Bovenste pagina > Gebruiksaanwijzing > Afdrukken > Opgeslagen documenten afdrukken > Een document opslaan > Een afdrukbestand verzenden met Mac OS X
Nadat u een document hebt aangemaakt, opent u het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren] in de oorspronkelijke toepassing van het document.
Selecteer [Takenlogboek] in het pop-upmenu en configureer de volgende instelling:
Gebruiker-ID: Voer een gebruiker-ID in.
Taaksoort: Selecteer een taaksoort. Selecteer [Testafdruk] om het document als een testafdrukbestand op te slaan. Selecteer [Beveiligde afdruk] om het document als een beveiligd afdrukbestand op te slaan. Selecteer [Uitgestelde afdruk] om het document als een uitgesteld afdrukbestand op te slaan. Selecteer [Opgeslagen afdruk] om het document in de printer op te slaan en het later met behulp van het bedieningspaneel af te drukken. Selecteer [Opslaan en Afdrukken] om het document tegelijkertijd op te slaan en af te drukken.
Wachtwoord: Voer een wachtwoord in als u een beveiligd afdrukbestand opslaat. Voer waar nodig een wachtwoord in bij het opslaan van een opgeslagen afdrukbestand.
Bestandsnaam: Als u een uitgesteld of opgeslagen afdrukbestand opslaat, geef dan wanneer nodig een bestandsnaam op.
|
Wijzig andere afdrukinstellingen indien nodig.
Begin met afdrukken vanuit het dialoogvenster [Afdrukken] van de toepassing.