst] en registreer de faxkoptekst (voor afdrukken).

Afbeelding van bedieningspaneel
  • Kies de faxkop die u wilt registreren of wijzigen, voer de faxkop in (om af te drukken) en druk op [OK].

  • U kunt letters, symbolen, cijfers en spaties gebruiken.

  • Het maximaal aantal tekens dat kan worden ingevoerd is 32.

4Druk op [].

5Druk op [Eigen Naam] en registreer uw naam (om weer te geven).

  • Druk op [Eigen Naam], voer uw naam in en druk vervolgens op [OK].

  • U kunt letters, symbolen, cijfers en spaties gebruiken.

  • Het maximaal aantal tekens dat kan worden ingevoerd is 20.

6Druk op [Eigen faxnummer] en registreer het faxnummer van de afzender.

  • Geef een regel aan om het faxnummer te registreren, voer het faxnummer van de afzender in en druk vervolgens op [OK].

  • U kunt cijfers, spaties en het "+"-symbool gebruiken.

  • U kunt de naam registreren met maximaal 20 tekens.

7Druk op [Home] () nadat u de instellingen heeft opgegeven.

Opmerking

  • Om de afzendersgegevens te wissen: druk op [Faxeigenschappen][Gedetailleerde initiële instellingen][Faxinformatie registreren] het tabblad van de informatie die u wilt wissen ([Faxkoptekst], [Eigen naam] of [Eigen faxnummer]) en wis vervolgens de gegevens van de afzender uit het invoervak.

De Afdrukfunctie instellen bij het verzenden van faxen

Belangrijk

  • (voornamelijk Noord-Amerika)

    • In de Verenigde Staten moet de faxkop het telefoonnummer bevatten van de lijn waarop uw apparaat is aangesloten. Dit wordt in elke koptekst afgedrukt van elke pagina die u verstuurt. Vereist in de Verenigde Staten.

  • Om [Label invoegen] te gebruiken: registreer de bestemming in het adresboek en configureer de instellingen voor Label Insertion van tevoren.

  • Faxnummers in het adresboek registreren

1Druk op [Fax] op het Home-scherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

2Plaats het origineel in de Automatische documentinvoer (ADF) of op de glasplaat.

Een origineel in de scanner plaatsen om te verzenden via de fax

3Druk op [Gebruikerstools][Tekst afdrukken] en selecteer de tekst die u wilt afdrukken op de fax die op de bestemming wordt ontvangen.

Afbeelding van bedieningspaneel

Om [Standaard bericht] en [Faxkoptekst afdrukken] op te geven, drukt u op "Afbeelding bedieningspaneel" en selecteert u een item in de lijst.

5Na het opgeven van de verzendinstellingen, selecteer de bestemming op het faxscherm en verstuur de fax.

Basisprocedure voor het verzenden van faxen

Basisprocedure voor het verzenden van internetfaxen

Basisprocedure voor het verzenden van IP-faxen

Opmerking

  • De afbeelding van het origineel wordt bijgesneden en afgedrukt in het veld waar de bestemmingsnaam, faxkop en standaardbericht worden afgedrukt.

  • Wanneer u [Standaard bericht] kiest, wordt het standaardbericht in de derde regel van [Labels invoegen] niet afgedrukt maar in plaats daarvan vervangen door het standaardbericht dat is ingesteld in [Standaard bericht].