Afdrukken met Windows (PCL 5c)

De standaardinstelling is dubbelzijdig afdrukken. Als u op slechts één kant wilt afdrukken, selecteert u [Uit] voor de duplexinstelling.
Indien u een afdruktaak via USB 2.0 stuurt terwijl de printer zich in de energiespaarstand of de slaapstand bevindt, kan er mogelijk een foutmelding verschijnen na voltooiing van de afdruktaak. Als dit het geval is, controleer dan of het document afgedrukt is.

Nadat u een document hebt aangemaakt, opent u het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren] in de oorspronkelijke toepassing van het document.

Voor meer informatie over het weergeven van het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren], zie Het dialoogvenster met afdrukvoorkeuren weergeven in een toepassing .

Zorg ervoor dat het tabblad [Setup] geselecteerd is.

Configureer de volgende instellingen:

Job type:
Selecteer [Normale afdruk].
Kopieen:
Geef het aantal afdrukken op.
Richting:
Selecteer de afdrukrichting van het document.
Kleur/Zwart en wit:
Selecteer [Kleur] voor afdrukken in kleur of [Zwart-wit] voor afdrukken in zwdart-wit.

Klik op het tabblad [Papier].

Configureer de volgende instellingen:

Documentformaat:
Selecteer het formaat van het document.
Invoerlade:
Selecteer de papierlade waarin het papier zit waarop u wilt afdrukken.
Als u [Automatische ladekeuze] selecteert, wordt de papierlade automatisch geselecteerd aan de hand van het opgegeven papierformaat en -type.
Type:
Selecteer het soort papier dat in de papierlade zit.

Wijzig andere afdrukinstellingen indien nodig. Zie de helpfunctie van het printerstuurprogramma voor verdere informatie.

U kunt afdrukfuncties eenvoudig instellen op de tabbladen van het printerstuurprogramma. Raadpleeg voor meer informatie Handige afdrukfuncties .

Klik op [OK].

Begin met afdrukken vanuit het dialoogvenster [Afdrukken] van de toepassing.