![]() ![]() | ![]() | ||
U kunt bevestigen dat verzonden documenten correct ontvangen zijn met behulp van e-mail of het Journaal.
De ontvanger stuurt een ontvangstbericht terug. Zodra het ontvangstbericht is ontvangen, verschijnt “OK” in de kolom Resultaat van het Journaal, waarmee de verzender kan controleren of de verzending ontvangen is.
![]()
De functie Ontvangstbericht is alleen beschikbaar wanneer de ontvanger MDN (Message Disposition Notification) ondersteunt.
Plaats het origineel en selecteer de gewenste scaninstellingen.
Geef de afzender op.
Voor meer details, zie “Afzenderinstellingen”.
Druk op [TX modus].

Druk op [Ontv. Bevestiging] om deze te markeren.

Druk op [OK].
Het stand-byscherm verschijnt.
Om de instellingen te controleren, drukt u op [TX modus].
Geef een bestemming op en druk vervolgens op de [Start]-knop.
![]()
Wanneer de internetfax of het e-mailbericht niet normaal wordt ontvangen, verschijnt "Fout" in de resultatenkolom.
Alleen de laatste 50 communicaties verschijnen in het Journaal. Wanneer u geen ontvangstbevestiging ontvangt voordat de laatste 50 communicaties voltooid zijn, wordt "OK" niet afgedrukt in de kolom Resultaat van het Journaal. Dit kan gebeuren zelfs wanneer de mail op normale wijze is ontvangen bij de andere partij.
Indien u mailinglijstadressen opgeeft, moet u Ontv.Bevestiging niet selecteren. Anders ontvangt u meerdere ontvangstbevestigingen van e-mailontvangers en wordt de kolom Resultaat overschreven telkens wanneer een nieuwe ontvangstbevestiging wordt ontvangen. Als u echter een ontvangstbevestiging krijgt met een foutmelding, wordt “Fout” getoond in de kolom Resultaat. Deze kolom wordt dan niet overschreven, zelfs niet wanneer u na de foutmelding een ontvangstbevestiging met de status “OK” ontvangt.
Ontvangstbevestiging-resultaten worden alleen weergegeven in het Journaal. De kolom Resultaat in alle andere bestanden, lijsten en verzendrapporten toont "--".
Ontvangsbevestigingen worden niet opgeslagen in het Journaal.
U kunt selecteren of het apparaat de ontvangstbevestiging al dan niet afdrukt. Dit kan worden ingesteld met de gebruikersparameter (schakelaar 21, bit 0) in het menu Faxeigenschappen. Zie “Parameterinstellingen”.
U kunt een van de snelbedieningstoetsen programmeren met bewerkingen voor deze functie. Als u de Snelbedieningstoets gebruikt, kunt u stap 3 en 5 overslaan. Voor nadere details over de Snelbedieningstoets, zie “Algemene instellingen”.
U kunt geen Internetfax of e-mail broadcasten met behulp van Ontv. Bevestiging. De documenten worden verzonden naar de bestemmingen in de volgorde waarin ze zijn opgegeven.