Met de snelle toepassingen kunt u instellingen wijzigen door simpelweg uit een lijst te selecteren of door de volgorde van de toetsen naar links of rechts te volgen, zodat u kunt gemakkelijk documenten kunt kopiëren, faxen of scannen.
Als u de functies wilt gebruiken die niet beschikbaar zijn met snelle toepassingen, gebruik dan het scherm van elke standaardfunctie.
[Snelle kopie]-scherm
Selecteer een kleurenmodus.
Selecteer een papierlade.
Geef het aantal afdrukken op.
Geef de kopieerinstellingen op zoals dubbelzijdig of combineren. U kunt ook de scaninstellingen opgeven.
Controleer het afgewerkte beeld.
Druk op deze knop om te beginnen met kopiëren.
[Snelle fax]-scherm
Selecteer een bestemming. U kunt ook een bestemming handmatig invoeren.
Kies de afbeeldingsbelichting die u wilt gebruiken.
Selecteer de resolutie die u wilt gebruiken.
Selecteer het origineelformaat en -type.
Druk hierop om het gescande origineel te bekijken.
Druk op deze knop om te beginnen met faxen.
[Snelle scanner]-scherm
Selecteer een e-mail of mapbestemming. U kunt ook een e-mailbestemming handmatig invoeren.
Selecteer een kleurenmodus.
Selecteer een scanresolutie en het bestandstype waarin u gescande gegevens wenst te verzenden.
Selecteer een origineeltype en -formaat.
Druk hierop om de gescande gegevens te bekijken.
Druk hierop om te beginnen met het verzenden van gescande gegevens.
(voornamelijk in Europa en Azië)
Als u de functie Snelle kopie gebruikt, kan alleen papier van A4-formaat via de handinvoer worden ingevoerd.
(voornamelijk in Noord-Amerika)
Als u de functie Snelle kopie gebruikt, kan alleen papier van 81/2 × 11-formaat via de handinvoer worden ingevoerd.
Wanneer u veel bestemmingen opgeeft, kan het apparaat enige tijd nodig hebben om met het scannen van originelen te starten nadat op [Starten] is gedrukt.