Het scherm "Instellingen" gebruiken
Druk op [Instellingen] in het Home-scherm om de instellingen van het apparaat te wijzigen, het adresboek te bewerken of verschillende gegevens te bevestigen.
Het scherm Instellingen gebruiken
In het scherm "Instellingen" staan de menu's die hieronder worden weergegeven.
Systeeminstell.
Geef de netwerkinstellingen, bedieningsgeluiden en andere instellingen op.
Voor de lijst met instellingsitems raadpleegt u "Systeeminstellingsitems, Instellingen.
Adresboek
Beheer de bestemming waar gegevens van de fax of scanner naartoe worden verzonden of beheer de verificatiegegevens voor inloggen op het apparaat.
U kunt de bediening starten door op [Adresboek] in het Home-scherm te drukken.
Lade-/papierinstellingen
Geef het formaat en de papiertype op van het papier dat in de lade is geplaatst.
Basisinstellingen bij installatie
U kunt de instellingen eenvoudig configureren wanneer u het apparaat installeert.
In het scherm "Instellingen" kunt u de instellingen voor de hieronder weergegeven opties opgeven in een Wizard wanneer het apparaat naar een andere locatie wordt verplaatst of wanneer de bedrijfsomgeving van het apparaat verandert.
Basisinstellingen
Netwerkinstellingen
Faxinstellingen
In het hulpprogramma "Scannen naar map" kunt u eenvoudig de bestemming opgeven om de gescande gegevens naar een computer te sturen.
Toepassingsinstellingen
Wijzig de instellingen voor de functies van het kopieerapparaat, de documentserver, fax, printer en scanner.
Voor de lijst met instellingsitems raadpleegt u "Kopieerapparaat/Instellingsitems Document Server", "Faxinstellingsitems", "Printerinstellingsitems" en "Scannerinstellingsitems" in Instellingen.
Alles zoeken
U kunt een instellingsitem zoeken door een trefwoord in te voeren. Voer meer dan een trefwoord in om uw zoekresultaten te verfijnen.
Taal wijzigen
U kunt de taal wijzigen die op het bedieningspaneel wordt weergegeven.
Informatie
Bevestig het contact voor reparatieverzoeken van het apparaat of om verbruiksartikelen te bestellen.
Onderhoud
U kunt de afdrukpositie, dichtheid en andere instellingen met betrekking tot de afdrukkwaliteit van het apparaat aanpassen.
Teller
Geef het totale aantal vellen weer dat is afgedrukt met elke functie, en druk de gegevens af.
De teller op het apparaat controleren voor elke kleurcategorie
Als beheerdersverificatie is ingesteld, neemt u contact op met de beheerder om de instellingen te wijzigen.
Wanneer u klaar bent met het uitvoeren van een bewerking, drukt u op [Home] () om terug te keren naar het normale scherm.