Gebruik de snelheidsknoppen om de afdruksnelheid aan te passen aan het type afdrukpapier.
Druk op [
] om de snelheid te verhogen of [
] om de snelheid te verlagen.

![]()
De volgende snelheden zijn mogelijk:
Instelling 1:
60 vellen/minuut
Instelling 2:
75 vellen/minuut
Instelling 3:
90 vellen/minuut
Instelling 4:
105 vellen/minuut
Instelling 5:
130 vellen/minuut
De standaardinstelling is Instelling 3.
Instelling 5 kan niet gebruikt worden als de zijde van het papier 170 mm of kleiner is.