GebruikershandleidingIM C300/C300F/C300FLT/C400F/C400SRF/C400FLT

Basisprocedure voor het kopiëren van documenten

Plaats het origineel op de glasplaat of in de Automatische Documentinvoer (ADF) om een kopie te maken.

Belangrijk

  • Als de vorige instelling nog actief is, drukt u op [Resetten] voordat u gaat kopiëren.

1Druk op [Kopie] op het Home-scherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

3Druk op [Origineel Formaat] op het scherm Kopiëren en geef het formaat van uw origineel op.

Afbeelding van bedieningspaneel

Als de toets niet wordt gevonden, selecteert u deze in [Origineelinstelling].

Origineelformaten opgeven

4Selecteer de kleurmodus.

Afbeelding van bedieningspaneel

5Druk op [+] of [-] in [Aantal] om het aantal kopieën op te geven.

Afbeelding van bedieningspaneel

U kunt dit aantal invoeren met behulp van het toetsenbord nadat u op [Aantal] of een cijfer heeft geklikt.

6Druk op de keuzetoets voor de papierlade om de te gebruiken papierlade te selecteren.

Afbeelding van bedieningspaneel
  • Als er geen papier meer is, selecteert het apparaat een andere lade met papier van hetzelde formaat als de instellinge van de huidige lade en gaat verder met kopiëren. Als u geen andere laden wilt gebruiken wanneer het papier op is, moet u het apparaat zo instellen dat het niet automatisch andere laden selecteert.

  • Als u wilt voorkomen dat het apparaat automatisch andere laden selecteert, moet u automatische ladewisseling uitschakelen.

    Lade-/papierinstellingen

7Druk op [Starten].

  • Wanneer het selectievakje [Controleer de origineelrichting telkens nadat u op [Starten] heeft gedrukt] is ingeschakeld in [Selecteer de origineelrichting], wordt het onderstaande scherm weergegeven. Selecteer indien nodig de richting van het origineel. Als u deze optie niet altijd wilt gebruiken, dan maakt u dit vakje leeg.

    Afbeelding van bedieningspaneel
  • Wanneer u het origineel in de ADF plaatst, wordt de procedure van het kopiëren van het origineel gestart.

  • Wanneer u het origineel op de glasplaat plaatst, wordt de kopieerprocedure gestart volgens de ingestelde inhoud. Als u een kopie van de tweede pagina of de achterkant van het origineel wilt maken, plaatst u het origineel op de juiste manier op de glasplaat en drukt u vervolgens op [Starten]. Druk indien nodig op [Scan. volt.] nadat alle originelen zijn gescand volgens de ingestelde inhoud.

Opmerking

  • Originelen die worden gescand wanneer er geen papier is geplaatst of nadat er een fout is opgetreden, worden automatisch gekopieerd zodra het apparaat gereed is om te kopiëren.

Een kopieertaak reserveren tijdens het uitvoeren van een andere kopieertaak

Wanneer [Reserveren] wordt weergegeven op het uitvoeringsscherm van de huidige kopieertaak, kunt u het origineel van een andere kopieertaak scannen om deze uit te voeren nadat de huidige taak is voltooid (Vooraf ingestelde taak).

U kunt reserveringen maken voor maximaal acht taken in de functies Kopieerapparaat en Documentserver.

1Druk op [Reserveren] op het uitvoeringsscherm van een kopieertaak.

Afbeelding van bedieningspaneel

2Plaats een nieuw te scannen origineel op het apparaat.

Een origineel op de scanner plaatsen

4Druk op [ReserverenStarten].

Het apparaat begint met het scannen van het geplaatste origineel.

Nadat de huidige kopieertaak is voltooid, wordt de gereserveerde kopieertaak automatisch gestart.

Opmerking

  • Om de gereserveerde taak te verwijderen of een voorvertoning van de afbeelding op het scherm te zien, drukt u op [Taakbevestiging].

De huidige kopie onderbreken om een ander origineel te kopiëren

Wanneer [Onderbreken] wordt weergegeven op het scherm voor kopieerverzerking, kunt u de huidige kopieertaak pauzeren en een ander origineel kopiëren in de modus (Onderbreken).

Belangrijk

  • Deze functie is beschikbaar op apparaten die voorzien zijn van RICOH Always Current Technology v1.2 of hoger.

1Druk op [Onderbreken] op het uitvoeringsscherm van een kopieertaak.

Afbeelding van bedieningspaneel

2Verwijder het origineel dat wordt gekopieerd en plaats een nieuw origineel op het apparaat om te scannen.

Een origineel op de scanner plaatsen

4Druk op [Onderbreek starten].

5Verwijder het origineel en de kopie wanneer het kopiëren is voltooid.

6Plaats de rest van het origineel dat gekopieerd moest worden vóór de modus Onderbreken en druk op [Onderbrek. annul.].

Het apparaat gaat verder met de onderbroken kopieeropdracht.

Opmerking

  • U kunt de modus Onderbreken niet gebruiken tijdens het scannen van het origineel van een fax.

  • U kunt de modus Onderbreken niet gebruiken bij de stapelmodus en bij het kopiëren in de stapelmodus.