![]() ![]() | ![]() | ||
Het apparaat slaat documenten op die niet verzonden konden worden via Geheugenverzending. Gebruik deze procedure om dergelijke documenten opnieuw te verzenden.
![]()
Stel "Documenten, die niet konden worden verzonden, opslaan in het geheugen" in op "Aan" in de gebruikersparameter (schakelaar 24, bit 0) in het menu Faxeigenschappen.
Druk op [Wijz TX/Inf.].

Druk op [TX-bestand contr./stoppen].

Selecteer het bestand dat u opnieuw wilt verzenden.
"TX mislukt" wordt weergegeven voor bestanden die niet verzonden konden worden.

Als er meerdere bestemmingen zijn opgegeven, dan wordt alleen de naam van de bestemming die u eerst heeft opgegeven weergegeven en alleen het aantal bestemmingen dat het verzonden document nog niet heeft ontvangen.
Druk op [Misl. best. verz].

Om een bestemming toe te voegen, drukt u op [Best. toev.] en geeft u de bestemming op.
Druk op [OK].
Verzending begint.
Herhaal de procedure vanaf stap 3 om nog een bestand te verzenden.
Voor het annuleren van een verzending drukt u op [Verz. stopz.].
Druk twee keer op [Afsluiten].
Het stand-byscherm verschijnt.
![]()
Bestanden die niet konden worden verzonden, worden gedurende 24 of 72 uur opgeslagen, afhankelijk van de instelling die u hebt gemaakt in gebruikersparameter (schakelaar 24, bit 1) in het menu Faxeigenschappen. Zie “Parameterinstellingen”.
U kunt een bestand dat met LAN-fax verzonden was, niet opnieuw verzenden.