Koptekst overslaan
 

In deze sectie worden de instellingen beschreven die gedaan kunnen worden in [Systeem].

Afdrukfoutrapport

U kunt opgeven of een foutrapport afgedrukt moet worden als er een printer- of geheugenfout optreedt.

Standaardinstelling: [Uit]

  • Aan

  • Uit

Automatisch doorgaan

U kunt opgeven of u wilt blijven afdrukken na een systeemfout. Als u deze instelling inschakelt, geef dan op hoe lang de printer de fout moet weergeven voor het afdrukken hervat wordt.

Als [Automatisch doorgaan] is ingesteld en een bepaalde printerfout treedt op in de printer tijdens het afdrukken, dan kan de taak geannuleerd worden, of niet naar behoren afgedrukt worden. Wanneer een taak als gevolg van een fout wordt geannuleerd, begint de printer automatisch aan de volgende taak in de wachtrij.

Standaardinstelling: [Uit]

  • Uit

  • Direct

  • 1 minuut

  • 5 minuten

  • 10 minuten

  • 15 minuten

Geheugenoverloop

U kunt opgeven of u een foutrapport over geheugenoverloop wilt afdrukken.

Standaardinstelling: [Niet afdrukken]

  • Niet afdrukken

  • Fouteninformatie

Fout. afdr.tkn autom annul

U kunt opgeven of een afdruktaak automatisch geannuleerd moet worden als een fout optreedt en taken die ontvangen zijn voor de fout optrad.

Standaardinstelling: [Uit]

  • Aan

  • Uit

Printertaal

U kunt de printertaal specificeren.

Standaardinstelling: [Automatisch]

  • Automatisch

  • PCL

  • PS

  • PDF

Subpapierformaat:

U kunt opgeven of het formaat van het papier automatisch wordt omgeschakeld of niet als het papier van het opgegeven formaat niet in de lade ligt.

Deze functie ondersteunt alleen automatisch overschakelen tussen de papaierformaten A4 en Letter (8 1/2" x 11").

Het omschakelen van papier kan ertoe leiden dat paginaranden worden afgesneden en tot andere ongewenste afdrukresultaten. Dit wordt veroorzaakt door het verschil in de maximale afdrukbare zone van A4 en Letter (8 1/2" x 11").

Standaardinstelling: [Automatisch]

  • Automatisch

  • Uit

Standaard Printertaal

U kunt de printertaal selecteren die gebruikt moet worden als de printer geen printertaal detecteert.

Standaardinstelling: [PCL]

  • PCL

  • PS

  • PDF

Slaapstand

U kunt het energieverbruik van de printer verminderen wanneer de printer niet in gebruik is.

Slaapstand aan/uit

U kunt selecteren of u de modus Slaapstand in of uit wilt schakelen.

Standaardinstelling: [Aan]

  • Aan

  • Uit

Timer slaapstand

U kunt ook de tijdsduur opgeven die de printer wacht voordat het apparaat overgaat in de modus Slaapstand. De printer gaat uit zichzelf in de Slaapstand als er geen enkele gebruiker het apparaat heeft gebruikt gedurende de opgegeven tijdsduur. Indien de printer zich in de Slaapstand bevindt, duurt het langer voordat de printer begint met afdrukken.

Standaardinstelling: [1 minuut]

  • 1 minuut

  • 5 minuten

  • 15 minuten

  • 30 minuten

  • 45 minuten

  • 60 minuten

  • 120 minuten

  • 240 minuten

Fus. uitzet.(en.sp)Aan/uit

Fus. uitzet.(en.sp)Aan/uit

U kunt opgeven of u de slaapstand wilt gebruiken.

Standaardinstelling: [Uit]

  • Aan

    Schakelt de energiespaarstand in. Met deze instelling wordt het energieverbruik nog verder verlaagt, maar het kan langer duren voor de printer uit de energiespaarstand is.

    Al u [Aan] kiest, kunt u de instelling [Uitzetmodus fus.eenh afslt] en [Fusing Unit Off Mode Timer] opgeven.

  • Uit

    Schakelt de energiespaarstand uit.

Uitzetmodus fus.eenh afslt

U kunt de conditie opgeven wanneer de printer de energiespaarstand uitschakelt.

Standaardinstelling: [Bij afdrukken]

  • Bij afdrukken

    De printer schakelt de energiespaarstand uit als een afdruktaak wordt uitgevoerd.

  • Bij bediening bedien.pan.

    De printer schakelt de energiespaarstand uit als een knop op het bedieningspaneel ingedrukt wordt.

Timer uitzetmodus fus.eenh

U kunt de tijd opgeven die de printer wacht voordat de energiespaarstand ingeschakeld wordt.

De timer wordt hersteld als een knop op het bedieningspaneel wordt ingedrukt of een afdruktaak wordt uitgevoerd.

Standaardinstelling: [10 seconden]

  • 10 seconden

  • 30 seconden

  • 1 minuut

  • 15 minuten

  • 30 minuten

  • 60 minuten

  • 120 minuten

  • 240 minuten

Het Timer uitzetmodus fus.eenh wordt hersteld als:

  • Er afgedrukt wordt

  • Het [Onderhoud]-menu open is terwijl [Uitzetmodus fus.eenh afslt] ingesteld is op [Bij afdrukken]

  • Een toets op het biedieningspaneel wordt ingedrukt als [Uitzetmodus fus.eenh afslt] ingesteld is op [Bij bediening bedien.pan.]

Wekelijkse timer

U kunt de timer instellen voor het iedere dag of op specifieke dagen van de week uitschakelen van de printer en de stroomtoevoer of het in- en uitschakelen van de Slaapstand. Gedetailleerde instellingen voor de Wekelijkse timer kunnen ingesteld worden met behulp van Web Image Monitor.

Om de Wekelijkse timer te gebruiken, is het noodzakelijk om de datum en tijd in te stellen voor de interne klok van de printer met behulp van het bedieningspaneel. Raadpleeg voor meer informatie Timerinstellingen.

Als Wekelijkse timer ingesteld is op [Dagelijks (ingest. dr WIM)] of [Dag v week (vooraf ingest)], gaat de printer niet aan als [Instelling uitzetmodus] in [ECO Night Sensor] ingesteld is op [Stroom uit en weer aan] en de tijd voor het inschakelen van de hoofdstroom gespecifieerd in [Timer voor aanzetten] verstrijkt.

Standaardinstelling: [Inactief]

  • Dagelijks (ingest. dr WIM)

  • Dag v week (vooraf ingest)

  • Inactief

Code wekelijkse timer

Om deze instelling te configureren moet beheerdersverificatie ingeschakeld zijn. Voor meer informatie raadpleegt u de Veiligheidshandleiding.

U kunt een wachtwoord (maximaal 8 cijfers) instellen voor de wekelijkse timer. Als het wachtwoord ingesteld is, wordt het scherm voor het wachtwoord weergegeven als de printer uitgeschakeld wordt of in de slaapstand gezet wordt door de wekelijkse timer. Voer het wachtwoord in om de printer in te schakelen of de slaapstand uit te schakelen.

Als u de Wekelijkse timercode instelt op [Uit], hoeft u geen wachtwoord in te voeren om de printer te laten ontwaken.

Standaardinstelling: [Uit]

ECO Night Sensor

Met de ECO Night Sensor (lichtsensor) kan de printer automatisch de stroom in- en uitschakelen als veranderingen van (dag)licht waargenomen worden.

Instelling uitzetmodus

U kunt opgeven hoe de printer handelt als de ECO Night Sensor een verandering van (dag)licht waarneemt.

Als Wekelijkse timer ingesteld is op [Dagelijks (ingest. dr WIM)] of [Dag v week (vooraf ingest)], gaat de printer niet aan als [Instelling uitzetmodus] in [ECO Night Sensor] ingesteld is op [Stroom uit en weer aan] en de tijd voor het inschakelen van de hoofdstroom gespecifieerd in [Timer voor aanzetten] verstrijkt.

Standaardinstelling: [Stroom Uit]

  • Stroom uit

    De printer zet de hoofdstroom uit als de Eco Night Sensor een laag (dag)lichtniveau waarneemt.

  • Stroom uit en weer aan

    De printer zet de hoofdstroom uit bij het waarnemen van een afname van het (dag)lichtniveau en zet de hoofdstroom aan bij het waarnemen van een toename van het (dag)lichtniveau.

  • Inactief

    De ECO Night Sensor is uitgeschakeld.

Timer voor uitzetten

U kunt opgeven hoe lang de printer wacht met het uitschakelen van de hoofdstroomschakelaar als de ECO Night Sensor een laag (dag)lichtniveau waarneemt.

De timer wordt hersteld als:

  • De sensor veranderingen waarneemt in het (dag)lichtniveau.

  • Een toets op het bedieningspaneel ingedrukt wordt of een afdruktaak wordt uitgevoerd.

  • De hoofdstroomschakelaar wordt ingeschakeld.

  • Het configuratiescherm van de printer wordt weergeven op het bedieningspaneel.

  • De printerinstellingen worden veranderd met behulp van Web Image Monitor.

  • De printerinstellingen worden geïmporteerd of geëxporteerd.

  • Een programma wordt gedownload.

  • De printer ontwaakt uit de energiespaarstand.

  • De printer schakelt over naar de slaapstand.

Standaardinstelling: [120 minuten]

  • 1 minuut

  • 5 minuten

  • 30 minuten

  • 60 minuten

  • 120 minuten

Timer voor aanzetten

U kunt opgeven hoe lang de printer wacht voordat hij de hoofdstroomschakelaar inschakelt als de ECO Night Sensor een toename van het (dag)lichtniveau waarneemt.

De timer wordt hersteld als:

  • De sensor veranderingen waarneemt in het (dag)lichtniveau.

  • De ECO Night Sensor instelling wordt veranderd.

  • De hoofdstroomschakelaar wordt ingeschakeld.

  • De printer schakelt over naar de slaapstand.

Standaardinstelling: [1 minuut]

  • 1 minuut

  • 5 minuten

  • 30 minuten

  • 60 minuten

  • 120 minuten

Niveau belichtingssensor

Belicht.niv. vr uitzetten

U kunt de belichtingsdrempel voor de sensor instellen die de hoofdstroomschakelaar uitschakelt.

Standaardinstelling: 0

  • 0 (Donker) - 15 (Licht)

    Niveau 0 (zeer donker): gelijkwaardig aan een maanverlichte nacht

    Niveau 5 (donker): gelijkwaardig aan een weinig verlichte kamer

    Niveau 7 (duister): gelijkwaardig aan een kamer bij zonsondergang

    Niveau 9 (helder): gelijkwaardig aan een fel belichte kamer 's nachts

    Niveau 15 (zeer licht): gelijkwaardig aan een kamer belicht met zon

Belicht.niv. vr aanzetten

U kunt de belichtingsdrempel voor de sensor instellen die de hoofdstroomschakelaar inschakelt.

Standaardinstelling: 8

  • 0 (Donker) - 15 (Licht)

    Niveau 0 (zeer donker): gelijkwaardig aan een maanverlichte nacht

    Niveau 5 (donker): gelijkwaardig aan een weinig verlichte kamer

    Niveau 7 (duister): gelijkwaardig aan een kamer bij zonsondergang

    Niveau 9 (helder): gelijkwaardig aan een fel belichte kamer 's nachts

    Niveau 15 (zeer licht): gelijkwaardig aan een kamer belicht met zon

U kunt een lagere waarde instellen voor [Belicht.niv. vr uitzetten] dan voor het [Belicht.niv. vr aanzetten].

Elk niveau wordt uitgelegd aan de hand van een normaal (dag)lichtniveau als indicatie. Het werkelijke belichtingsniveau kan verschillen afhankelijk van de omgeving waar de printer wordt gebruikt.

Zwart-witafdruk prioriteit

U kunt opgeven of u het verbruik van kleurentoner wilt verminderen.

Standaardinstelling: [Uit]

  • Aan

  • Uit

Gecomprimeerde gegevens afdrukken

Hier kunt u opgeven of u gecomprimeerde gegevens wilt afdrukken. Het ondersteunde compressieformaat is GZIP.

Standaardinstelling: [Uit]

  • Aan

  • Uit

Geheugengebruik

U kunt selecteren of het geheugen van Prioriteit lettertype of Prioriteit kaders gebruikt wordt.

Standaardinstelling: [Prioriteit kaders]

  • Prioriteit lettertype

    Wijst meer geheugen toe aan het PDL-werkgebied. Kies deze instelling als het afdrukken mislukt vanwege ontoereikend geheugen.

  • Prioriteit kaders

    Wijst meer geheugen toe voor beeldverwerking. Selecteer deze instelling om de afdruksnelheid te verhogen. Afhankelijk van het document dat u aan het afdrukken bent, is deze instelling mogelijk niet van kracht.

Z-W paginadetectie

U kunt opgeven of zwart-wit afbeeldingen per pagina of per document moeten worden herkend. Gebruik de functie voor zwart-wit-herkenning om alle zwart-wit afbeeldingen in de zwart-wit stand af te drukken, ook als afdrukken in kleur is opgegeven.

Standaardinstelling: [Pertaak]

  • Per pagina

  • Per taak

Spoolafdrukken

Hier kunt u opgeven of gegevens moeten worden opgeslagen op de harde schijf voordat u gaat afdrukken. Bij spoolafdrukken wordt een verzonden afdruktaak tijdelijk opgeslagen in de printer, waarna deze wordt afgedrukt. Deze functie is alleen beschikbaar als de optionele harde schijf geïnstalleerd is.

Standaardinstelling: [Uit]

  • Aan

  • Uit

RAM schijf

Als de harde schijf niet is geïnstalleerd voor PDF Direct Print, moet u een waarde van 2 MB of hoger selecteren. Deze functie wordt alleen weergegeven als er geen harde schijf is geïnstalleerd. Voor meer informatie over de optionele SDRAM-module, zie Het installeren van de SDRAM-module .

Standaardinstelling: [4 MB]

  • 0 MB

  • 2 MB

  • 4 MB

  • 8 MB

  • 16 MB

Auto melden per E-mail

Hier kunt u aangeven of u een foutmelding wilt verzenden naar een vooraf ingesteld e-mailadres wanneer zich een fout voordoet in de printer. Na het wijzigen van de instelling zet u de printer even uit en vervolgens weer aan. Zie voor meer informatie de Help-functie van Web Image Monitor.

Standaardinstelling: [Aan]

  • Aan

  • Uit

Serienummer apparaat

U kunt het serienummer van de printer bevestigen.