HandleidingenInhoudVorigeVolgende |
U kunt het resultaat van verzending naar ontvangende stations controleren. Het apparaat drukt dit rapport af wanneer het gereed is met het verzenden naar ontvangende stations.
U kunt selecteren of het SUB-code doorzendrapport automatisch moet worden afgedrukt met de gebruikersparameter (schakelaar 04, bit 1) in het menu Faxeigenschappen.
U kunt instellen of een deel van de oorspronkelijke afbeelding op het rapport moet worden afgedrukt met de gebruikersparameter (schakelaar 04, bit 7) in het menu Faxeigenschappen.
Zie "Parameterinstellingen" voor meer informatie over Parameterinstelling.
"Niet geprogrammeerd" geeft aan dat het document niet kon worden verzonden, omdat de eindontvanger niet geprogrammeerd is.
"--" geeft aan dat het e-mailbericht of internetfaxdocument naar de e-mailserver was gestuurd, die in dit apparaat is geprogrammeerd.
Voor het maximum aantal bestemmingen dat u kunt registreren in een groep, zie "Maximum waarden".