Als de achterkant van afdrukken vies is, drukt u op de [Toevoerinterval]-knop om de drum tijdens de invoer van elk nieuw vel papier in plaats van één keer twee keer te laten draaien. Dit stelt u in de gelegenheid om de afdrukken één voor één van de papieruitvoerplank af te pakken of om een vel papier tussen twee afdrukken te voegen.
Druk op de [Toevoerinterval]-knop.

Plaats het origineel.
Controleer of de [Master maken]-selectieknop brandt.
Als deze niet brandt, druk dan op de [Master maken]-selectieknop.

Voer het gewenste aantal afdrukken in met de cijfertoetsen.

Druk op de [Start]-knop.

Na de proefafdruk wordt automatisch begonnen met het afdrukken.
![]()
U kunt zelf aangeven hoeveel keer de drum moet draaien als u het apparaat inschakelt. U kunt ook aangeven of het aantal rotaties tijdelijk of permanent moet worden gewijzigd als er op de [Toevoerinterval]-knop wordt gedrukt. Zie 4 Modusinstelling
.
U kunt 2 tot 9 rotaties instellen.
De standaardinstelling is 2.
Als u de afdruk eerst wilt controleren, drukt u op de [Automatische cyclus]-knop voordat u op de [Start]-knop drukt om de modus 'Automatische cyclus' uit te zetten. Zie Wanneer de modus Automatische cyclus is uitgeschakeld
.