GebruikershandleidingIM C300/C300F/C300FLT/C400F/C400SRF/C400FLT

Een beltoon of stem van een persoon bij de bestemming bevestigen voordat een fax wordt verstuurd of ontvangen

Om te bevestigen dat een uitgaande fax goed wordt ontvangen op de bestemming, kunt u het bestemmingsnummer draaien en bevestigen dat er een goede verbinding is gemaakt door te luisteren naar het toonsignaal dat door het ontvangende faxapparaat wordt afgegeven of te spreken met iemand op de bestemming voordat een fax wordt verstuurd. Ook kunt u een fax ontvangen na opvolging van de instructies van de spraakbegeleiding (faxinformatieservice).

Direct kiezen

U kunt controleren of een verbinding goed tot stand is gekomen aan de hand van het geluid dat u hoort uit de luidspreker, wanneer er geen externe telefoon is verbonden met het apparaat. Verstuur de fax nadat u een lange pieptoon hoort of een spraakbericht dat zegt dat u de fax kunt versturen. Ook kunt u een fax ontvangen van een faxinformatieservice.

Handmatig kiezen

Voordat u een fax verstuurt, kunt u spreken met een persoon op de bestemming met behulp van een externe telefoon die verbonden is met het apparaat.

Opmerking

  • De bovengenoemde functies kunnen niet worden gebruikt wanneer u gebruikmaakt van de functie ter voorkoming dat overdrachten naar de verkeerde bestemming worden gestuurd door de ingevoerde bestemming te herhalen (bestemmingsinvoer herhalen).

Verbinding met een bestemming bevestigen door een geluid voordat de fax wordt verstuurd (Direct kiezen)

1Druk op [Fax] op het Home-scherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

2Selecteer [Fax] op het faxscherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

3Plaats het origineel in de Automatische documentinvoer (ADF) of op de glasplaat.

Een origineel in de scanner plaatsen om te verzenden via de fax

4Druk op [Instellingen] en geef vervolgens de scaninstellingen op.

Een fax verzenden met de beeldkwaliteit die geschikt is voor het origineel

5Druk op [Direct kiezen] op het faxscherm.

Afbeelding van bedieningspaneel
  • U hoort een kiestoon van de luidspreker in de hoofdeenheid en het pictogram boven [Direct kiezen] verandert van in Operation panel screen illustration.

  • Om het luidsprekervolume aan te passen kunt u Operation panel screen illustration naar links of rechts verschuiven.

6Geef de faxbestemming op.

Het apparaat kiest direct het faxnummer van de opgegeven bestemming.

Als u de verkeerde bestemming heeft opgegeven, drukt u op [Direct kiezen] of [Resetten] en kunt u de procedure herhalen.

7Wanneer er een verbinding tot stand is gebracht en u een lang piepgeluid hoort, drukt u op [Starten].

Als u spraakbegeleiding hoort, luister dan naar het bericht en druk op [Starten].

Om de lopende overdracht te annuleren: druk op [Stoppen] en verwijder het origineel.

Een fax ontvangen door spraakbegeleiding op te volgen (Faxinformatieservice)

1Controleer dat er geen origineel in het apparaat is geplaatst.

2Druk op [Fax] op het Home-scherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

3Selecteer [Fax] op het faxscherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

4Druk op [Dir. kiez.].

Afbeelding van bedieningspaneel
  • U hoort een kiestoon van de luidspreker in de hoofdeenheid en het pictogram boven [Direct kiezen] verandert van in Operation panel screen illustration.

  • Om het luidsprekervolume aan te passen kunt u Operation panel screen illustration naar links of rechts verschuiven.

5Geef het faxnummer van de faxinformatieservice op.

Het apparaat kiest direct het faxnummer van de opgegeven bestemming.

Als u de verkeerde bestemming heeft opgegeven, drukt u op [Direct kiezen] of [Resetten] en kunt u de procedure herhalen.

6Kies het nummer zoals aangegeven door de spraakbegeleiding die u hoort aan de andere kant van de lijn.

In een omgeving waar gebruik wordt gemaakt van pulskiezen, dient u eerst op [Kiestoon] te drukken om over te schakelen naar toonkiezen.

7Druk op [Starten] wanneer u het bericht krijgt om de fax te versturen.

Opmerking

  • Sommige diensten zijn mogelijk niet bruikbaar, zelfs niet nadat u op [Kiestoon] drukt om toonsignalen te verzenden.

Met een persoon op de bestemming spreken voordat een fax wordt verstuurd (Handmatig kiezen)

1Druk op [Fax] op het Home-scherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

2Selecteer [Fax] op het faxscherm.

Afbeelding van bedieningspaneel

3Plaats het origineel in de Automatische documentinvoer (ADF) of op de glasplaat.

Een origineel in de scanner plaatsen om te verzenden via de fax

4Druk op [Instellingen] en geef vervolgens de scaninstellingen op.

5Neem de hoorn op.

Luister tot u de kiestoon hoort.

6Geef de faxbestemming op.

Het apparaat kiest direct het faxnummer van de opgegeven bestemming.

Als u de verkeerde bestemming heeft opgegeven, kunt u de hoorn neerleggen en de procedure herhalen.

7Wanneer er een verbinding tot stand is gebracht en u een lang piepgeluid hoort, drukt u op [Starten].

Vertel de persoon die de telefoon op de bestemming heeft opgenomen dat u een fax verstuurt en vraag hem/haar om de ontvangstprocedure uit te voeren. Wacht tot u een pieptoon hoort en druk dan op [Starten].

8Leg de hoorn neer.

Om de lopende overdracht te annuleren: druk op [Stoppen] en verwijder het origineel.

Opmerking

  • U kunt het apparaat niet gebruiken na het het optillen van de ontvanger als het apparaat in de Slaapmodus staat. Voer de operatie uit nadat het apparaat uit de Slaapmodus is gekomen.