GebruikershandleidingIM C300/C300F/C300FLT/C400F/C400SRF/C400FLT

Als het afdrukresultaat niet is zoals verwacht

Opmerking

  • Druk bij het controleren of wijzigen van de instellingen in [Instellingen] op [Home] (Illustratie van het scherm van het bedieningspaneel) na het sluiten van [Instellingen].

Als de afgedrukte afbeelding niet wordt weergegeven zoals verwacht

Voorwaarde

Oorzaak

Oplossing en verwijzing

Het papier wordt bij het afdrukken vuil.

Er is ander papier dan het aanbevolen papier gebruikt.

Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat.

De dikte van het papier is niet correct opgegeven.

  • Geef de Papierdikte correct op bij [Gebruikersinstellingen][Lade-/papierinstellingen][Papierformaat/Papiertype].

  • Wijzig het papiertype in het printerstuurprogramma.

Er verschijnen witten banden op een doorzichtige film.

Er kwam papierpoeder van het papier dat op de doorzichtige film blijft kleven.

Veeg de voor- en achterkant van de doorzichtige film af met een droog doek.

Er staan witte vlekken of vegen in de vorm van waterdruppels op de gekopieerde afbeelding.

Het vocht in het papier is verdampt en condenseerde op het oppervlak.

  • Gebruik papier dat werd bewaard in een droge omgeving.

  • Zet het apparaat op een plaats waar de temperatuur niet te laag wordt.

    Installatievereisten na verplaatsing van het apparaat

  • Plaats de optionele luchtontvochtigende verwarmer. Neem voor meer informatie over de luchtontvochtigende verwarmer contact op met uw servicevertegenwoordiger.

De afgedrukte afbeelding lijkt verbleekt.

[Toner besparen] is gespecificeerd in the printerdriver.

Schakel [Toner besparen] uit in de printerdriver.

Toner besparen bij het afdrukken

Er wordt grof papier of papier met een behandeld oppervlak gebruikt.

Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat.

Het papier is te vochtig.

Gebruik papier dat werd bewaard in een droge omgeving.

De kleurinstellingen van het apparaat zijn niet juist geconfigureerd.

Voer [Gebruikerstools][Onderhoud][Automatische kleurkalibratie] uit.

Als de afgedrukte kleuren anders zijn

De toner is op.

Vervang de toner als het bericht “Toner bijvullen” wordt weergegeven op het scherm.

De toner vervangen

De afgedrukte afbeelding wordt besmeurd als u met uw vinger over de uitgevoerde pagina wrijft. (De toner hechtte niet voldoende aan het papier)

De instelling voor het papiertype is niet juist gespecificeerd bij het gebruiken van niet-standaard papier zoals dik papier.

Wijzig het papiertype in het printerstuurprogramma.

Basisprocedure voor het afdrukken van documenten

Er verschijnen witte vlekken op de afgedrukte afbeelding.

Het papier is te vochtig.

Gebruik papier dat werd bewaard in een droge omgeving.

Kleuren worden niet afgedrukt zoals gevraagd.

De functie afbeeldingsverwerking van het apparaat werd gebruikt voor het afdrukken in Windows.

Geef in het printerstuurprogramma [Randen bijwerken] op het tabblad [Overige][Speciale instellingen] op en controleer of het probleem is opgelost. Probeer, als het probleem aanhoudt, het menu Gegevensverwerking wijzigen, Schaduwpatroon verschuiven or Schaduwpatroon vergroten op het menu [Afdr.kwaliteit: Geav.].

Een document in kleur wordt in zwart en wit afgedrukt.

Afdrukken in kleur is niet geconfigureerd in de printerdriver.

  • Windows

    Selecteer [Kleur] in Kleurenmodus.

  • macOS

    Selecteer [Kleur] in Kleurenmodus in het menu [Basis].

De afgedrukte foto is korrelig.

De afbeeldingsresolutie werd verkleind door de toepassing tijdens het afdrukken.

  • Windows

    Wijzig de instelling op het tabblad [Afbeeldingskwal.][Afb.kwaliteit/Kleur aanpassen][Geavanceerde instellingen][Details][Dithering].

  • macOS

    Verhoog de Resolutie in het menu [Afdrukkwaliteit].

Volle of gestippelde lijnen worden vaag weergegeven.

Er is geen geschikt ditheringpatroon gespecificeerd in de printerdriver.

  • Windows

    Wijzig de instelling op het tabblad [Afbeeldingskwal.][Afb.kwaliteit/Kleur aanpassen][Geavanceerde instellingen][Details][Dithering].

  • macOS

    Controleer Dithering in het menu [Afdrukkwaliteit].

Dunne lijnen worden niet afgedrukt of worden afgedrukt als onderbroken, onregelmatige lijnen.

Hairline is gespecificeerd op het document.

  • Windows

    Wijzig de instelling in Dithering op het tabblad [Afbeeldingskwal.] in het menu [Afb.kwaliteit/Kleur aanpassen].

  • macOS

    Wijzig de instelling in Dithering in het menu [Afdrukkwaliteit].

  • Schakel de lijndikte uit in de toepassing als het probleem aanhoudt.

Afbeeldingen worden onder een hoek afgedrukt.

Het papier werd schuin gevoed.

Controleer of de zijschotten in de voedingslade juist ingesteld zijn.

De bovenmarges van de gekopieerde afbeelding variëren.

Het geladen papier voor kopiëren is te dun of te dik.

Controleer de dikte van het papier dat op het apparaat gebruikt kan worden.

Aanbevolen papierformaten en -typen

Als de papierdikte te dicht aanleunt bij de minimale of maximale papierdikte, specificeer dan "Papierdikte" overeenkomstig [Gebruikerstools][Lade-/papierinstellingen][Papierformaat/Papiertype].

Een afbeelding werd gedeeltelijk afgedrukt of er wordt een extra pagina afgedrukt.

Er werd een papierformaat kleiner dan de afbeelding gespecificeerd in de printerdriver.

Controleer of het papierformaat dat is gespecificeerd in [Afdrukken op] of [Papierformaat] in de printerdriver overeenstemt met het papierformaat dat is gespecificeerd in het document. Als papier van hetzelfde formaat niet beschikbaar is, verklein of vergroot dan de grootte van de afbeelding.

Schaal van gegevens aanpassen aan het opgegeven papierformaat

De lay-out van de pagina is fout uitgelijnd of het laatste teken op de pagina wordt afgedrukt op de volgende pagina.

Het afdrukgebied dat is gespecificeerd op het document is groter dan het maximale afdrukbare gebied van het apparaat.

  • De grootte van het maximale afdrukbare gebied varieert afhankelijk van de printer. Controleer het afdrukbare gebied van het apparaat.

    De instellingswaarden van de verzendfunctie

  • In Windows kunt u het afdrukbare gebied wijzigen in "Afdrukbaar gebied" op het tabblad [Lay-out/Bewerk.] in het printerstuurprogramma.

  • Als u Verkleinen/Vergroten of Gecombineerd specificeerde in de printerdriver, pas dan de lay-out en de tekstgrootte van het document aan.

Sommige tekens zoals een door de gebruiker gedefinieerd teken worden niet juist afgedrukt.

(tekstvervorming)

De functie afbeeldingsverwerking van het apparaat werd gebruikt voor het afdrukken in Windows.

In het printerstuurprogramma geeft u [Randen bijwerken] op het tabblad [Overige][Speciale instellingen] op.

Tekens worden niet juist afgedrukt als een PDF-bestand wordt afgedrukt van een SD-kaart of USB-flashgeheugen.

(vervormde tekst)

Het lettertype is niet opgenomen in het PDF-bestand.

Neem het lettertype op in het PDF-bestand.

De afbeelding op de achterzijde bij dubbelzijdig afdrukken is ondersteboven wanneer deze is afgedrukt in de staande afdrukrichting.

Binding aan de lange zijde is niet geselecteerd in het printerstuurprogramma.

Klik met de rechtermuisknop op het apparaatpictogram op het scherm [Apparaten en printers] en geef de printervoorkeuren weer. Selecteer [Staand] in "Afdrukrichting" en selecteer vervolgens [Lange zijde: links/boven] in "Dubbelzijdig:" op het tabblad [Standaard].

De afbeelding op de achterzijde bij dubbelzijdig afdrukken is ondersteboven wanneer deze is afgedrukt in de liggende afdrukrichting.

  • Om pagina's van rechts naar links om te slaan:

    Binding aan de korte zijde is niet geconfigureerd in het printerstuurprogramma.

  • Om pagina's van onder naar boven om te slaan:

    Binding aan de lange zijde is niet geconfigureerd in het printerstuurprogramma.

  • Om pagina's van rechts naar links om te slaan:

    Klik met de rechtermuisknop op het apparaatpictogram op het scherm [Apparaten en printers] en geef de printervoorkeuren weer. Selecteer [Liggend] bij "Afdrukrichting" en selecteer vervolgens [Korte zijde: boven/links] in "Dubbelzijdig:" op het tabblad [Standaard].

  • Om pagina's van onder naar boven om te slaan:

    Klik met de rechtermuisknop op het apparaatpictogram op het scherm [Apparaten en printers] en geef de printervoorkeuren weer. Selecteer [Liggend] bij "Afdrukrichting" en selecteer vervolgens [Lange zijde binden (Open nr L/Bov)] in "Dubbelzijdig:" op het tabblad [Standaard].

De afgedrukte afbeelding is ondersteboven bij afdrukken op enveloppen of etiketten.

U drukt af op papier, bijvoorbeeld enveloppen of etiketten, die in een bepaalde richting moeten worden geladen.

Als het papier niet kan worden geladen in een omgekeerde richting, draait u de afbeelding 180 graden in het printerstuurprogramma.

Klik met de rechtermuisknop in het scherm [Apparaten en printers] op het pictogram van het apparaat en ga naar de afdrukvoorkeuren. Schakel het selectievakje "180 graden draaien" op het tabblad [Invoer/uitvoer] in.

Als papier niet kan worden gevoed of uitgeworpen zoals gespecificeerd

Voorwaarde

Oorzaak

Oplossing en verwijzing

Papier kan niet worden gevoed van de papierlade die is gespecificeerd op het bedieningspaneel of kan niet afgedrukt worden in de richting die is gespecificeerd voor de voedingslade.

[Driver/Opdracht] is gespecificeerd in Prioriteit lade-instellingen.

  • Geef een papierlade op in "Invoerlade:" op het tabblad [Standaard] in het printerstuurprogramma.

  • Specificeer [Apparaatinstelling(en)] in [Gebruikerstools][Lade-/papierinstellingen][Printer][Lade-instelling prioriteit].

Een document wordt afgedrukt op papier met een ander formaat of type dan is gespecificeerd in de printerdriver.

De papierlade die is geladen met het papier dat is gespecificeerd in de printerdriver is niet beschikbaar of er is geen papier geladen in de lade als [Automatisch doorgaan] is gespecificeerd.

  • Plaats het papier en controleer daarna of het papierformaat en type op de juiste manier zijn opgegeven in [Gebruikerstools][Lade-/papierinstellingen].

    Papier in de papierlade plaatsen

  • Als [Uit] is gespecificeerd in [Gebruikerstools][Printereigenschappen][Systeem][Actie bij fout][Automatisch doorgaan], wordt een bericht weergegeven met de melding dat het opgegeven papier niet beschikbaar is.

Het papier verkreukeld.

Het papier is te dun.

Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat.

Het papier is te vochtig.

Gebruik papier dat werd bewaard in een droge omgeving.

Het papier werd niet juist op het apparaat geplaatst.

Raadpleeg de opties die moeten worden gecontroleerd wanneer er vaak een papierstoring optreedt, en controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst.

Als het papier of een origineel is geblokkeerd.

De rand van het papier kan plooien.

Er is ander papier dan het aanbevolen papier gebruikt.

Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat.

Het papier is te vochtig.

Gebruik papier dat werd bewaard in een droge omgeving.

Het papier werd niet juist op het apparaat geplaatst.

Raadpleeg de opties die moeten worden gecontroleerd wanneer er vaak een papierstoring optreedt, en controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst.

Als het papier of een origineel is geblokkeerd.

Het uitgeworpen papier is niet uitgelijnd.

Het papier werd niet juist op het apparaat geplaatst.

Raadpleeg de opties die moeten worden gecontroleerd wanneer er vaak een papierstoring optreedt, en controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst.

Als het papier of een origineel is geblokkeerd.

Bij het gebruiken van de afwerkingslade staat de papierhouder op de papieruitlaat schuin naar de achter- of voorkant van het apparaat gericht.

Lijn de papierhouder uit overeenkomstig de richting waarin het papier wordt uitgeworpen.

Het papier is te vochtig.

Gebruik papier dat werd bewaard in een droge omgeving.

Er wordt meer dan één vel tegelijkertijd uitgeworpen. (multi-vel voeding)

De vellen papier kleven te veel aaneen.

Waaier de vellen grondig los vooraleer ze te laden in de papierlade.

Dubbelzijdig afdrukken kan niet worden uitgevoerd.

Het gespecificeerde papier is te dik of te dun.

Controleer de papierdikte die wordt ondersteund in dubbelzijdig afdrukken en laad het papier in de lade.

Lijst van specificaties

Het Papiertype dat niet wordt ondersteund in dubbelzijdig afdrukken is gespecificeerd op de papierlade die gebruikt moet worden of het papier is niet gespecificeerd als het doel voor dubbelzijdig afdrukken in [Lade-/papierinstellingen].

Controleer "Papiertype" en "Duplex toepassen" in [Gebruikerstools][Lade-/papierinstellingen][Papierformaat/Papiertype].

Envelopes worden niet gevoed, of er is een dubbele voeding of blokkering.

De enveloppen hebben ezelsoren.

Corrigeer de flap op de envelopes en laad ze juist in de lade.

Enveloprichting en aanbevolen staat

Papier zit vast tijdens afdrukken.

Er is ander papier dan het aanbevolen papier gebruikt.

Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat.

Het papier werd niet juist op het apparaat geplaatst.

Raadpleeg de opties die moeten worden gecontroleerd wanneer er vaak een papierstoring optreedt, en controleer of het papier op de juiste manier is geplaatst.

Als het papier of een origineel is geblokkeerd.

Wanneer u afdrukt met de handinvoerlade, wordt het papierformaat en -type niet correct opgegeven in het printerstuurprogramma.

Controleer of het papierformaat en -type correct zijn opgegeven.

Het uitgevoerde papier krult of valt (wanneer papier van A4-formaat of 81/2 × 11 wordt gebruikt).

De frictie tussen de vellen papier is hoog.

Trek de interne ladegeleider naar buiten naar stand 1 en plaats deze vervolgens in stand 2 zoals in de onderstaande afbeelding.

Alleen IM C300-serie/IM C400F

Het uitgevoerde papier is niet uitgelijnd (wanneer papier van A4-formaat of 81/2 × 11 wordt gebruikt).

Andere problemen

Voorwaarde

Oorzaak

Oplossing en verwijzing

Het duurt een tijdje na het opdracht geven aan het apparaat om een document af te drukken tot het apparaat begint met het afdrukken van de eerste pagina.

Het apparaat stond in de slaapmodus of Fusing Unit Off-modus en het duurt lang om te ontwaken uit die modus.

  • Als u afdrukt na een lange periode van inactiviteit, wacht dan even tot het apparaat ontwaakt uit de energiebesparende modus.

  • U kunt de instellingen voor de slaapmodus of de Fusing Unit Off-modus zoals de tijd waarna de modus actief wordt, specificeren in [Gebruikerstools][Systeeminstellingen][Datum/Tijd/Timer][Timer].

Het duurt lang om een pagina af te drukken.

Het af te drukken document bevat veel foto's of afbeeldingen en het duurt lang om het document te verwerken op de computer.

  • Als de Data-in indicator () in linkerhoek onderaan het bedieningspaneel knippert is het apparaat de af te drukken gegevens aan het ontvangen. Wacht even.

  • Verlaag Resolutie in de printerdriver.

  • Selecteer in Windows de snelheidsprioriteit in "Afdrukprioriteit:" op het tabblad [Afbeeldingskwal.].

Het duurt lang om een pagina af te drukken.

(Draadloze LAN-verbinding)

De ontvangst is zwak.

Verplaats het apparaat of verwijder voorwerpen tussen het apparaat en de computer en controleer of de situatie verbetert.

Andere wifi-toestellen storen het apparaat.

Zet de andere wifi-apparaten uit en controleer of de situatie verbetert.

Een ander toestel dat radiogolven gebruikt op dezelfde frequentie, zoals een microgolfoven of draadloze telefoon, stoort het apparaat.

Zet zulke toestellen uit en controleer of de situatie verbetert.

De opgeschorte afdruk wordt herstart vanuit het midden.

[I/O Timeout ] is opgegeven als kort.

Geef een lagere [Invoer-/uitvoertime-out] op bij [Gebruikerstools][Printereigenschappen][Hostinterface].

Een optie aangesloten op het apparaat wordt niet juist erkend.

Bo-directionele communicatie is niet ingeschakeld in de Windows-printerdriver bij het aansluiten via USB in Windows.

Klik met de rechtermuisknop op het apparaatpictogram op het scherm [Apparaten en printers] en geef de printereigenschappen weer. Schakel het selectievakje [Bi-directionele ondersteuning inschakelen] in op het tabblad [Poort].

Het printerstuurprogramma voor een USB-verbinding installeren (macOS)

Opties worden niet geconfigureerd wanneer u verbinding maakt via USB onder macOS.

Opties worden niet automatisch herkend wanneer het apparaat wordt aangesloten via USB onder macOS. Selecteer de optie die op het apparaat is aangesloten in [Systeemvoorkeuren...] Afdrukken en scannen] of [Printers en scanners] selecteer dit apparaat bij [Opties en toebehoren...] [Stuurprogramma] of [Opties].

Gecombineerd, boekje of Automatisch vergroten kan niet worden uitgevoerd zoals gespecificeerd,

De originele richting en formaatinstellingen die werden gespecificeerd in de printerdriver stemmen niet overeen met de instellingen in het document.

Controleer of de instellingen voor oorspronkelijke richting en formaat overeenstemmen.

Blanco pagina's worden niet afgedrukt bij dubbelzijdig afdrukken.

[Blanco pagina's niet afdrukken] is opgegeven in het printerstuurprogramma.

Klik met de rechtermuisknop in het scherm [Apparaten en printers] op het pictogram van het apparaat en ga naar de afdrukvoorkeuren. Schakel het selectievakje [Blanco pagina's niet afdrukken] uit op het tabblad [Invoer/uitvoer].

Het afgedrukte papier is helemaal blanco.

Er is een probleem met het printerstuurprogramma, de toepassing of de gegevens.

Druk een testpagina af.

Klik met de rechtermuisknop in het scherm [Apparaten en printers] op het apparaatpictogram en klik vervolgens op [Printereigenschappen] [Testpagina afdrukken].

Als de testpagina blanco is, installeert u het printerstuurprogramma opnieuw. Blijft het probleem aanhouden, raadpleeg dan uw verkoop- of servicevertegenwoordiger.

Als de testpagina niet normaal wordt afgedrukt, is er mogelijk een probleem met de toepassing of de gegevens. Raadpleeg de provider van de toepassing of de gegevens.

U kunt instellingen niet in de printer wijzigingen.

U heeft geen toestemming om de instellingen in het printerstuurprogramma te wijzigen.

Raadpleeg uw computerbeheerder.

Instellingen als dubbelzijdig afdrukken en het papierformaat worden niet weergegeven in het macOS-printerstuurprogramma.

Er is een fout in de instelling [Soort] in het printerstuurprogramma.

Klik op [Systeemvoorkeuren...] [Afdrukken en scannen] of [Printers en scanners], selecteer dit apparaat en zorg er vervolgens voor dat [Soort] overeenkomt met de naam van het printerstuurprogramma van het apparaat.

Als [Generieke PostScript-printer] wordt weergegeven of de naam van het printerstuurprogramma anders is dan die van het apparaat, installeert u het printerstuurprogramma opnieuw.