HandleidingenInhoudVorigeVolgende |
Ga als volgt te werk om een clientcomputer voor de bestemming te zoeken en te selecteren.
Druk op [Zkbest.].
Druk op [Naam].
Het soft-toetsenbord wordt weergegeven.
Voer de zoektekens in en druk vervolgens op [OK].
Indien nodig drukt u op [Geavanceerd zoeken] om de gedetailleerde zoekcriteria op te geven.
U kunt maximaal drie namen en drie zoekcriteria opgeven. U kunt [Eerste woord] of [Laatste woord] opgeven als criterium. U kunt uw zoekbewerking verfijnen met meerdere criteria.
Druk op [OK].
Druk op [Zoekopdr. starten].
Bestemmingen die aan de zoekcriteria voldoen, worden weergegeven.
Selecteer een bestemming en druk vervolgens op [OK].
Er wordt naar computernamen gezocht.
Druk op [Details] om gedetailleerde informatie over de geselecteerde bestemmingen weer te geven.
Er kunnen maximaal 100 bestemmingen als zoekresultaten worden weergegeven.
Als u op [Geavanceerd zoeken] drukt, worden de volgende criteria weergegeven:
[Eerste woord]: er wordt gezocht naar de namen die beginnen met het/de eerste teken(s).
Als u bijvoorbeeld wilt zoeken naar "ABC", typt u "A".
[Laatste woord]: er wordt gezocht naar de namen die eindigen met het/de laatste teken(s).
Als u bijvoorbeeld wilt zoeken naar "ABC", typt u "C".
[Ex. overeenk.]: er wordt gezocht naar de namen die corresponderen met (een) ingevoerd(e) teken(s).
Als u bijvoorbeeld wilt zoeken naar "ABC", typt u "ABC".
[Incl. één woord]: er wordt gezocht naar namen die een van de ingevoerde tekens bevatten.
Als u bijvoorbeeld wilt zoeken naar "ABC", typt u "A", "B" of "C".
[Woorden uitsl.]: er wordt gezocht naar namen die het/de ingevoerd(e) teken(s) niet bevatten.
Als u bijvoorbeeld wilt zoeken naar "ABC", typt u "D".