GebruikershandleidingIM C300/C300F/C300FLT/C400F/C400SRF/C400FLT

Verzendinstellingen (Faxeigenschappen)

In dit gedeelte worden de instellingen op het tabblad [Verzendinstellingen] onder [Faxeigenschappen] beschreven.

Het instellingenscherm gebruiken

Instellingsitems

Omschrijving

Max. e-mailformaat

Geef aan of er een limiet moet worden ingesteld voor de grootte van een bestand dat per e-mail kan worden verzonden.

Wanneer u [Aan] selecteert, geeft u de maximale bestandsgrootte tussen 128-102,400 KB (100 MB) op in [Maximale grootte].

Als het verzenden van de e-mail wordt geannuleerd voor het overschrijden van de bestandslimiet, wordt een foutenrapport uitgevoerd en wordt de e-mail verwijderd.

  • Standaardinstelling: [Uit]

Standaardbericht registreren/wijzigen/verwijderen

U kunt maximaal drie vaste zinnen registreren om af te drukken op de eerste pagina van de pagina die op de bestemming wordt ontvangen. De volgende zinnen die standaard zijn geregistreerd, kunnen niet worden gewijzigd: "Vertrouwelijk", "Urgent", "Bellen" en "Kop.n.overeenk.sectie".

De bestemmingsnaam, de faxkoptekst en het standaardbericht afdrukken op de fax die op de bestemming wordt ontvangen

Verz. van geh.bestand (als afdr. niet kan)

Geef deze instelling op om alle documenten in het geheugen en de ontvangen documenten die zijn opgeslagen op de harde schijf van een andere fax door te sturen wanneer het apparaat niet kan afdrukken omdat de toner of het papier op is.

Het document wordt na het doorsturen niet uit het geheugen of van de harde schijf verwijderd.

Kopiebestand Verzendinstelling

Geef aan of een back-up van het verzonden document naar de opgegeven map moet worden verzonden.

  • Deze instelling is van toepassing op documenten die via geheugenverzending op het bedieningspaneel, in Web Image Monitor en via LAN-Fax worden verzonden, en op het afleveringsbestand dat via SMTP is ontvangen.

  • Geef een mapbestemming op om de back-up vanuit het adresboek te verzenden.

  • Er wordt een naam met de indeling "verzendresultaat+bestemmingsnaam+datum en tijd" of "verzendresultaat+bestemmingsnaam+datum en tijd+Log-in gebruikersnaam of gebruikerscode" gegeven aan het bestand dat moet worden verzonden.

  • De indeling die is opgegeven bij [Te verzenden bestandstype] wordt als bestandsindeling gebruikt.

  • Als de bestandsnaam samenvalt met de naam van een ander bestand, wordt aan het einde een achtervoegselnummer toegevoegd.

  • Wanneer een back-up bestandsverzending niet normaal wordt voltooid, wordt er een foutrapport voor de TX-communicatie van het back-upbestand afgedrukt.

  • Standaardinstelling: [Uit]

Instellingen voor aantal keer opnieuw verzenden

Geef aan of automatisch opnieuw kiezen moet worden uitgevoerd wanneer een verzendfout optreedt tijdens het verzenden van een fax via geheugenverzending, back-upverzending of mapoverdracht. Deze instelling is van kracht bij gebruik van een andere verzendmethode dan Internetfax. Wanneer u [Aan] in [Opnieuw verzenden] specificeert, geef dan op hoe vaak het verzenden herhaald moet worden in [Aantal keer opnieuw verzenden].

  • Standaard

    • Aantal opnieuw verzenden bij geheugenverzending: [Aan], [4] keer

    • Aantal keer opnieuw verzenden van back-upbestand: [Aan], [191] keer

    • Aantal opnieuw verzenden bij mapoverdracht: [Aan], [143] keer

Onjuiste verzendingen voorkomen

Het apparaat configureren om te voorkomen dat de verkeerde faxbestemming wordt geselecteerd.

  • Bestemmingen vóór verzending tonen

    Geef aan of het bevestigingsscherm weergegeven moet worden nadat er op [Start] is gedrukt. Deze functie is niet beschikbaar wanneer u gebruikmaakt van Direct kiezen en handmatig kiezen.

    • Standaardinstelling: [Uit]

  • Bestem. meerdere keren invoeren

    Geef aan of het getal nogmaals ter bevestiging moet worden ingevoerd. Wanneer de bestemming een IP-fax is, is deze functie alleen beschikbaar voor [Fax (klassiek)] en [Snelle fax].

    • Standaardinstelling: [Uit]

  • Verzending naar meerdere bestemmingen

    Geef aan of het al dan niet is toegestaan om twee of meer bestemmingen tegelijk op te geven. Als dat niet is toegestaan, kan er ook geen groepsbestemming worden opgegeven.

    • Standaardinstelling: [Niet verbieden]

  • Prompt voor meerdere bestem. weergeven

    Geef aan of het bevestigingsbericht moet worden weergegeven als er een bestemming wordt toegevoegd.

    • Standaardinstelling: [Uit]

Voorkomen dat faxen naar een verkeerde bestemming worden verstuurd

Opgeslagen faxbestanden automatisch verwijderen

(Deze instellingsoptie is alleen geldig wanneer [Fax (klassiek)] wordt gebruikt.)

Geef aan of opgeslagen verzonden documenten op de documentserver automatisch moeten worden verwijderd.

  • Standaardinstelling: [Zelfde als systeeminstellingen]

E-mailadres/mappad in communicatielogboek

Geef aan of het e-mailadres of het mappad moet worden weergegeven in plaats van de naam van de bestemming in het bestemmingsveld van de verzendgeschiedenis wanneer u een document naar een in het adresboek opgeslagen bestemming verzendt of doorstuurt.

  • Standaardinstelling: [Niet weergeven]