Installatie bevestigen

Controleer of de software geïnstalleerd is.

Als de pictogrammen of mappen niet worden weergegeven, is de software niet goed geïnstalleerd. In dat geval moet u de installatie herhalen.

Printerstuurprogramma

U kunt de printer driver installeren door op [Snelinstallatie voor USB], [Snelinstallatie voor Netwerk] of [RPCS Raster Printer Driver] (GX 3000SF), [PCL/RPCS Raster Printer Drivers] (GX 3050SFN) te klikken. Als het printerstuurprogramma geïnstalleerd is, wordt het printerpictogram weergegeven in de map [Printers en faxapparaten].

Controleer in het dialoogvenster Printereigenschappen of de USB-aansluiting of de netwerkprinter als poort is geselecteerd. Controleer de verbinding met een proefafdruk. Zie Als de proefafdruk mislukt als de proefafdruk niet wordt afgedrukt.

TWAIN-stuurprogramma

Wanneer u het TWAIN-stuurprogramma installeert, kunt u originelen scannen met behulp van toepassingen die op de clientcomputers worden uitgevoerd. Om te controleren of het TWAIN-printerstuurprogramma juist is geïnstalleerd, raadpleegt u Basisprocedure voor het scannen van bestanden met de TWAIN-scanner.

Gebruikershandleiding

U installeert de gebruikershandleiding door op [Snelinstallatie voor USB], [Snelinstallatie voor Netwerk] of [Gebruikershandleiding] te klikken. Als de gebruikershandleiding geïnstalleerd is, wordt het pictogram ervan in de map [Programma's] weergegeven.

SmartDeviceMonitor for Client

U installeert SmartDeviceMonitor for Client door op [Snelinstallatie voor Netwerk] of [DeskTopBinder - SmartDeviceMonitor for Client] te klikken. Als SmartDeviceMonitor for Client geïnstalleerd is, wordt het SmartDeviceMonitor for Client-pictogram weergegeven in de map [SmartDeviceMonitor for Client].

Device Setting Utility

U installeert Device Setting Utility door op [Snelinstallatie voor USB] te klikken. Als Device Setting Utility geïnstalleerd is, wordt het Device Setting Utility-pictogram weergegeven in de map [Programma's].