![]() ![]() ![]() | ![]() | ![]() | |
![]() | |||
![]() | |||
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
![]() | ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() | ![]() ![]() ![]() |
In dit onderdeel wordt beschreven hoe u een scanformaat kunt programmeren, wijzigen en verwijderen.
Wanneer u een scanformaat programmeert of wijzigt is het raadzaam een aantekening te maken van het nieuwe formaat.
Wanneer u een scanformaat selecteert voor het scannen van een origineel met een aangepast formaat, zijn twee aangepaste formaten beschikbaar (Progr.Formaat 1 en Progr.Formaat 2). Gebruik deze functies om vooraf een aangepast formaat te programmeren. De procedure is gelijk aan die voor programmeren en wijzigen.
U kunt maximaal twee formaten programmeren.
Specificeer een horizontale lengte van 128 tot 1.200 mm, of van 5,5 tot 47,0 inch.