![]() ![]() ![]() | ![]() | ![]() | |
![]() | |||
![]() | |||
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
![]() | ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() | ![]() ![]() ![]() |
In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe een bestand kan worden opgeslagen en gelijktijdig per e-mail kan worden verzonden.
Druk op [Best. opsl.].
Selecteer [Opsl. op HDD + Verz.].
Indien nodig kunt u de gegevens van het opgeslagen bestand opgeven zoals [Gebruikersnaam], [Bestandsnaam] en [Wachtwoord].
Zie "Bestandsinformatie opgeven voor een opgeslagen bestand" voor meer informatie.
Druk op [OK].
Geef de bestemming op, pas andere benodigde instellingen aan en verzend het e-mailbericht.
Zie "Basisbewerking voor het verzenden van scanbestanden via e-mail" voor meer informatie over het verzenden van een bestand via e-mail.
Druk op de [Start]-knop.
Afhankelijk van de beveiligingsinstelling kunnen [Toegangsprivileges] worden weergegeven in plaats van de [Gebruikersnaam]. Raadpleeg de beheerder voor meer informatie over het specificeren van [Toegangsprivileges].
U kunt opgeslagen bestanden nogmaals verzenden via e-mail. Voor het opnieuw verzenden van bestanden, selecteert u het bestand op het scherm opgeslagen bestanden selecteren en verzendt u deze vervolgens. Zie "Opgeslagen bestand verzenden" voor meer informatie.
Als een bestand tegelijkertijd wordt verzonden en opgeslagen terwijl [Beveiliging] is ingesteld, wordt het e-mailbericht gecodeerd en een handtekening toegepast, maar het opgeslagen bestand wordt niet gecodeerd noch ondertekend. Voor meer informatie over het coderen van opgeslagen bestanden zie de handleiding Veiligheidsinformatie.