HandleidingenInhoudVorigeVolgende |
In deze sectie wordt uitgelegd hoe u het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren] opent onder Windows XP of Windows Server 2003 / 2003 R2.
U kunt de standaard printerinstellingen niet per gebruiker wijzigen. De instellingen in het dialoogvenster Printereigenschappen zijn van toepassing op alle gebruikers.
Wanneer de printerdriver via de afdrukserver is gedistribueerd, worden de waarden van de instellingen die door de server zijn gespecificeerd, onder [Standaardinstellingen voor afdrukken...] weergegeven als standaardinstellingen.
Klik in het menu [Start] op [Printers en faxapparaten].
Het venster [Printers en faxapparaten] wordt weergegeven.
Klik op het pictogram van de printer die u wilt gebruiken.
Klik in het menu [Bestand] op [Afdrukvoorkeuren...].
Het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren...] wordt weergegeven.
Geef de nodige instellingen op en klik op [OK].
De instelling wordt in het gebied [Snelkeuzelijst:] tijdelijk geregistreerd als [Ongeregistreerd].
Of de instellingen die u hier maakt als de standaardinstellingen worden gebruikt, is afhankelijk van de toepassingen.
De instelling [Ongeregistreerd] wordt ongeldig zodra het andere Snelkeuzepictogram wordt geselecteerd. Als u de [Ongeregistreerd]-instelling wilt bevestigen, klik dan op [Huidige instellingen registr...]. Voor meer informatie over het bevestigen van de instelling, raadpleegt u "Printerinstellingen maken - Snelkeuzes".
Zie de helpfunctie van het printerstuurprogramma voor verdere informatie.