![]() ![]() ![]() | ![]() | ![]() | |
![]() | |||
![]() | |||
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
![]() | ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() | ![]() ![]() ![]() |
Wanneer u IPP gebruikt met SmartDeviceMonitor for Client, moet u rekening houden met het volgende:
De netwerkprinter kan van SmartDeviceMonitor for Client slechts één afdrukopdracht tegelijk ontvangen. Wanneer de netwerkprinter bezig is met afdrukken, hebben de andere gebruikers pas weer toegang tot de server wanneer de opdracht is voltooid. In dat geval probeert SmartDeviceMonitor for Client net zo lang toegang te krijgen tot de netwerkprinter totdat het herhalingsinterval is verstreken.
Als SmartDeviceMonitor for Client binnen dit interval geen toegang tot de netwerkprinter kan krijgen, beëindigt het programma het versturen van de afdrukopdracht. In dat geval moet u de pauzestatus via het scherm van de afdrukwachtrij opheffen. SmartDeviceMonitor for Client zal weer toegang krijgen tot de netwerkprinter. U kunt weliswaar de afdrukopdracht uit het venster van de afdrukwachtrij verwijderen, maar het annuleren van een afdrukopdracht die door de netwerkprinter wordt afgedrukt, kan tot gevolg hebben dat de volgende opdracht die door een andere gebruiker wordt verstuurd, niet goed wordt afgedrukt.
Als een afdrukopdracht die vanuit SmartDeviceMonitor for Clientis verstuurd, wordt onderbroken en de netwerkprinter de opdracht annuleert omdat er iets verkeerd is gegaan, wordt de afdrukopdracht opnieuw verstuurd.
Afdrukopdrachten die worden verstuurd vanaf een andere computer, worden niet in het wachtrijvenster weergegeven, ongeacht het gebruikte protocol.
Als verschillende gebruikers met SmartDeviceMonitor for Client afdrukopdrachten versturen naar netwerkprinters, worden de opdrachten mogelijk in een andere volgorde afgedrukt dan ze zijn verstuurd.
Een IP-adres kan niet worden gebruikt als IPP-poortnaam omdat het IP-adres wordt gebruikt voor de poortnaam van SmartDeviceMonitor for Client.