Afgedrukte pagina's nieten (uitsluitend IM C400SRF)
Het apparaat kan afgedrukte pagina's per set nieten.
Voor meer informatie over het papierformaat en het aantal vellen dat kan worden geniet, raadpleegt u de volgende sectie:
Het apparaat is niet in staat om afgedrukte vellen vanuit de handinvoer te nieten.
Wanneer de nietfunctie is opgegeven, worden de afgedrukte vellen uitgevoerd naar de staffeluitvoer van de finisher, ongeacht de instelling van de uitvoerlade.
Nietpositie en resultaat
Papierrichting | Resultaat |
|---|---|
Staand |  |
Liggend |  |
Als u dubbelzijdig afdrukken selecteert, dient u de inbindzijde van dubbelzijdig afdrukken af te stemmen op de nietpositie.
Sommige functies, zoals Tussenblad, kunnen niet samen met Nieten worden gebruikt. De nietfunctie kan afhankelijk van de gekozen functies automatisch geannuleerd worden. Selecteer de nietfunctie opnieuw nadat u de nietpositie hebt gecontroleerd in de voorbeeldweergave.
Wanneer u iets wilt afdrukken op briefpapier met een boven- en onderzijde, wordt de nietfunctie geannuleerd als de afdrukrichting en de nietpositie niet overeenkomen.
Wanneer de nietjes klaar zijn terwijl het overslaan van de fout is ingeschakeld, wordt het bericht weergegeven. Annuleer het nieten om door te gaan met afdrukken zonder te nieten.
De afgedrukte vellen nieten (Windows)
Configureer de instellingen bij [Nieten] op het tabblad [Standaard].
Open op de computer een document dat u wilt afdrukken en ga naar het instellingenscherm van het printerstuurprogramma vanuit het afdrukmenu in de toepassing.
Geef Papierformaat, Papiersoort, Afdrukrichting en andere instellingen op.
Basisprocedure voor het afdrukken van documenten
Zorg dat u [Documentformaat:] en [Afdrukrichting:] opgeeft.
Bij [Nieten] op het tabblad [Standaard] selecteert u een positie voor nietjes.
U kunt de nietpositie controleren met het voorbeeldpictogram bij [Huidige instelling] nadat u de nietfunctie hebt geselecteerd.
Na voltooiing van de configuratie klikt u op [OK] om af te drukken.
De afgedrukte vellen nieten (macOS)
Configureer de instellingen onder [Afwerken] bij [Functiesets] van [Printerfuncties].
Open op de computer een document dat u wilt afdrukken en ga naar het instellingenscherm van het printerstuurprogramma vanuit het afdrukmenu in de toepassing.
Geef het papierformaat, de afdrukrichting, de Papiersoort en andere instellingen op.
Basisprocedure voor het afdrukken van documenten
Zorg ervoor dat u [Papierformaat] en [Afdrukrichting] opgeeft.
Bij [Nieten] selecteert u een nietpositie.
Na voltooiing van de configuratie klikt u op [Druk af] om af te drukken.