Koptekst overslaan
 

Als het afdrukken niet goed gaat

Er bevinden zich vegen toner op de afdrukzijde van de pagina.

  • Mogelijk is de papierinstelling niet juist. Misschien drukt u bijvoorbeeld af op dik papier, maar heeft u niet de instelling voor dik papier ingesteld.

  • Controleer de papierinstellingen.

  • Controleer de papierinstellingen van het printerstuurprogramma. Zie de helpfunctie van het printerstuurprogramma voor meer informatie.

  • Controleer of het papier niet is omgekruld of gebogen. Enveloppen krullen namelijk vaak om. Raadpleeg voor meer informatie Papierspecificaties.

Afgedrukte foto's zijn korrelig.

  • Door sommige toepassingen wordt het resolutieniveau verlaagd tijdens het uitvoeren van afdruktaken.

    Geef een verhoogd resolutieniveau op met behulp van de toepassingsinstellingen.

Een fijn dot-patroon kan niet worden afgedrukt.

  • Wijzig de instelling [Dithering:] in het dialoogvenster van het PostScript 3-printerstuurprogramma.

    Zie de helpfunctie van het printerstuurprogramma voor verdere informatie.

Volle lijnen worden afgedrukt als stippellijnen.

  • Wijzig de instelling [Dithering:] in het dialoogvenster van het PostScript 3-printerstuurprogramma.

    Zie de helpfunctie van het printerstuurprogramma voor verdere informatie.

De gehele afdruk is vaag.

  • Het papier is vochtig, waarschijnlijk doordat het niet op de juiste manier is bewaard. Gebruik papier dat op de juiste wijze is bewaard.

    Raadpleeg voor meer informatie Papierspecificaties.

  • Indien u [Aan] selecteert voor [Economy Color:] in het menu [Afdrukkwaliteit] in het dialoogvenster Printereigenschappen, dan zal er met een lagere afdrukdichtheid worden afgedrukt.

    Zie de helpfunctie van het printerstuurprogramma voor verdere informatie.

  • Toner is bijna op. Als het bericht "Toner is bijna op. " wordt weergegeven, vervang dan de tonercartridge. Raadpleeg voor meer informatie Tonercartridges vervangen.

  • Er heeft zich wellicht condens gevormd. Als er plotselinge veranderingen waren in temperatuur of vochtigheid, start de printer dan opnieuw op als hij geacclimatiseerd is.

Er treedt kleurverschuiving op.

Er verschijnen spikkels op effen zwarte vlakken.

  • Selecteer [CMY + K] voor [Grijsreproductie:] in het dialoogvenster van het printerstuurprogramma.

    Zie de helpfunctie van het printerstuurprogramma voor verdere informatie.

Er verschijnen witte of gekleurde strepen.

  • Toner is bijna op. Als het bericht "Toner is bijna op. " wordt weergegeven, vervang dan de tonercartridge. Raadpleeg voor meer informatie Tonercartridges vervangen.

  • Het papier is vochtig. Gebruik papier dat bij een juiste temperatuur en vochtigheid is opgeslagen.

    Er kunnen stukjes papier vastzitten aan de registratierol. Reinig de registratierol.

    Raadpleeg voor meer informatie De registratierol schoonmaken.

Afbeeldingen worden niet afgedrukt in de juiste positie.

Illustratie van afdrukpositie

  • De afdrukpositie aanpassen.

    Pas de afdrukpositie voor elke lade aan door de aanpassingswaarden van [Registratie] in [Kwaliteitsonderhoud] onder [Onderhoud] op te geven met behulp van het bedieningspaneel. Raadpleeg voor meer informatie Als de afdrukpositie verandert.

  • Stel de eindgeleider en beide zijgeleiders zo in dat deze geschikt zijn voor het papierformaat. Zie Papier in papierlades plaatsen.

Afbeeldingen worden onder een hoek afgedrukt.

Illustratie van afdrukpositie

Er verschijnen witte/zwarte lijnen.

Illustratie van afdrukpositie

  • Maak de LED-kop schoon. Raadpleeg voor meer informatie De LED-koppen reinigen.

  • De tussenliggende transfereenheid is vies. Volg de onderstaande procedure om de eenheid schoon te maken:

    1. Druk op de [Menu]-knop.

    2. Selecteer [Onderhoud] image Druk op [OK]

    3. Selecteer [Kwaliteitsonderhoud] image Druk op [OK]

    4. Selecteer [Schoonmaken] image Druk op [OK]

    Als het probleem nog steeds niet is opgelost, neemt u contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger.

Er verschijnen horizontale lijnen op het papier.

  • Schokken of stoten kunnen ervoor zorgen dat er lijnen op afdrukken of kopieën ontstaan en andere storingen veroorzaken.

    Bescherm de printer te allen tijde tegen schokken of stoten, vooral wanneer het apparaat aan het afdrukken is.

  • Indien er lijnen verschijnen op afdrukken, zet het apparaat dan uit, wacht een paar minuten en zet het apparaat vervolgens weer aan. Voer daarna de afdruktaak opnieuw uit.

De achterzijde van afdrukken is bevlekt.

  • Wanneer u een vel verwijdert dat is vastgelopen, kan de binnenkant van de printer vuil zijn geraakt. Druk verschillende vellen af totdat ze schoon worden afgedrukt.

  • Als het documentformaat het papierformaat overschrijdt, bijvoorbeeld in het geval van A4-afdrukken op B5-papier, kan de achterzijde van het daaropvolgende afgedrukte vel vlekken hebben.

Wanneer u er met uw vinger over wrijft, smeert u de afgedrukte toner uit.

  • Mogelijk zijn de papierinstellingen niet juist ingesteld. Misschien wordt bijvoorbeeld op dik papier afgedrukt, maar is de instelling voor dik papier niet opgegeven.

    • Controleer de papierinstellingen van de printer.

      Raadpleeg voor meer informatie Papierspecificaties.

    • Controleer de papierinstellingen van het printerstuurprogramma.

      Zie de helpfunctie van het printerstuurprogramma voor verdere informatie.

  • De fuseereenheid is achteruitgegaan of beschadigd. Vervang de eenheid.

    Raadpleeg voor meer informatie Andere verbruiksartikelen vervangen.

Bij het afdrukken op normaal papier zijn witte puntjes zichtbaar.

  • De registratierol of de papierlade is vies. Maak de registratierol of de papierlade schoon. Raadpleeg voor meer informatie Het onderhouden van uw printer.

Afbeeldingen worden gedeeltelijk afgedrukt.

De prestaties van de printer kunnen door vochtigheid of waterdruppels in de duplexeenheid worden beïnvloed. Stel in dat geval [Anti-vocht (wegval. voork)] in op [Aan]. Als er alleen bij dubbelzijdige afdrukken gedeeltes ontbreken, stel dan [Anti-druppel (2-zijd afdr)] in op [Aan].

Het papier wordt gekruld uitgevoerd.

Het papier kan vochtig worden en gaan krullen als het papier wordt bewaard in een omgeving met een hoge vochtigheid. Dit papier kan gekruld uitgevoerd worden als hierop wordt afgedrukt. Stel in dit geval [Krulpreventie] in op [Aan].