Bovenste pagina > Gebruiksaanwijzing > Afdrukken > Standaard afdrukken > Afdrukken met Mac OS X

Afdrukken met Mac OS X

Volg de onderstaande procedure om af te drukken met behulp van het printerstuurprogramma van PostScript 3 voor Mac OS X.

Nadat u een document hebt aangemaakt, opent u het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren] in de oorspronkelijke toepassing van het document.

Voor meer informatie over het weergeven van het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren], zie De eigenschappen van het printerstuurprogramma weergeven in Mac OS X .

Configureer de volgende instellingen:

Papierformaat:
Selecteer het formaat van het document.
Richting:
Selecteer de afdrukrichting van het document.
Kopieen:
Geef het aantal afdrukken op.
Gesorteerd (Pagina's sorteren:)
Geef op of de pagina's gesorteerd moeten worden.
Voor sommige versies van Mac OS X selecteert u [Paper Handling] of [Copies & Pages] in het pop-upmenu en vinkt u vervolgens het selectievakje [Collate:] aan.
Voor meer informatie over de sorteerfunctie, zie Sorteren .

Selecteer [Paper Input] in het pop-upmenu.

Selecteer de papierlade waarin zich het papier bevindt waarop u wilt afdrukken.

Als u [Automatisch selecteren] selecteert, wordt de papierlade automatisch geselecteerd aan de hand van het opgegeven papierformaat en -type.

Selecteer [Printereigenschappen] in het pop-upmenu.

Ga naar het menu "Feature Sets:" om de volgende instellingen te configureren:

Papiertype:
Selecteer het soort papier dat in de papierlade zit.
Kleurenmodus:
Selecteer [Kleur] voor kleurenafdrukken en [Zwart-wit] voor zwart-witafdrukken.

Wijzig andere afdrukinstellingen indien nodig.

U kunt de afdrukfuncties eenvoudig instellen in de pop-upmenu's van het printerstuurprogramma. Raadpleeg voor meer informatie Handige afdrukfuncties .

Begin met afdrukken vanuit het dialoogvenster [Afdrukken] van de toepassing.

Schakel de sorteerfunctie van de toepassing uit om de sorteerfunctie van de printer te gebruiken.