HandleidingenInhoudVorigeVolgende |
Het apparaat kan ontvangen documenten doorzenden met behulp van SUB-codes.
Originele documenten die zijn verzonden met een SUB-code die overeenkomt met de voor de Doorzendbox geprogrammeerde SUB-code, worden ontvangen en vervolgens doorgezonden naar een geprogrammeerde ontvanger.
Om ontvangen documenten door te kunnen sturen dienen er Doorzendboxen en Ontvangerstations te zijn ingesteld. Doorzendboxen kunnen worden geprogrammeerd in "Box instellingen" in het menu Faxeigenschappen. Voor nadere details over de programmeermethode, zie "Boxinstelling".
Als de opgegeven bestemming een e-mailadres is, wordt het ontvangen document als e-mail naar die bestemming verzonden.
Indien de ontvanger een internetfax/e-mailbestemming is, kan e-mail worden gecodeerd en doorgestuurd met een digitale handtekening. Gebruik zowel “Box instelling” in het menu Faxeigenschappen als Web Image Monitor om op te geven of codering en een digitale handtekening moeten worden toegepast. Voor informatie over Boxinstelling, zie “Algemene instellingen” of “Boxinstelling”.
Doorzendresultaten worden niet naar de verzoekende partij teruggestuurd.
U kunt vanaf elk willekeurige faxapparaat ontvangen gegevens doorzenden, ongeacht het merk van het apparaat.
Het menu Faxeigenschappen biedt een gebruikersparameterinstelling (schakelaar 32, bit 0) waarmee u een prioriteitsvolgorde voor alternatieve bestemmingen voor verzonden documenten kunt selecteren. Als deze parameter is ingesteld en de gespecificeerde ontvanger is een groepsbestemming die een adres bevat dat niet is geregistreerd voor het gespecificeerde verzendingstype, wordt het document gerouterd naar een alternatieve bestemming. Zie “Parameterinstellingen”.