![]() ![]() ![]() | ![]() | ![]() | |
![]() | |||
![]() | |||
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
![]() | ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() | ![]() ![]() ![]() |
In dit onderdeel wordt het menu SMTP ontvangstinst. bestandsbez. onder Faxeigenschappen beschreven.
Wanneer een geverifieerd e-mailadres is ingesteld, wordt e-mail ontvangen van adressen die niet overeenkomen met het geverifieerde adres weggegooid en wordt een foutmelding teruggestuurd naar de SMTP-server.
Het geverifieerde e-mailadres wordt vergeleken met de adressen van e-mailbronnen, zoals wordt duidelijk gemaakt aan de hand van de volgende voorbeelden.
Als het geverifieerde e-mailadres is ingesteld op “@aaa.abcd.com”:
abc@aaa.abcd.com - geaccepteerd
def@aaa.xyz.com - niet geaccepteerd
abc@abcd.com - niet geaccepteerd
Zelfs wanneer het e-mailbericht wordt weggegooid, wordt er geen foutrapport gegenereerd.
Deze functie is beschikbaar op systemen waarbij routering via SMTP van ontvangen e-mails mogelijk is.
Druk op [Faxeigenschappen].
Druk op [Ontvangst instellingen].
Druk op [SMTP RX Inst. best.bez.].
Druk op [Aan].
Druk op [Wijzigen].
Voer het te verifiëren versturende e-mailadres in.
Als u een fout maakt, drukt u op [], [
], [Backspace] of [All.verwijd.] en voert u vervolgens het adres opnieuw in.
Druk op [OK].
Druk op [Beveiliging].
Als u de beveiligingsfunctie niet instelt, gaat u door naar stap 11.
Beveiliging wordt ingesteld om S/MIME verificatie te kunnen gebruiken. Raadpleeg de beheerder voor nadere details over de beveiligingsinstellingen.
Selecteer de beveiligingsfuncties.
Als u wilt dat documenten gecodeerd worden afgeleverd, drukt u op [Codering]. Als u de coderingsfunctie wilt gebruiken, moet u het adres in het Adresboek opslaan en de coderingsoptie inschakelen. Neem contact op met uw beheerder voor meer informatie over Codering.
Als u een handtekening wilt toevoegen aan te bezorgen documenten, drukt u op [Handtekening]. Raadpleeg de beheerder voor nadere details over Handtekening.
Druk op [OK].
Druk op [OK].
Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.
Als u een e-mailbestemming voor bezorging heeft opgegeven, dan kunt u het bestandsformaat opgeven dat voor bezorging moet worden gebruikt. Zie “Parameterinstellingen” (schakelaar 21, bit 3).
Selecteer [Alles coderen] in de coderingsinstellingen. Er wordt dan een gecodeerde e-mail verzonden, ongeacht de coderingsinstellingen in [Beveiliging]. Neem contact op met uw beheerder voor meer informatie over codering.
De elektronische handtekening wordt als volgt beperkt, afhankelijk van de S/MIME-instellingen in Web Image Monitor. Neem contact op met de beheerder voor meer informatie over de elektronische handtekening.
Als [Individueel instellen] is ingesteld:
U kunt [Handtekening] instellen in [Beveiliging] en voor iedere verzending een elektronische handtekening toevoegen aan e-mail.
Als [Gebruik Geen Handtekeningen] is ingesteld:
Zelfs als u op [Beveiliging] drukt, verschijnt [Handtekening] niet.
Als [Gebruik Handtekeningen] is ingesteld:
Een elektronische handtekening wordt toegevoegd wanneer u e-mail verzendt. De instelling [Handtekening] in [Beveiliging] kan niet worden geannuleerd.