![]() ![]() | ![]() | ||
Met deze functie kunt u de naam van de ontvanger laten afdrukken op het document wanneer dit aan de andere kant wordt ontvangen.
![]()
Om deze functie te gebruiken, stelt u Label invoegen in op [Aan] wanneer u faxbestemmingen in het Adresboek registreert. Stel bij het verzenden van faxdocumenten ook "Label invoegen" in op Aan.
Als er zich rondom het gebied waarin het label wordt afgedrukt afbeeldingen bevinden, worden die afbeeldingen gewist.
De naam van de ontvanger wordt als volgt afgedrukt:
Naam van ontvanger: afgedrukt boven aan de pagina en voorafgegaan door "Aan:".
Standaard bericht: het geprogrammeerde bericht wordt afgedrukt binnen de volgende twee regels.
Stel deze functie als volgt in:
Stel Label invoegen in op [Aan] wanneer u faxbestemmingen programmeert.
Schakel Label invoegen in wanneer u faxen verzendt.
Selecteer op het scherm Standaard bericht het standaardbericht dat u wilt afdrukken.
Plaats het origineel en selecteer de gewenste scaninstellingen.
Druk op [TX modus].

Selecteer [Opties instellen].
Druk op [Label invoegen] om deze te markeren.

Om Label invoegen te annuleren, drukt u opnieuw op [Label invoegen].
Druk twee keer op [OK].
Geef de bestemming op en druk vervolgens op de [Start]-knop.
![]()
Als u een standaardbericht wilt afdrukken dat niet als standaardbericht is geprogrammeerd, programmeert u het op van tevoren in "Progr/Wijz/Verw stand.bericht" in het menu Faxeigenschappen. Zie "Verzendinstellingen" voor meer informatie over de programmeermethode.
U kunt een van de snelbedieningstoetsen programmeren met bewerkingen voor deze functie. Als u de Snelbedieningstoets gebruikt, kunt u stap 2, 3 en 5 overslaan. Zie "Algemene instellingen" voor meer informatie over de Snelbedieningstoets.