GebruikershandleidingIM C300/C300F/C300FLT/C400F/C400SRF/C400FLT

De LDAP-server registreren

U kunt gebruikersinformatie zoeken die op de LDAP-server is opgeslagen. Gebruik deze voor de volgende doeleinden:

  • Wanneer u bestanden per e-mail verzendt onder de scanner- of faxfunctie, kunt u in het adresboek op de server zoeken en het e-mailadres opgeven.

  • Log in op het apparaat met de verificatieinformatie die op de server is geregistreerd.

Opmerking

1Log in als apparaatbeheerder op het bedieningspaneel van het apparaat.

Inloggen op het apparaat als beheerder

2Druk op het Home-scherm op [Instellingen].

Afbeelding van bedieningspaneel

3Druk in het instellingenscherm op [Systeeminstellingen].

Afbeelding van bedieningspaneel

4Druk op [Instellingen voor beheerder][Verificatie/Kosten][Beheerdersverif./Verif. gebruik.beheerder/Verif. toepas.beheerder][LDAP-server registreren/wijzigen/verwijderen].

5Selecteer een niet geregistreerde optie, en druk vervolgens op [Registreren/Wijzigen].

6Voer de gegevens van de LDAP-server in.

Afbeelding van bedieningspaneel
  • Naam: geef een registratienaam op. Met de naam wordt de server van een andere LDAP-server onderscheiden.

  • Servernaam: voer de hostnaam of het IPv4-adres van de LDAP-server in.

  • Zoek basis: selecteer een hoofdmap om een zoekopdracht te starten. E-mailadressen die in deze map zijn opgeslagen, zijn zoekdoelen wanneer bestanden met de scanner- of faxfunctie worden verzonden.

  • Poortnummer: voer het poortnummer in dat wordt gebruikt voor de communicatie met de LDAP-server.

  • Gebr. beveil. verbinding (SSL): wanneer dit is ingesteld op [Aan], wordt het poortnummer gewijzigd in 636.

    Wanneer het is ingesteld op [Uit], kunnen er beveiligingsproblemen optreden.

    Netwerkcommunicatie coderen

  • Verificatie: selecteer de verificatiemethode volgens de verificatie-instellingen van de LDAP-server.

    • Kerberos-verificatie: verificatie wordt uitgevoerd op de KDC-server. Het wachtwoord is beveiligd met codering en wordt vervolgens naar de KDC-server verzonden.

      Wanneer u [Kerberos-verificatie] selecteert, geeft u het volgende op:

      • Gebruikersnaam, Wachtwoord: voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in van het account dat om zoeken naar de LDAP-server vraagt (beheerder of vertegenwoordiger). Voor de zoekopdracht met de verificatie-informatie van de gebruiker, voert u deze niet in.

        U kunt door het adresboek bladeren in plaats van rechtstreeks de gebruikersnaam en het wachtwoord in te voeren.

      • Realmnaam: selecteer de realmnaam. Registreer de Realm vooraf.

        Registratie van het domein

    • Digest-verificatie: verificatie wordt uitgevoerd op de LDAP-server. Deze methode is alleen beschikbaar op een server die LDAP-versie 3.0 ondersteunt. Het wachtwoord is beveiligd met codering en wordt vervolgens naar de LDAP-server verzonden.

    • Cleartext verificatie: het wachtwoord wordt zonder codering naar de LDAP-server verzonden.

    • Uit: selecteer dit wanneer serververificatie niet is vereist.

    • Japanese tekenset: selecteer de Japanse tekenset die wordt gebruikt op de LDAP-server (indien van toepassing).

7Druk op [Verbindingstest].

8Nadat u de verbinding met de LDAP-server heeft gecontroleerd, stelt u de zoekvoorwaarden of de naam van de toetsweergave in.

Afbeelding van bedieningspaneel
  • Zoekvoorwaarden: geef de kenmerken op als trefwoorden voor zoekvoorwaarden, Naam, E-mailadres, Faxnummer, Bedrijfsnaam of Afdelingsnaam, waarbij u maximaal 64 tekens kunt gebruiken. Bevestig en geef de serveromgeving op die moet worden gebruikt. Daar kenmerken worden gebruikt voor zoeken in het adresboek van de LDAP-server, wordt een zoekopdracht uitgeschakeld als er geen kenmerken worden ingevuld.

  • Zoekopties: geef [Kenmerk] en [Weergavenaam] op, overeenkomstig de server die u gebruikt.

    • Kenmerk: voer zo nodig het kenmerk voor optionele zoekvoorwaarden in. Als u bijvoorbeeld met behulp van het werknemersnummer wilt zoeken, registreert u "employeeNo" als kenmerk. Nadat de zoekopties zijn opgeslagen, registreert u de namen van de toetsweergaven.

    • Weergavenaam: voer de weergavenaam in van de kolom waarin de zoekopties zijn ingevoerd. Als de zoekoptie bijvoorbeeld het werknemersnummer is, registreert u "employeeNo".

9Druk op [OK].

10Druk op [Sluiten].

11Druk op [Home] (Afbeelding van bedieningspaneel), en log vervolgens uit bij het apparaat.

Opmerking

  • Als u de opgeslagen LDAP-server wilt wijzigen/verwijderen, selecteert u de naam van de gewenste LDAP-server, en drukt u vervolgens op [Registreren/Wijzigen] of [Verwijderen].