GebruikershandleidingIM C300/C300F/C300FLT/C400F/C400SRF/C400FLT

Maatregelen nemen tegen onbevoegde toegang

Stel het apparaat juist in en voorkom toegang door anderen vanuit een willekeurige locatie, om uw informatie te beschermen. U kunt onbevoegde toegang voorkomen door de gebruikers te beperken die het apparaat kunnen gebruiken, door codering of door het netwerk te beperken.

Afbeelding van maatregelen treffen om ongeoorloofde toegang te voorkomen

Gebruikersverificatie opgeven

Afbeelding van het opgeven van gebruikersverificatie

De beheerder registreert de gebruikers in het apparaat en alleen geregistreerde gebruikers kunnen het apparaat gebruiken.

Gebruikers verifiëren voor gebruik van het apparaat (gebruikersverificatie)

Het verificatiebeleid opgeven

Afbeelding van het opgeven van het verificatiebeleid

Geef op hoe vaak een verkeerd wachtwoord mag worden ingevoerd en de automatische duur tot uitloggen wanneer het apparaat gedurende een bepaalde periode niet wordt gebruikt. Zo beschermt u het apparaat tegen onbevoegde gebruikers.

Een inlog-/uitlogbeleid instellen

De netwerkverbinding beperken

Afbeelding van het beperken van de netwerkverbinding

Om bij TCP-/IP-communicatie de toegang vanaf een onbevoegde computer te blokkeren, beperkt u het bereik van IP-adressen dat toegang heeft tot het apparaat. Geef tevens de ongebruikte protocollen op om het risico op een inbreuk te verkleinen.

Toegangscontrole

De netwerkcommunicatie coderen

Verklein het risico op informatielekken door de communicatie tussen dit apparaat en de computers of externe apparaten te coderen. Codering vereist de installatie van een apparaatcertificaat.

Netwerkcommunicatie coderen