Met deze functie kunt u maximaal negen vaak gebruikte instellingen voor afdruktaken opslaan en later op afdruktaken toepassen.
![]()
De opgeslagen inhoud worden niet gewist, zelfs niet als u het apparaat uitzet.
De opgeslagen instellingen kunnen niet worden verwijderd. Om een instelling te wijzigen, overschrijft u deze met een nieuwe afdrukinstelling.
U kunt instellingen opslaan voor de volgende items:
Geheugen/Groep
Randen wissen
Vergroten/Verkleinen (presets)
Type origineel
Modus Fijn
Afdruksnelheid
Automatische cyclus
Combineren/Herhalen
U kunt geen instellingen opslaan voor de modus Beveiliging of de programmeringsfunctie.