Dit is een beveiligingsfunctie waarmee wordt voorkomen dat onbevoegde gebruikers uw documenten lezen. Indien Geheugenbeveiliging ontvangst is ingeschakeld, worden alle ontvangen documenten opgeslagen in het geheugen en niet automatisch afgedrukt. Om documenten af te drukken, moet u de Geheugenbeveiliging-ID invoeren.
Wanneer uw apparaat een document heeft ontvangen met een Geheugenbeveiliging ontvangst, brandt de faxindicator.
Voordat deze functie wordt gebruikt, zijn de volgende voorbereidingen noodzakelijk in het menu Faxeigenschappen.
Programmeer uw Geheugenbeveiliging-ID onder Geheug.beveil.-ID progr.
Stel Geheugenbeveiliging ontvangst in op Aan onder Bestandsontvangstinstellingen
Voor meer informatie over Ontvangst met geheugenbeveiliging, zie Bestandsontvangstinstellingen.
Voor meer informatie over Geheugenbeveiligings-ID registreren, zie Oorspronkelijke instellingen.
Als u een bestand met Geheugenbeveiliging afdrukt, wordt het gewist.
Indien de hoofdstroomschakelaar ongeveer een uur lang is uitgeschakeld, worden alle documenten gewist die zijn beveiligd met Geheugenbeveiliging ontvangst. Als dit gebeurt, wordt er een stroomstoringsrapport afgedrukt, zodat u kunt zien welke documenten zijn verwijderd. Zie Problemen oplossen.
Bij gebruik van de toepassing Fax
Voor meer informatie over het gebruik van het toepassingsscherm, zie "[Fax]-scherm".
Bij gebruik van de toepassing Fax (klassiek)
Voor meer informatie over het gebruik van de klassieke faxfunctie, zie Procedure voor het afdrukken van een bestand dat met geheugenbeveiliging is ontvangen (klassiek).