Koptekst overslaan
 

Combineren

Met deze functie kunt u twee originelen combineren op één vel papier.

Afbeelding van twee originelen combineren op één vel papier

Bij het combineren wordt het formaat van de twee originelen als volgt vergroot of verkleind:

Regio A pictogram(voornamelijk in Europa en Azië)

Origineel

A4Staand

B5Staand

A5Staand

B6Staand

Papier

A3Liggend

100%

115%

141%

163%

B4Liggend

87%

100%

122%

141%

A4Liggend

71%

82%

100%

115%

B5Liggend

61%

71%

87%

100%

A5Liggend

50%

58%

71%

82%

B6Liggend

--

50%

61%

71%

1Druk op de [Combineren/Herhalen]-knop.

Afbeelding Combineren/Herhalen-knop

2Gebruik [Pijl-links] [Pijl-rechts] om [2 combineren] te selecteren en druk vervolgens op de [OK]-knop.

Schermafbeelding bedieningspaneel

3Plaats het eerste origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.

Illustratie van de glasplaat

4Controleer of de [Master maken]-selectieknop brandt.

Als deze niet brandt, druk dan op de [Master maken]-selectieknop.

Afbeelding selectieknop Master maken

5Druk op de [Start]-knop.

Afbeelding knop Master maken

6Als het eerste origineel is gescand, plaats dan het tweede origineel met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat.

7Druk op de [Start]-knop.

Illustratie van Start-knop

Na de proefafdruk wordt automatisch begonnen met het afdrukken.

Opmerking

  • Wanneer de lengte van het eerste origineel korter is dan 91 mm (3,6 inch) wordt de modus Combineren uitgeschakeld.

  • U kunt het apparaat instellen om de modus Combineren of Herhalen automatisch te annuleren als u klaar bent. Raadpleeg voor meer informatie 4 Modusinstelling.

  • Afbeeldingen die zich minder dan 5 mm (0,2 inch) aan de bovenrand van het eerste origineel bevinden, worden niet afgedrukt. Ook alle afbeeldingen binnen 4 mm (0,16 inch) van de bovenrand van het tweede origineel worden niet afgedrukt. Als de afdruk zich te dicht bij de bovenrand bevindt, moet u een kopie van de originelen maken waarbij de afdruk verder van de bovenrand ligt. Maak vervolgens van deze kopieën afdrukken.

  • U kunt voor het eerste en tweede origineel verschillende afdrukinstellingen opgeven.

  • Controleer of de zijplaten van de papierinvoer licht contact maken met het papier. Doet u dit niet, dan worden de twee afbeeldingen op de afdrukken niet op de juiste wijze uitgelijnd.

  • Als u de afdruk eerst wilt controleren, drukt u op de [Automatische cyclus]-knop voordat u op de [Start]-knop drukt om de modus 'Automatische cyclus' uit te zetten. Zie Wanneer de modus Automatische cyclus is uitgeschakeld.