Koptekst overslaan
 

Knoppen

Deze afbeelding toont het bedieningspaneel van de A3-printer.

Genummerde afbeelding van het bedieningspaneel

  1. [Fijn]-knop

    Druk hierop om de fijne afdrukmodus te selecteren. Zie Modus Fijn.

  2. [Gebruikersinstellingen]-knop

    Druk op deze knop om de standaard instellingen aan te passen aan uw eisen. Zie Menu Gebruikersinstellingen.

  3. [Beeldbelichting]-knop

    Druk op deze knop als u afdrukken lichter of donkerder wilt maken. Zie Beeldbelichting aanpassenBelichting van het afdrukbeeld.

  4. [Online]-knop

    Zie Online afdrukken.

  5. [Automatisch online]-knop

    Zie Online afdrukken.

  6. [Escape]-knop

    Druk op deze toets om een geselecteerde optie of ingevoerde gegevens te annuleren en terug te keren naar het vorige display.

  7. [Pijl-links] [Pijl-rechts]-knoppen

    Druk op deze knoppen om een optie op het display te selecteren.

  8. [OK]-knop

    Druk op deze knop om uw selectie of ingevoerde gegevens te bevestigen.

  9. [Programmeren]-knop

    Druk op deze knop om afdrukinstellingen op te slaan of opgeslagen afdrukinstellingen op te roepen. Zie Vaak gebruikte functies opslaan.

  10. [Instellingen verwijderen/Energiespaarstand]-knop

    • Instellingen verwijderen

      Druk op deze knop om reeds ingevoerde afdrukinstellingen te wissen.

    • Energiespaarstand

      Druk op deze knop om het apparaat in de energiespaarstand te zetten of er weer uit te halen. Zie Energie besparen.

  11. [Proefafdruk]-knop

    Druk op deze knop om een proefafdruk te maken.

  12. [Automatische cyclus]-knop

    Druk op deze knop om in één keer masters en afdrukken te maken. Zie Basisprocedure.

  13. Knop voor [Afdrukken]-modus

    Druk hierop om de afdrukmodus te selecteren.

  14. Knop voor [Master maken]-modus

    Druk hierop om de masteraanmaakmodus te selecteren.

  15. [Start]-knop

    Druk hierop om masters te maken of om het afdrukken te starten.

  16. [Wis/Stop]-knop

    Druk op deze knop om een ingevoerd nummer te wissen of om het afdrukken te stoppen.

  17. [Scherp]-knop

    Druk op deze knop om ingevoerde gegevens te bevestigen.

  18. Cijfertoetsen

    Druk hierop om het gewenste aantal afdrukken en gegevens voor bepaalde modi in te voeren.

  19. [Afbeeldingspositie]-knoppen

    Druk hierop om een beeld naar voren of achteren te verplaatsen. Zie Afdrukvoorbeeld en aanpassing.

  20. [Pijl-links]- en [Pijl-rechts]-knoppen (afdruksnelheid)

    Druk hierop om de afdruksnelheid te wijzigen. Zie De afdruksnelheid wijzigen.

  21. [Geheugen/Groep]-knop

    Druk hierop om de modus Geheugen of Groep te selecteren. Zie Geheugen/Groep.

  22. [Combineren/Herhalen]-knop

    Druk hierop als u twee originelen wilt combineren op één afdruk. Zie Combineren.

    Druk op deze knop om een origineel te herhalen op dezelfde afdruk. Zie Herhalen.

  23. [Volledig formaat]-knop

    Druk op deze knop om afdrukken van volledig formaat te maken.

  24. [Verkleinen/Vergroten]-knop

    Druk hierop om een beeld met vooraf ingestelde verhoudingen te vergroten of te verkleinen. Zie Originelen verkleinen of vergroten.

  25. [Type origineel]-knop

    Druk op deze knop om de modus Tekst, Foto, Tekst/Foto of Potlood te selecteren. Zie Het origineeltype selecteren.

  26. [Job Reset]-knop

    Druk hierop om de optionele printercontroller te stoppen.

  27. [Economy-modus]-knop

    Druk hierop om het inktverbruik te verlagen. Zie Economy-modus.

  28. [Tint]-knop

    Druk op deze knop voor het maken van halftone-afdrukken. Zie De modus Tint.

  29. [Rand wissen]-knop

    Druk hierop om de marges van de afdrukken te wissen. Zie Modus Rand wissen.

  30. [Afbeelding zoomknop]- en [Afbeelding zoomknop]-knoppen (zoomen)

    Druk op deze knoppen om de reproductieverhouding aan te passen. Zie Inzoomen.

  31. [Toevoerinterval]-knop

    Druk hierop als u met toevoerintervals wilt afdrukken. Zie Afdrukken met toevoerinterval.

  32. [Beveiliging]-knop

    Druk op deze knop voor het afdrukken van vertrouwelijke documenten. Zie Modus Beveiliging.

  33. [Kwaliteitsstart]-knop

    Druk op deze knop om een aantal rotaties uit te laten voeren voordat het afdrukken begint. Zie Modus Kwaliteitsstart.