Koptekst overslaan
 

Geef het pad op door op het netwerk naar de bestemming te bladeren

1Druk op [Handm. inv.].

Afbeelding van bedieningspaneel

2Zorg ervoor dat [SMB] is geselecteerd.

3Druk op [Blad. door netwerk] onder het veld met de padnaam.

Als het bericht “Kan het specifieke pad niet vinden. Controleer a.u.b de instellingen.” wordt weergegeven, zie weergegeven meldingen.

4Selecteer het domein of de werkgroep waarin de bestemmingsmap zich bevindt.

5Selecteer de clientcomputer waarop de bestemmingsmap zich begeeft.

Druk op [1 Niveau omhoog] als u de gewenste computer niet kunt vinden en blader in dat niveau.

Als verificatie vereist is voor toegang tot de geselecteerde computer, wordt het verificatiescherm weergegeven. Voer de gebruikersnaam en het wachtwoord in voor verificatie.

6Selecteer de bestemmingsmap.

Als de geselecteerde map submappen heeft, verschijnt het overzicht van de submappen.

Druk op [1 Niveau omhoog] als u de bestemmingsmap niet kunt vinden en zoek vervolgens naar de map op dit niveau.

7Druk twee keer op [OK].

Opmerking

  • Er kunnen maximaal 100 computers of gedeelde mappen worden weergegeven.

  • Het is mogelijk dat het apparaat het bestand niet kan versturen als u geen leesrechten heeft voor de gedeelde map of als er onvoldoende ruimte beschikbaar is op de harde schijf.