GebruikershandleidingIM C300/C300F/C300FLT/C400F/C400SRF/C400FLT

Wanneer er een bericht verschijnt tijdens het gebruik van de scanfunctie

Opmerking

  • Druk bij het controleren of wijzigen van de instellingen in [Instellingen] op [Home] (Illustratie van het scherm van het bedieningspaneel) na het sluiten van [Instellingen].

Berichten die verschijnen op het bedieningspaneel

Meldingen

Oorzaak

Oplossing en verwijzing

“Alle gedetecteerde pagina's zijn blanco. Er is geen bestand aangemaakt.”

Het origineel is met de verkeerde zijde naar beneden geplaatst wanneer [Blanco pag. verw.] of [Blanco pag. verw.] in OCR is opgegeven.

  • Plaats tijdens het scannen het origineel met de te scannen zijde naar het glas gericht.

  • Plaats tijdens het scannen op de ADF het origineel met de te scannen zijn naar boven gericht.

Van alle pagina's in de gescande originelen is bepaald dat ze leeg moeten zijn wanneer [Blanco pag. verw.] is opgegeven.

Van alle pagina's in de gescande originelen is bepaald dat ze leeg moeten zijn wanneer [Blanco pag. verw.] in OCR is opgegeven.

Verander [Gebruikerstools][Scannereigenschappen][Scan][Blanco pagina detecteren][OCR gescande PDF: Gevoeligheid voor blanco pagina's] in [Gevoeligheidsniveau 1]. Het apparaat detecteert alleen een blanco pagina als het origineel volledig wit is.

Verlaag de waarde in [Gebruikerstools][Scannereigenschappen][Scan][Blanco pagina detecteren][Detectieniveau blanco pagina's].

“Verificatie van de bestemming is mislukt. Controleer de instellingen. Om de huidige status te controleren, drukt u op [Status scanbest.].”

De gebruikersnaam/het wachtwoord voor SMTP-verificatie die zijn opgegeven voor het verzenden van de e-mail zijn onjuist.

Selecteer de bestemming in het adresboek, druk op [Bewerken], en controleer de instelling op het tabblad [Bestemming][E-mailadres].

De gebruikers-ID/het wachtwoord die zijn opgegeven in de bestemmingsmap in Verzenden naar map zijn onjuist.

  • Selecteer de doorstuurbestemming in het adresboek, druk op [Bewerken], en controleer de informatie die is geregistreerd op het tabblad [Bestemm.][Map][Mapverificatie-informatie].

  • Als u "@domeinnaam" achter de gebruikersnaam zet, wordt het probleem waarschijnlijk opgelost.

  • Wanneer er geen inlogwachtwoord is opgegeven op uw computer, geeft u een inlogwachtwoord op de computer op en registreert u dit op het apparaat.

“Kan geen toegang verkrijgen tot het geheugenopslagapparaat.”

Een SD-kaart of USB-flashgeheugen kan niet worden gebruikt.

  • Controleer of de externe media is geformatteerd in FAT16 of FAT32 en of schrijfversleuteling of -beveiliging niet is ingeschakeld op de media.

  • Controleer of de externe media niet is aangetast of beschadigd.

“Kan het specifieke pad niet vinden. Controleer de instellingen a.u.b.”

Het apparaat of de computer is niet juist op met het netwerk verbonden.

Controleer of het apparaat of de computer juist met het netwerk is verbonden. Raadpleeg de netwerkbeheerder voor details over uw netwerkomgeving.

De computernaam of bestandsnaam die is gespecificeerd in de naam van het pad is onjuist.

Registreer de computernaam en de bestandsnaam opnieuw.

De firewall-functie is uitgeschakeld op de computer.

Registreer, in de firewall-functie op de computer, het IP-adres van het apparaat en de poort die wordt gebruikt voor het verzenden van bestanden als uitzonderingen.

U kunt het IP-adres controleren in [Status controleren] "Netwerk". Voor details van de poorten, zie:

Lijst van specificaties

“Controleer de richting van het origineel.”

Het origineel is in de verkeerde richting geplaatst.

De richting waarin het origineel geplaatst moet worden kan, afhankelijk van de combinatie van de gespecificeerde instellingen, verschillen. Zorg dat u het origineel in de juiste richting plaatst.

Een origineel plaatsen om te scannen

“Verbinding met de computer mislukt. Controleer de instellingen.”

Het apparaat of de computer is niet juist op met het netwerk verbonden.

Controleer of het apparaat of de computer juist met het netwerk is verbonden. Raadpleeg de netwerkbeheerder voor details over uw netwerkomgeving.

De computernaam of bestandsnaam die is gespecificeerd in de naam van het pad is onjuist.

Registreer de computernaam en de bestandsnaam opnieuw.

De firewall-functie is uitgeschakeld op de computer.

Registreer, in de firewall-functie op de computer, het IP-adres van het apparaat en de poort die wordt gebruikt voor het verzenden van bestanden als uitzonderingen.

U kunt het IP-adres controleren in [Status controleren] "Netwerk". Voor details van de poorten, zie:

Lijst van specificaties

“Kan geen verbinding maken met de bestemming. Controleer de instell. De ingevoerde padnaam is onjuist of de firewall- en beveil.instell blokkeren de netwerkverbinding. ”

De firewall-functie is uitgeschakeld op de computer.

Schakel het delen van bestanden en printers in bij de firewallfunctie op uw computer.

“Max. gegevenscapaciteit overschreden. Controleer de resolutie of verhouding en druk nogmaals op [Starten].”

De gegevens die zijn gescand door het specificeren van [Scanratio][Formaat specificeren] overschrijden de limiet.

  • Verlaag [Verzendinstellingen][Resolutie].

  • Specificeer een kleiner papierformaat in [Verzendinstell.][Scanratio][Formaat specificeren].

“Max. gegevenscapaciteit overschreden. Controleer de scanresolutie en XXX.”

(procedure beschreven in plaats van XXX)

Een origineel met groot formaat is gescand met hoge resolutie en de resulterende grootte van de gegevens overschrijdt de limiet.

  • Verlaag [Verzendinstellingen][Resolutie].

  • Specificeer een kleiner formaat in [Verzendinstellingen][Scanformaat].

“Maximale e-mailgrootte overschreden. Verzenden van e-mail is geannuleerd. Controleer [Max. e-mailgrootte] in Scannereigenschappen. ”

De grootte van het bestand per pagina heeft de in [Maximale e-mailgrootte] gespecificeerde maximale e-mailgrootte overschreden.

  • Specificeer een lagere waarde in [Verzendinstell.][Resolutie], of selecteer een kleiner papierformaat in [Verzendinstell.][Scanratio][Formaat specificeren].

  • U kunt de instelling [Maximale e-mailgrootte] wijzigen in [Instellingen][Scannereigenschappen][Verzendinstellingen][E-mail (grootte)]. Specificeer, om een e-mail op te delen die de maximumgrootte overschrijdt, [Ja (per pagina)] of [Ja (per max. formaat)] in [E-mail delen & verzenden].

“Max. aantal alfanumerieke tekens overschreden.”

Het aantal ingegeven tekens is groter dan het maximumaantal toegelaten,

Controleer het maximumaantal tekens.

De instellingswaarden van de verzendfunctie

“Kan geen verbinding maken met bestemming. Neem contact op met beheerder om dit te controleren. *Het juiste basiscertificaat is geregistreerd voor dit apparaat en deze bestemming. *De controlefunctie voor het basiscertificaat is niet per abuis ingeschakeld. ”

E-mail is verzonden naar de bestemming zonder een geïnstalleerd certificaat van de doelserver terwijl "Controle van basiscertificaat" is ingesteld op [Actief].

Neem contact op met de netwerkbeheerder. De netwerkbeheerder moet het basiscertificaat van de bestemmingsserver installeren in Web Image Monitor indien vereist, of "Controle van basiscertificaat" instellen op [Inactief].

Toegang tot onbetrouwbare websites controleren

“Onvoldoende geheugen op het geheugenopslagapparaat.”

Er is geen ruimte beschikbaar op de SD-kaart of het USB-flashgeheugen of het bestand kon niet worden opgeslagen vanwege onvoldoende ruimte op de media.

Wijzig de externe media. Bij het scannen van een origineel in de modus opgedeeld document of enkele pagina is het mogelijk dat de opgeslagen gegevens niet alle pagina's van het origineel bevatten. Wijzig de externe media en druk op [Opnieuw proberen] om het opslaan van de resterende gegevens te hervatten.

“Geheugenopslagapparaat niet gedetecteerd. Voer het apparaat in.”

Een SD-kaart of USB-flashgeheugen wordt niet correct herkend.

  • Gebruik een SD-kaart met een maximaal geheugen van 32 GB of een USB-stick met ondersteuning voor USB 2.0.

  • Een SD-kaart of USB-stick wordt in sommige situaties mogelijk niet herkend, bijvoorbeeld wanneer de media wordt ingevoerd voor de toepassing start. Voer de SD-kaart of USB-stick in nadat de toepassing is gestart.

  • Gebruik geen SD-kaart of USB-stick die niet is beveiligd of beschermd met een wachtwoord.

  • Gebruik voor FAT16 of FAT32 geformatteerde media.

  • Probeer een andere SD-kaart of USB-stick.

  • Zet het apparaat uit, wacht gedurende 10 seconden of meer na bevestiging dat de aan/uit-indicator uit is, en zet het apparaat opnieuw aan.

“Niet de hele afbeelding wordt gescand. Controleer de verhouding en druk nogmaals op [Starten].”

De schaalfactor die is gespecificeerd in [Scanratio] is te groot.

Specificeer een gelijkaardig waarde in [Verzendinstell.][Scanratio].

Het papierformaat dat is gespecificeerd in [Scanratio][Formaat specificeren] vereist een verkleining tot een waarde kleiner dan 25%.

Specificeer een papierformaat waarvoor een verkleiningsverhouding groter dan 25% is gespecificeerd in [Verzendinstell.][Scanratio][Formaat specificeren].

“Geprogrammeerd. Kan geen bestemming(en) programmeren die niet in het adresboek zijn opgeslagen.”

Een map gespecificeerd door handmatige invoer is opgenomen tussen de geprogrammeerde bestemmingen.

Registreer de bestemming in het adresboek van het apparaat en registreer het daarna in een programma.

“Geprogrammeerd. Kan mapbestemming(en) met beveiligingscode(s) niet programmeren.”

Een bestemming gespecificeerd met een beveiligingscode is opgenomen tussen de geprogrammeerde bestemmingen.

“Het e-mailadres voor SMTP-verificatie en het e-mailadres an de beheerder komen niet overeen.”

Het e-mailadres voor SMTP-authenticatie is niet geregistreerd in het e-mailadres van de beheerder.

Registreer het e-mailadres voor SMTP-verificatie op het tabblad [Gebruikerstools][Systeeminstellingen][Verzenden (e-mail/map)][E-mail][E-mailadres beheerder].

“Bevat enkele ongeldige bestemmingen. Wilt u alleen de geldige bestemmingen selecteren?”

De groep bevat een e-mailadres.

Druk, bij het verzenden van gegevens naar een andere bestemming dan het e-mailadres, op [Selecteren].

“Het programma is opgeroepen. Kan geen mapbestemming(en) oproepen met beveiligingscode(s).”

Een doelmap gespecificeerd met een beveiligingscode is opgenomen tussen de geprogrammeerde bestemmingen.

“De grootte van de gescande gegevens is te klein. Controleer de resolutie en verhouding en druk nogmaals op [Starten].”

De gescande gegevens door het specificeren van [Scanratio][Specificeer formaat] zijn te klein.

  • Vergroot [Verzendinstellingen][Resolutie].

  • Specificeer een groter papierformaat in [Verzendinstell.][Scanratio][Formaat specificeren].

“Verzending is mislukt. Onvoldoende geheugen op de harde schijf van de bestemming. Druk op [Status scanbest.] om de huidige status te controleren.”

De hoeveelheid beschikbare ruimte op de harde schijf op de computer van de bestemming, SMTP-server of FTP-server is onvoldoende.

Controleer of de hoeveelheid vrije ruimte voldoende is.

“Verzending is mislukt. Druk op [Status scanbest.] om de huidige status te controleren.”

Er deed zich een netwerkfout voor tijdens het verzenden van gegevens vanwege een bezet netwerk of een andere reden.

Raadpleeg de beheerder als na het opnieuw scannen van het origineel hetzelfde bericht wordt weergegeven.

Berichten die verschijnen op de computer

Meldingen

Oorzaak

Oplossing en verwijzing

“Log-in gebruikersnaam, Log-in wachtwoord of Driver coderingstoets is onjuist.”

De gebruikersnaam of het wachtwoord voor aanmelden dat werd ingegeven in “Algemene gebruikersauthentificatie” is onjuist.

Geef de juiste gebruikersnaam en het juiste wachtwoord voor aanmelden in bij “Algemene gebruikersauthentificatie” wat wordt weergegeven na het klikken op [Scan]. Vraag de gebruikersbeheerder om een gebruikersnaam en wachtwoord.

De versleutelingscode van de driver is niet juist geregistreerd in de TWAIN-driver.

Registreer de versleutelingscode op het tabblad [Details][Verifiëren] in de TWAIN-driver. Raadpleeg de netwerkbeheerder voor de versleutelingscode van de driver.

“Het verificatiewachtwoord en/of verificatie-algoritme kan onjuist zijn, of het apparaat biedt geen ondersteuning voor het verificatie-algoritme. A.u.b. controleren. ”

De SNMPv3 verificatiegegevens die zijn geregistreerd in Tool voor netwerkverbinding stemmen niet overeen met de gegevens op het apparaat.

Raadpleeg de netwerkbeheerder voor de SNMPv3-verificatiegegevens en wijzig de gegevens die zijn geregistreerd in Network Connection Tool.

De TWAIN Driver installeren

“Authentificatie is succesvol. De toegangsprivileges voor de scannerfunctie zijn geweigerd.”

De aangemelde gebruiker heeft geen toegangsrechten om de scannerfunctie te gebruiker.

Raadpleeg de gebruikersbeheerder. De gebruikersbeheerder kan de toegangsrechten in het adresboek wijzigen.

De beschikbare functies bevestigen

“Kan geen scanmodi meer toevoegen.”

Het maximumaantal scanmodi dat geregistreerd kan worden is hoger dan het maximumaantal (100).

Verwijder scanmodi die niet langer nodig zijn.

“Kan geen verbinding maken met de scanner. Controleer de instellingen voor het toegangsmasker van het netwerk in Gebruikersinstellingen.”

Een toegangsmasker is gespecificeerd.

Raadpleeg de beheerder.

“Kan de scanner niet vinden. Controleer of de scanner is ingeschakeld.”

De firewall-functie is uitgeschakeld op de computer.

Configureer de firewall-functie op de computer om communicatie toe te laten met de gebruikte toepassing of schakel de firewall-functie uit.

“Kan geen scangebieden meer opnemen.”

Het maximumaantal scangebieden die geregistreerd kunnen worden is hoger dan het maximumaantal (100).

Verwijder scangebieden die niet langer nodig zijn.

“Er is een communicatiefout op het netwerk opgetreden.”

Er is een communicatiefout op het netwerk opgetreden.

Controleer of de instellingen voor het communicatieprotocol (TCP/IP) juist zijn geconfigureerd op de computer.

“Ingevoerde Gebruikerscode is niet geregistreerd, of u heeft geen toegangsprivileges om de scannerfunctie te gebruiken. Neem a.u.b. contact op met uw beheerder.”

De juiste gebruikerscode wordt niet geregistreerd in de TWAIN-driver als gebruikerscode-authenticatie is gespecificeerd op het apparaat.

Registreer de gebruikerscode op het tabblad [Details][Verifiëren] in de TWAIN-driver. Raadpleeg de beheerder voor de gebruikerscode.

De gebruikerscode die is geregistreerd in de TWAIN-driver is niet toegewezen met de toegangsrechten om de scannerfunctie te gebruiken.

Raadpleeg de gebruikersbeheerder. De gebruikersbeheerder kan de toegangsrechten in het adresboek wijzigen.

De beschikbare functies bevestigen

“Er is een fout opgetreden in de scanner.”

De scantoestand die is gespecificeerd in de toepassing overschrijdt het bereik dat kan worden gespecificeerd op het apparaat.

Specificeer de scantoestand binnen het bereik dat kan worden gespecificeerd op het apparaat.

Lijst van specificaties

De driver werkt niet naar behoren.

  • Start de toepassing opnieuw op en voer het scannen opnieuw uit.

  • Installeer de TWAIN-driver opnieuw.

Een functie van het apparaat werkt tijdelijk niet naar behoren.

Zet het apparaat uit, wacht gedurende 10 seconden of meer na bevestiging dat de aan/uit-indicator uit is, en zet het apparaat opnieuw aan.

De stroom in-/uitschakelen

“Er is een fout opgetreden in de scanner.”

Er deed zich een fout voor in de driver of het besturingssysteem.

Start de computer opnieuw op.

Er is een probleem met de netwerkomgeving.

Controleer of de computer juist is verbonden met het netwerk en in een omgeving waarin het TCP/IP-protocol gebruikt kan worden.

“Er is een fatale fout opgetreden in de scanner.”

Er is een onherstelbare fout op het apparaat.

Overweeg het repareren van het apparaat.

“Onvoldoende geheugen. Sluit alle andere programma's en scan opnieuw.”

Er zijn andere toepassingen geopend op de computer en het beschikbare vrije geheugen is onvoldoende.

  • Sluit toepassingen op de computer.

  • Als er na het starten van de computers hetzelfde bericht wordt weergegeven terwijl er geen andere toepassingen zijn geopend, maak de installatie van de TWAIN-driver dan ongedaan, start de computer opnieuw op en installeer de TWAIN-driver opnieuw.

“Onvoldoende geheugen. Maak het scangebied kleiner.”

Het toegewezen geheugen voor de scannerfunctie is onvoldoende.

  • Verminder de scangrootte of -resolutie. U kunt de fout misschien ook oplossen door de helderheid te verlagen als Duotone (zwart en wit) of een hoge resolutie is gespecificeerd.

  • Specificeer [Geen compressie] op het tabblad [Basisinstellingen][Compressie] in de TWAIN-driver.

“Ongeldige Winsock-versie. Gebruik versie 1.1 of hoger.”

Winsock is beschadigd.

Herstel Winsock op de computer.

“De scanner is niet beschikbaar. Controleer de verbinding van de scanner.”

Het apparaat staat niet aan of is niet juist met het netwerk verbonden.

Controleer of het apparaat aan staat en juist met het netwerk is verbonden.

De firewall-functie is uitgeschakeld op de computer.

Configureer de firewall-functie op de computer om communicatie toe te laten met de gebruikte toepassing of schakel de firewall-functie uit.

Het IP-adres van het apparaat kon niet worden afgeleid van de de hostnaam.

Controleer of de hostnaam van het apparaat is geconfigureerd in de Network Connection Tool die tegelijkertijd met het TWAIN-stuurprogramma is geïnstalleerd.

De TWAIN Driver installeren

Het IPv6-adres kon niet verkregen worden als alleen IPv6 is ingeschakeld op het apparaat.

Log in bij de Web Image Monitor in de beheerdersmodus en selecteer [Active] in [IPv4] "LLMNR" onder [Apparaatbeheer][Configuratie] "Netwerk".

“Scanner is niet beschikbaar in het gespecificeerde apparaat.”

De TWAIN-scannerfunctie is uitgeschakeld op dit apparaat.

De TWAIN-scannerfunctie kan niet worden gebruikt.

“Scanner is niet gereed. Controleer de scanner en de opties.”

De ADF staat open.

Sluit de ADF.

“Het scannen is afgebroken, omdat het geheugen van de basiseenheid vol is.”

De hoeveelheid beschikbare ruimte op de harde schijf van het apparaat is onvoldoende als het scannen wordt uitgevoerd met het selectievakje [Read-ahead] op de TWAIN-driver aangevinkt.

  • Wis het vinkje in het selectievakje [Read-ahead] in de TWAIN-driver.

  • Wis documenten die niet meer nodig zijn van het apparaat.

“De authentificatie service van het apparaat kan niet uitgevoerd worden.”

Authenticatie kan niet worden uitgevoerd omdat de authenticatiedienst wordt opgestart of bezig is.

  • Als gebruikerscode of basisverificatie is opgegeven, wacht dan tot de verwerking van het adres van het apparaat is voltooid.

  • Als Windows- of LDAP-authenticatie is gespecificeerd, wacht dan tot de server klaar is voor verwerking. Raadpleeg uw beheerder als authenticatie zelfs niet na even te wachten mogelijk is.

“Er komt geen reactie van de scanner. Hier kunnen een aantal oorzaken aan ten grondslag liggen, bijvoorbeeld wanneer de gegevens tussen de computer en de scanner verloren zijn geraakt vanwege plotselinge drukte op het netwerk, de firewall in de antivirussoftware kan mogelijk actief zijn of er zijn mogelijk problemen met de hardware, etc. Indien u dit probleem niet kunt oplossen, bel dan de service-dienst.”

Het netwerk is bezet.

Wacht even.

De firewall-functie is uitgeschakeld op de computer.

Configureer de firewall-functie op de computer om communicatie toe te laten met de gebruikte toepassing of schakel de firewall-functie uit.

Het apparaat of de computer is niet juist op met het netwerk verbonden.

Controleer of het apparaat of de computer juist met het netwerk is verbonden.

“Gebruikersverificatie in SNMPv3 verbinding is mislukt.”

De verificatiegegevens zorgen onjuist geregistreerd in Network Connection Tool als SNMPv3-versleutelde communicatie is ingeschakeld op het apparaat.

Registreer de SNMPv3-verificatiegegevens in Network Connection Tool dat samen met het TWAIN-stuurprogramma op de computer is geïnstalleerd. Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor de SNMPv3 authenticatie-informatie.

De TWAIN Driver installeren