Controleer de inhoud van het pakket.
Harde schijf
Platte kabel
Netsnoer
Schroeven (3)
Binnenste paneel
Geheugenklep
Verwijder de geheugenklep.
Maak de schroef los met behulp van een muntstuk, schuif dan het binnenpaneel naar links om deze te verwijderen.
Installeer de harde schijf in de aangeduide stand.
Sluit de platte kabel en netsnoer aan op de harde schijf.
Bevestig de harde schijf op de printer met behulp van de schroeven.
Sluit de platte kabel en het netsnoer aan op de printer.
Steek de twee onderste uitsteeksels van het meegeleverde binnenpaneel in de inkepingen op de printer en daarna het linkse uitsteeksel.
Schuif het meegeleverde binnenpaneel naaar rechts en draai vervolgens de schroef vast.
Bevestig het geheugenpaneel geleverd bij de harde schijf.
Steek het netsnoer in het stopcontact en zet de printer aan.
Druk de configuratiepagina af om de installatie te controleren.
Bevestig dat de harde schijf correct is geïnstalleerd door de configuratiepagina af te drukken. Als deze correct is geïnstalleerd, zal "Harde schijf" verschijnen bij "Apparaatverbinding" op de configuratiepagina. Voor meer informatie over het afdrukken van de configuratiepagina, zie Een testafdruk maken.
Als de harde schijf niet correct is geïnstalleerd, herhaal dan de procedure vanaf het begin. Als de kaart ook bij een nieuwe installatiepoging niet correct kan worden geïnstalleerd, neem dan contact op met uw verkoop- of servicevertegenwoordiger.
Om de geïnstalleerde harde schijf te gebruiken, configureert u de printeropties in "Accessoires" in het printerstuurprogramma. Voor informatie over het openen van "Accessoires", zie de Installatiehandleiding stuurprogramma.