GebruikershandleidingIM C300/C300F/C300FLT/C400F/C400SRF/C400FLT

Het stuurprogramma bijwerken (Windows)

U kunt de laatste versie van het stuurprogramma verkrijgen middels één van de volgende methoden:

  • Het stuurprogramma downloaden met Device Software Manager (alleen het printerstuurprogramma)

  • Het stuurprogramma downloaden vanaf de website van de fabrikant

Belangrijk

  • Voor het bijwerken of verwijderen van het gebruikte stuurprogramma zijn beheerdersrechten vereist. Log in als beheerder.

  • Wanneer u het stuurprogramma gaat bijwerken, kies dan voor een stuurprogramma voor hetzelfde model en type als het geïnstalleerde stuurprogramma. Er kan een fout kan optreden indien u voor de update een stuurprogramma gebruikt dat bedoeld is voor een ander model of type.

Opmerking

  • Als het dialoogvenster [Gebruikersaccountbeheer] wordt weergegeven, klikt u op [Ja] of [Doorgaan].

  • Als het venster [Windows-beveiliging] wordt weergegeven, klikt u op [Dit stuurprogramma toch installeren].

Device Software Manager gebruiken voor het bijwerken van het stuurprogramma

Werk het printerstuurprogramma bij met Device Software Manager. Dit programma is al geïnstalleerd. Om het installatieprogramma opnieuw te downloaden, zie:

Het printerstuurprogramma met behulp van Device Software Manager installeren

1Start het installatieprogramma van het printerstuurprogramma vanuit het menu [Start] of via de snelkoppeling op uw bureaublad.

Het installatieprogramma controleert de nieuwste versie.

2Op het scherm [Gebruiksrechtovereenkomst], klikt u op [Akkoord en ga naar volgende].

3Klik op [Stuurprogramma bijwerken].

Illustratie stuurprogrammascherm

4Volg de instructies om het stuurprogramma bij te werken.

Het printerstuurprogramma bijwerken

Download het nieuwste stuurprogramma en voer updates uit vanuit [Printereigenschappen].

1Open het scherm [Apparaten en printers].

Windows 10 (versie 1703 of later), Windows Server 2019

  1. Klik in het menu [Start] op [Windows System] [Configuratiescherm].

  2. Klik op [Apparaten en printers weergeven].

Windows 10 (ouder dan versie 1703), Windows Server 2016

  1. Klik met de rechtermuisknop op [Start] en klik dan op [Configuratiescherm].

  2. Klik op [Apparaten en printers weergeven].

Windows 8.1, Windows Server 2012/2012 R2

  1. In de pictogrambalk klikt u op [Instellingen] [Configuratiescherm].

  2. Klik op [Apparaten en printers weergeven].

Windows 7, Windows Server 2012/2008 R2

  1. Klik in het menu [Start] op [Apparaten en printers].

Windows Server 2008

  1. Klik in het menu [Start] op [Configuratiescherm].

  2. Klik bij [Hardware en geluid] op [Printer].

2Klik met de rechtermuisknop op het apparaat en klik vervolgens op [Eigenschappen van printer].

  • Klik in Windows Server 2008 met de rechtermuisknop op het apparaat en klik vervolgens op [Eigenschappen].

3Op het tabblad [Geavanceerd] klikt u op [Nieuw...] [Volgende].

Illustratie stuurprogrammascherm

4Klik op [Schijf...]. [Bladeren...]; geef het stuurprogramma op dat u wilt bijwerken en klik vervolgens op [OK].

5Selecteer het apparaat en klik vervolgens op [Volgende].

Illustratie stuurprogrammascherm

6Klik op [Voltooien] [Toepassen].

7Klik op [OK] om het venster te sluiten.

Het LAN-faxstuurprogramma bijwerken

Download het nieuwste stuurprogramma en voer updates uit vanuit [Printereigenschappen].

1Open het scherm [Apparaten en printers].

Windows 10 (versie 1703 of later), Windows Server 2019

  1. Klik in het menu [Start] op [Windows System] [Configuratiescherm].

  2. Klik op [Apparaten en printers weergeven].

Windows 10 (ouder dan versie 1703), Windows Server 2016

  1. Klik met de rechtermuisknop op [Start] en klik dan op [Configuratiescherm].

  2. Klik op [Apparaten en printers weergeven].

Windows 8.1, Windows Server 2012/2012 R2

  1. In de pictogrambalk klikt u op [Instellingen] [Configuratiescherm].

  2. Klik op [Apparaten en printers weergeven].

Windows 7, Windows Server 2012/2008 R2

  1. Klik in het menu [Start] op [Apparaten en printers].

Windows Server 2008

  1. Klik in het menu [Start] op [Configuratiescherm].

  2. Klik bij [Hardware en geluid] op [Printer].

2Klik met de rechtermuisknop op het apparaat en klik vervolgens op [Eigenschappen van printer].

  • Klik in Windows Server 2008 met de rechtermuisknop op het apparaat en klik vervolgens op [Eigenschappen].

3Op het tabblad [Geavanceerd] klikt u op [Nieuw...] [Volgende].

Illustratie stuurprogrammascherm

4Klik op [Schijf...]. [Bladeren...]; geef het stuurprogramma op dat u wilt bijwerken en klik vervolgens op [OK].

5Selecteer het apparaat en klik vervolgens op [Volgende].

Illustratie stuurprogrammascherm

6Klik op [Voltooien] [Toepassen].

7Klik op [OK] om het venster te sluiten.