InhoudVorigeVolgende |
Volg de onderstaande procedures als het afdrukken ook niet na [Afdrukken] begint.
Er wordt niet begonnen met afdrukken
Het apparaat is uitgeschakeld.
Controleer of het apparaat is ingeschakeld en of de stroom kan worden ingeschakeld of niet.
De aansluitkabel is aangesloten nadat het apparaat is ingeschakeld.
Sluit de aansluitkabel aan voordat u het apparaat inschakelt.
Er is een verkeerde aansluitkabel gebruikt.
Het type aansluitkabel dat u moet gebruiken, is afhankelijk van de computer. Verzeker u ervan dat u de juiste gebruikt. Als de kabel beschadigd of versleten is, vervangt u deze. Zie De verbindingsmethode bevestigen.
Er heeft een storing plaatsgevonden
Als er een fout plaats vindt terwijl u probeert af te drukken, wijzigt u de instellingen van de computer of van de printer driver.
Ga als volgt te werk:
Controleer of de naam van het printerpictogram niet meer dan 32 alfanumerieke tekens bevat. (Wanneer dat het geval is, kort u de naam in.)
Controleer of andere toepassingen in gebruik zijn.
Sluit alle andere toepassingen omdat deze de installatie kunnen verstoren. Zorg ervoor dat alle residente programma's eveneens afgesloten zijn.
Controleer de instellingen van de printereigenschappen.
In het dialoogvenster [Gebruikersinstellingen wijzigen] op het tabblad [Diversen] schakelt u het selectievakje [Gegevensverwerking wijzigen] in. Zie De afdrukkwaliteit aanpassen voor meer informatie.
Controleer of het nieuwste printerstuurprogramma wordt gebruikt
Als het gebruikte printerstuurprogramma niet het nieuwste is, moet u deze met de nieuwste versie bijwerken. Zie Foutmeldingen bedieningspaneel: Algemeen.
Er is een lange vertraging tussen de afdrukopdracht en wanneer het afdrukken begint.
De verwerkingstijd is afhankelijk van de hoeveelheid gegevens. Grote hoeveelheden gegevens, zoals documenten met veel afbeeldingen, vereisen een langere verwerkingstijd.
Als het lampje data-in knippert, worden er gegevens door het apparaat ontvangen. Wacht even. De volgende instelling voor het printerstuurprogramma kan de belasting van de computer verminderen.
Stel op het tabblad [Setup] van het printereigenschappenvenster [Afdrukkwaliteit] in op [Hoge snelheid].
Wellicht is de spaarstand ingeschakeld.
Het apparaat moet opwarmen als het in spaarstand is geweest. Geef de spaarstand op in [Systeeminstell.]. Het apparaat instellen