GebruikershandleidingIM C300/C300F/C300FLT/C400F/C400SRF/C400FLT

PCL Menu

In dit gedeelte worden instellingen in het [PCL-menu] onder [Printereigenschappen] beschreven.

Het instellingenscherm gebruiken

Instellingsitems

Omschrijving

Richting

Hier kunt u de afdrukrichting van het papier opgeven.

  • Standaardinstelling: [Staand]

Formulierregels

U kunt het aantal regels per pagina van 5 tot en met 128 aangeven.

Regio A pictogram (voornamelijk in Europa en Azië)

  • Standaardinstelling: 64 regels

Regio B pictogram (voornamelijk in Noord-Amerika)

  • Standaardinstelling: 60 regels

Lettertypebron

Hiermee kunt u de opslaglocatie van het standaardlettertype instellen.

[RAM], [HDD] en [SD] kunnen alleen geselecteerd worden als er lettertypen in het apparaat zijn gedownload.

  • Standaardinstelling: [Resident]

Lettertypenummer

U kunt het lettertypenummer van het te gebruiken lettertype opgeven.

  • Wanneer [Lettertype bron] is ingesteld op [Resident], geeft u 0 tot 103 op.

    • Standaardinstelling: [0]

  • Wanneer [Lettertype bron] is ingesteld op [RAM], [HDD] of [SD], kan het aantal lettertypen dat op dit apparaat is opgegeven, als lettertypenummer worden opgegeven.

    • Standaardinstelling: [1]

Puntgrootte

U kunt de puntgrootte van het te gebruiken lettertype opgeven.

De puntgrootten kunnen worden ingesteld van 4,00 tot 999,75 in stappen van 0,25. Deze instelling is alleen van toepassing op proportionele lettertypen.

  • Standaardinstelling: [12,00] punten

Lettertypebreedte

U kunt de lettertypebreedte (tekenbreedte) opgeven voor het lettertype dat u wilt gebruiken.

De tekenbreedte kan worden opgegeven van 0,44 tot 99,99 in stappen van 0,01. Deze instelling is alleen van toepassing op lettertypen met één spatiëring.

  • Standaardinstelling: [10,00]

Symbolenset

Hier kunt u de tekenset van het geselecteerde lettertype opgeven.

  • Standaardinstelling: [PC-8]

Lettertype Nimbus Mono

U kunt het lettertype Nimbus Mono opgeven.

  • Standaardinstelling: [Standaard]

A4-breedte uitbreid.

Wanneer u op A4-papier afdrukt, kunt u opgeven of van rand tot rand van het afdrukbare papierformaat moet worden afgedrukt.

  • Standaardinstelling: [Uit]

Van CR naar LF

U kunt de werking van het apparaat opgeven wanneer de CR-, LF- of FF-code wordt ontvangen.

Wanneer u [LF=CR+LF] opgeeft, werkt het apparaat als CR=CR, LF=CR+LF of FF=CR+FF.

Wanneer u [LF=LF] opgeeft, werkt het apparaat als CR=CR, LF=LF of FF=FF.

  • Standaardinstelling: [LF=LF]

Resolutie

U kunt de resolutie aangeven in dots per inch.

Als deze instelling is ingesteld op [300 dpi], worden gegevens monochroom afgedrukt, zelfs als u kleur hebt gespecificeerd in het printerstuurprogramma. .

  • Standaardinstelling: [600 dpi (Standaard)]

Toner besparen

U kunt aangeven of het inktverbruik bij het afdrukken moet worden beperkt.

  • Standaardinstelling: [Uit]

Lade parameters (PCL)

U kunt instellingen configureren om papierladeparameters die worden gebruikt voor PCL-afdrukken te wijzigen. U kunt deze functie opgeven als het apparaat wordt vervangen door een apparaat van een andere fabrikant voor uitvoer zonder een printerstuurprogramma in het basissysteem.

De ladeparameter voor verschillende papierladen is afhankelijk van de fabrikant. Als de lade 1-parameter voor het gebruikte apparaat bijvoorbeeld "4" is, geeft u "4" op voor lade 1.