Handleidingen
Inhoud
Vorige
Volgende
| | | |
| |||
| |||
| | | |
| HandleidingenInhoudVorigeVolgende | | |
Gebruik deze functie om een bestand in het apparaat op te slaan om het later via de computer of het bedieningspaneel af te drukken.
Taken worden, nadat ze zijn afgedrukt, niet verwijderd. Dezelfde taak hoeft dus niet opnieuw te worden verzonden voor het afdrukken van meerdere exemplaren.
Een opgeslagen afdrukbestand kan niet worden opgeslagen als:
Het totale aantal bestanden voor testafdrukken, beveiligde afdrukken, uitgestelde afdrukken en opgeslagen afdrukken in de printer hoger is dan 100 (het maximum aantal varieert, afhankelijk van de grootte van de bestanden).
het bestand meer dan 1000 pagina's bevat.
Het aantal verzonden of opgeslagen bestanden in het apparaat in totaal meer dan 9000 z/w-pagina's bedraagt. Het totaal varieert afhankelijk van de bestandgroottes.
Het PostScript 3-printerstuurprogramma is ook verkrijgbaar voor dit apparaat. Voor meer informatie over het installeren en configureren van het PostScript 3-printerstuurprogramma, zie het PostScript 3 Supplement.
Als een opgeslagen afdrukbestand niet goed is opgeslagen, controleer dan het foutenlogboek op het bedieningspaneel. Voor meer informatie over het foutenlogboek op het bedieningspaneel, zie "Het foutenlogboek controleren".
Zelfs nadat u het apparaat uitgeschakeld hebt, blijven opgeslagen documenten bestaan. De instellingen van [Tijd. afdr.taken autom. verw.] of [Opgesl. afdr.tk. autom. verw.] worden echter als eerste toegepast. Voor meer informatie over de instellingen voor automatisch verwijderen, zie "Systeem".
Controleer of het selectievakje [Sorteren toepassing negeren] in het printerstuurprogramma en het selectievakje [Sorteren] in het dialoogvenster [Afdrukken] van de toepassing, niet aangevinkt zijn. Opgeslagen afdrukbestanden worden namelijk standaard automatisch gesorteerd door het printerstuurprogramma. Als sorteren is ingeschakeld in de toepassing, dan worden er misschien meer afdrukken afgeleverd dan de bedoeling was.
U kunt tevens een documenttitel en wachtwoord voor een opgeslagen afdrukbestand invoeren. Voor meer informatie over het instellen van een wachtwoord, zie de Helpfunctie van het printerstuurprogramma.
 |
 | Copyright (C) 2011 |
