Het printerstuurprogramma installeren voor een netwerkverbinding (macOS)
Installeer het PPD-bestand (printerstuurprogramma) onder OS X/macOS en registreer het apparaat vervolgens via Systeemvoorkeuren op de computer.
U heeft een beheerdersnaam en een wachtwoord (zin) nodig. Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor meer informatie.
De laatste informatie over het betreffende besturingssysteem vindt u in het bestand "Readme.htm", dat zich in de hoofdmap van de cd-rom bevindt.
Als voorbeeld voor de instelprocedures wordt het besturingssysteem macOS 10.14 gebruikt. De werkelijke procedure kan anders zijn afhankelijk van de versie die u gebruikt.
Het PPD-bestand installeren
Plaats de cd-rom in de computer en klik op [macOS] (merknaam) om de map [macOS PPD Installer] weer te geven.
Als u het stuurprogramma wilt installeren via het gedownloade bestand, geeft u de map op waar het gedownloade bestand zich bevindt.
Dubbelklik op het pakketbestand.
Om vanaf CD-ROM te installeren, dubbelklikt u op het pakketbestand in de map [macOS] (merknaam) [macOS PPD-Installatieprogramma].
Op het scherm [Introductie] klikt u op [Verdergaan].
In het venster [Licentie] klikt u op [Verdergaan] en vervolgens op [Akkoord].
Wanneer u gevraagd wordt het stuurprogramma te installeren, geeft u de installatielocatie op en klikt u op [Ga door].
Klik op [Installeren].
Voer de naam en het wachtwoord van de beheerder in en klik op [Install Software].
De installatie van het PPD-bestand begint.
Als de installatie klaar is, klikt u op [Sluit].
Het apparaat in [Afdrukken en scannen] of [Printers en scanners] registreren
Registreer het PPD-bestand van het apparaat in Systeemvoorkeuren om afdrukken mogelijk te maken.
Selecteer [Systeemvoorkeuren...] uit het Apple-menu.
Druk op [Afdrukken en scannen] of [Printers en scanners].
Klik op [+].
Klik op [IP] en configureer de informatie van het apparaat.
Adres: Voer hier het IP-adres van het apparaat in.
Protocol: Selecteer [Line Printer Daemon - LPD]. Als de printer tijd nodig heeft om bewerkingen uit te voeren bij gebruik van het [Line Printer Daemon - LPD]-protocol, wijzigt u het protocol in [HP Jetdirect - socket].
Gebruik: Controleer of de apparaatnaam wordt weergegeven. Als "Standaard-PostScript-printer" wordt weergegeven, kan het opgegeven IP-adres incorrect zijn.
Als "Standaard-PostScript-printer" wordt weergegeven terwijl het IP-adres correct is
Voer de volgende procedure uit om het PPD-bestand van het apparaat te selecteren:
Selecteer [Selecteer software...] in "Gebruik".
Selecteer het apparaat in het scherm [Printersoftware] en klik vervolgens [OK].
Klik op [Voeg toe].
Het voortgangsscherm wordt weergegeven.
Indien het voortgangsscherm na enige tijd niet verdwijnt, klikt u op [Configureer...] of [Instellingen] en configureert u de optieconfiguratie van de printer. Voor de procedure van de optieconfiguratie, zie De optie-instellingen opgeven op deze pagina.
Controleer of de apparaatnaam is toegevoegd aan het scherm [Afdrukken en scannen] of [Printers en scanners].
Sluit het scherm Systeemvoorkeuren af.
De optie-instellingen opgeven
Indien de optieconfiguratie van het apparaat niet automatisch wordt weergegeven, kiest u de optie die op het apparaat is geïnstalleerd in [Afdrukken en scannen] of [Printers en scanners].
Selecteer [Systeemvoorkeuren...] uit het Apple-menu.
Druk op [Afdrukken en scannen] of [Printers en scanners].
Selecteer het apparaat uit de lijst en klik op [Opties en toebehoren...].
Klik op [Stuurprogramma] of [Opties], selecteer de optie die op het apparaat is geïnstalleerd en klik vervolgens op [OK].
Indien de bruikbare opties niet worden weergegeven, is het IP-adres onjuist opgegeven of is het PPD-bestand niet juist geregistreerd. Om het IP-adres in te voeren of het PPD-bestand te registreren, zie Het apparaat in [Afdrukken en scannen] of [Printers en scanners] registreren.
Sluit het scherm Systeemvoorkeuren af.
Als de optie die u wilt selecteren niet wordt weergegeven, zijn de PPD-bestanden mogelijk niet goed geconfigureerd. Om de configuratie te voltooien, controleert u of de naam van het PPD-bestand wordt weergegeven in het dialoogvenster.
Als voorbeeld voor de instelprocedures wordt het besturingssysteem macOS 10.14 gebruikt. De werkelijke procedure kan anders zijn afhankelijk van de versie die u gebruikt.
Wilt u een optionele Adobe PostScript opgeven als u een PostScript 3-printerstuurprogramma gebruikt, selecteer dan [Adobe PostScript] in de lijst "PostScript:" op het tabblad [Opties].