HandleidingenInhoudVorigeVolgende |
Voor de ondersteuning van bidirectionele communicatie moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan.
Bij een verbinding met parallelle kabels
De printer moet bidirectionele communicatie ondersteunen.
De interfacekabel moet bidirectionele communicatie ondersteunen.
Het apparaat dient met een standaard parallelle kabel en parallelle connectors te worden aangesloten op de computer.
Indien verbonden met het netwerk
De standaard TCP/IP-poort moet worden gebruikt.
Het TCP/IP-protocol of het IPP-protocol wordt gebruikt. (Als gebruik wordt gemaakt van het IPP-protocol, moet de IPP-poortnaam het IP-adres bevatten.)
Bij een USB-verbinding
Het apparaat moet met de USB-interfacekabel op de USB-poort van de computer worden aangesloten.
De printer moet bidirectionele communicatie ondersteunen.
Op het tabblad [Poorten] van het printerstuurprogramma moet [Ondersteuning in twee richtingen inschakelen] worden geselecteerd en [Printerpooling inschakelen] niet.
De PCL 6- en PostScript 3-printerstuurprogramma's ondersteunen bidrectionele communicatie en automatische printerstatusupdates.
Om printerinformatie automatisch te verkrijgen met behulp van de functie bidirectionele communicatie of het PCL 6- of PostScript 3-printerstuurprogramma, moet u het selectievakje [Printerinformatie automatisch updaten] aanvinken op het tabblad [Accessoires] in het eigenschappendialoogvenster van het printerstuurprogramma.
Het PCL 5e-printerstuurprogramma ondersteunt bi-directionele communicatie. U kunt de status van het apparaat handmatig bijwerken.