![]() ![]() ![]() | ![]() | ![]() | |
![]() | |||
![]() | |||
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
![]() | ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() | ![]() ![]() ![]() |
Dit gedeelte beschrijft hoe u het apparaat in-/uitschakelt.
Stroomvoorziening
Dit apparaat heeft twee stroomschakelaars: een aan-/uitschakelaar en een hoofdstroomschakelaar.
Aan/uit-schakelaar (rechterkant van bedieningspaneel)
Druk hierop om het apparaat aan te zetten. Is het apparaat opgewarmd, dan kunt u een functie kiezen.
Hoofdstroomschakelaar (linkerzijde van het apparaat)
Het uitschakelen van de schakelaar zorgt ervoor dat de stroomindicator aan de rechterkant van het bedieningspaneel uit gaat. Op dat moment is de stroom van het apparaat helemaal uit. Wanneer de faxeenheid (optioneel) geïnstalleerd is, zullen de faxbestanden in het geheugen misschien verloren raken wanneer u deze schakelaar uitschakelt. Gebruik deze schakelaar alleen wanneer het nodig is.
Dit apparaat schakelt automatisch over naar de energiespaarstand of schakelt zichzelf uit wanneer u het een tijd lang niet gebruikt. Configureer respectievelijk de Timer Energiebesparing en/of de Automatische timer UIT om de tijd op te geven dat het apparaat moet wachten voordat het overgaat naar de energiespaarstand en/of zichzelf uitschakelt. Zie de Handleiding Netwerk- en Systeeminstellingen voor details.