GebruikershandleidingIM C300/C300F/C300FLT/C400F/C400SRF/C400FLT

Veelgebruikte instellingen registreren als programma

U kunt een "programma" registreren dat is samengesteld aan de hand van een combinatie van de functies die worden gebruikt in het Kopieerapparaat, de Fax of de Scanner, zoals de scaninstelling, de uitvoerinstelling en het adres.

  • U kunt het geregistreerde programma eenvoudig laden vanuit het scherm met toepassingen.

    Afbeelding van bedieningspaneel
  • Wanneer u op het pictogram van een programma op het Home-scherm drukt, past het apparaat de instellingen toe en wordt de functie die in het programma is geregistreerd, automatisch uitgevoerd.

  • U kunt het volgende aantal items als programma registreren.

    • Kopiëren: 25 items

    • Fax: 100 items

    • Scanner: 100 items

Opmerking

  • U kunt de volgende instellingen niet als programma registreren:

    • Kopiëren

      [Richting] van [Dubbelzijdig/Combineren]

    • Faxen

      [Onderwerp], [Afzender]

    • Scanner

      [Afzender], [PDF-beveiligingsinstellingen], [Startnummer]

  • U kunt alleen een bestemming in het programma van de scannerfunctie registreren wanneer [Programma-instelling voor bestemm.] van [Scannereigenschappen] is ingesteld op [Bestemmingen insluiten].

  • Overige (scannerinstellingen)

  • Wanneer [Programma-instelling voor bestemm.] van [Scannereigenschappen] is ingesteld op [Bestemmingen uitsluiten], wordt de bestemming die in het opgeroepen programma is geregistreerd niet weergegeven in de scannerfunctie.

  • Een mapbestemming met een bestemmingsbeschermcode kan niet worden geregistreerd in een programma van de scannerfunctie.

Instellingen als programma registreren

Configureer eerst de instellingen die op het scherm van het Kopieerapparaat, de Fax of de Scanner moeten worden geregistreerd, en registreer ze vervolgens.

1Druk op het Home-scherm op [Kopiëren], [Fax] of [Scanner].

Afbeelding van bedieningspaneel

2Geef de scan- en uitvoerinstellingen op die als programma moeten worden geregistreerd.

Afbeelding van bedieningspaneel

3Druk op [Menu] ().

4Druk op [Huidige inst. op program. instellen]

Afbeelding van bedieningspaneel

5Druk op een programmanummer om de instellingen te registreren.

6Geef een programmanaam op en selecteer een pictogram, en druk vervolgens op [OK].

7Druk op [Plaatsen].

Het geselecteerde pictogram wordt op het Home-scherm weergegeven.

8Druk op [Afsluiten].

De inhoud van het programma wijzigen

U kunt een deel van het programma wijzigen en het overschrijven of de inhoud ervan wijzigen en dit registreren als nieuw programma.

1Druk op het Home-scherm op [Kopiëren], [Fax] of [Scanner].

Afbeelding van bedieningspaneel

2Druk op [Menu] () en druk vervolgens op [Programma oproepen].

Afbeelding van bedieningspaneel

3Druk op het nummer van het programma dat u wilt wijzigen.

4Wijzig de scan- en uitvoerinstellingen.

5Druk op [Menu] () en druk vervolgens op [Huidige inst. op program. instellen].

Afbeelding van bedieningspaneel

6Selecteer een programmanummer om de gewijzigde instellingen te registreren en druk vervolgens op [Programma].

  • Als u het programma wilt overschrijven, selecteert u het nummer van het geladen programma.

  • Als u de inhoud wilt registreren als nieuw programma, selecteert u een nummer dat nog niet is geprogrammeerd.

7Geef een programmanaam op en selecteer een pictogram.

8Druk op [OK].

Opmerking

  • Als u het pictogram of de programmanaam wilt wijzigen of het programma wilt verwijderen, drukt u op [Menu] () en voert u de handelingen uit via [Programma bewerken/verwijderen].