Gebruikersparameterlijst

Doorzendteken

• 0: Uit

• 1: Aan

TSI-afdrukken

• 0: Uit

• 1: Aan

Automatisch adrukken van het communicatieresultatenrapport

• 0: Uit

• 1: Aan

Automatisch afdrukken van het Geheugenopslagrapport

• 0: Uit

• 1: Aan

Wel of niet automatisch afdrukken van het SEP-code ontvangstreserverapport

• 0: Uit

• 1: Aan

Wel of niet automatisch afdrukken van het SEP-code ontvangstresultatenrapport

• 0: Uit

• 1: Aan

Automatisch afdrukken van het directe verzendresultatenrapport

• 0: Uit

• 1: Aan

Automatisch afdrukken van het journaal

• 0: Uit

• 1: Aan

Automatisch afdrukken van het vertrouwelijk bestand rapport

• 0: Uit

• 1: Aan

Automatisch afdrukken van het Communicatiestoringsrapport en Doorzendresultatenrapport

• 0: Uit

• 1: Aan

Geeft de partijen aan

• 0: Uit

• 1: Aan

Naam van de afzender vermelden op rapporten

• 0: Uit

• 1: Aan

Een deel van de afbeelding weergeven op rapporten

• 0: Uit

• 1: Aan

Voorwaarde voor ontvangst servicegesprek (vervangende ontvangst tijdens service-oproep)

• 0: Mogelijk (vervangende ontvangst)

• 1: Niet mogelijk (ontvangst uitgeschakeld)

De ontvangst vervangen wanneer het apparaat niet kan afdrukken (omdat papier is vastgelopen, alle papierladen leeg zijn, toner op is of alle papierladen buiten dienst zijn)

• 00: Onvoorwaardelijk ingeschakeld (Vrij)

• 01: Ingeschakeld als Eigen naam/Eigen Faxnummer wordt ontvangen

• 10: Ingeschakeld voor overeenkomst met Gesloten netwerk code

• 11: Uitgeschakeld (ontvangst uitgeschakeld)

Afdrukken is beperkt tot de pagina's die de hoogste prioriteit hebben (juiste formaat afdrukken)

• 0: Uit

• 1: Aan

Waarschuwing lege lade ('papier op') zelfs als één papierlade leeg is

• 0: Uit

• 1: Aan

Parallelle geheugenverzending

• 0: Uit

• 1: Aan

Type geautoriseerde ontvangst

• 0: Alleen ontvangen van gespecificeerde afzenders

• 1: Alle documenten ontvangen, behalve van gespecificeerde afzenders

U kunt hiermee functies op het bedieningspaneel, zoals het afdrukken of verwijderen van ontvangen documenten, beperkt toegankelijk maken

• 0: Uit

• 1: Aan

Twee originelen combineren

• 0: Uit

• 1: Aan

Paginaverkleining bij het afdrukken

• 0: Uit

• 1: Aan

Opgeslagen ontvangen documenten wel of niet afdrukken

• 0: Uit

• 1: Aan

Zowel e-mailmelding als afgedrukte rapporten gebruiken om het verzendresultaat te bevestigen

• 0: Uit

• 1: Aan

Het apparaat de documentgegevens laten wissen zonder deze af te drukken wanneer een fout optreedt

• 0: Uit

• 1: Aan

Vrijwel blanco documenten detecteren en rapporteren bij het scannen

• 0: Uit

• 1: Aan

Al dan niet afdrukken of opslaan wanneer documenten worden doorgestuurd naar "Ontvangst bestanden instellingen" in "Faxeigenschappen"

• 0: Uit

• 1: Aan

Documenten afdrukken die zijn ontvangen met 'ontvangst via automatisch stroom aan' (afdrukmodus voor 's nachts)

• 0: Direct afdrukken (Aan)

• 1: Wanneer u de aan-/uitschakelaar aanzet (Uit)

Resetten als functie is gewijzigd

• 0: Uit

• 1: Aan

De beschikbare papierinvoerlade selecteren

(alleen de onderstaande nummers kunnen worden ingevoerd)

• 001: Lade 1

• 010: Lade 2

• 011: Lade 3

• 100: Lade 4

Wel of niet selecteren van de beschikbare papierinvoerlade

• 0: Uit

• 1: Aan

Wel of niet drukken op [Best. toev.] nadat u bij het verzenden een bestemming heeft opgegeven met de bestemmingstoets

• 0: Niet nodig

• 1: Nodig

Wel of niet de instellingen resetten als een origineel is gescand

• 0: Aan

• 1: Uit

Documenten ontvangen door op de [Start]-knop te drukken wanneer er geen originelen zijn ingesteld

• 0: Uit (er worden geen documenten ontvangen nadat u op de [Start]-knop hebt gedrukt)

• 1: Aan (documenten worden ontvangen nadat u op de [Start]-knop hebt gedrukt)

Datum afdrukken in de faxkoptekst

• 0: Uit

• 1: Aan

Oorspronkelijke afzender afdrukken in de faxkoptekst

• 0: Uit

• 1: Aan

Bestandnummer afdrukken in de faxkoptekst

• 0: Uit

• 1: Aan

Paginanummer afdrukken in faxkoptekst

• 0: Uit

• 1: Aan

Functie gestaffelde papierbezorging gebruiken (gestaffeld afdrukken)

• 0: Uit

• 1: Aan

Journaal sorteren op lijntype

• 0: Uit

• 1: Aan

LAN-faxresultatenrapport automatisch afdrukken

• 0: Uit

• 1: Aan

Tijd voor opnieuw afdrukken van in het geheugen opgeslagen documenten die niet konden worden afgedrukt met behulp van het LAN-faxstuurprogramma

• 0000: 0 minuten

• 0001: 1 minuut

• 0010: 2 minuten

• 0011: 3 minuten

• 0100: 4 minuten

• 0101: 5 minuten

• 0110: 6 minuten

• 0111: 7 minuten

• 1000: 8 minuten

• 1001: 9 minuten

• 1010: 10 minuten

• 1011: 11 minuten

• 1100: 12 minuten

• 1101: 13 minuten

• 1110: 14 minuten

• 1111: 15 minuten

Resultaten afdrukken van het verzenden van het Verzoek om ontvangstbevestiging

• 0: Uit (alleen afdrukken in geval van een fout)

• 1: Aan

Reageren op verzoek om e-mailontvangstbevestiging

• 0: Uit

• 1: Aan

Kies hier of JPEG- of PDF-bestanden die bij binnenkomende e-mail zijn gevoegd, moeten worden afgedrukt

• 0: Niet afdrukken

• 1: Afdrukken

Bestandformaat van bestanden die worden doorgezonden naar e-mailadressen of mapbestemmingen

• 0: TIFF

• 1: PDF

Journaal verzenden via e-mail

• 0: Uit

• 1: Aan

Afdrukken van bepaalde gegevens in normale e-mailberichten beperken (bijgevoegde TIFF-bestanden)

• 0: Nee

• 1: Ja

Netwerkfout weergeven

• 0: Tonen (Aan)

• 1: Niet tonen (Uit)

Foutmelding per mail versturen

• 0: Aan

• 1: Uit

Kiestoon detecteren voordat faxberichten worden verzonden als telefoonlijn wordt gebruikt (LIJN)

• 0: Niet detecteren (Uit)

• 1: Detecteren (Aan)

Kiestoon detecteren voordat faxberichten worden verzonden als telefoonlijn wordt gebruikt (LIJN2)

• 0: Niet detecteren (Uit)

• 1: Detecteren (Aan)

Kiestoon detecteren voordat faxberichten worden verzonden als telefoonlijn wordt gebruikt (LIJN3)

• 0: Niet detecteren (Uit)

• 1: Detecteren (Aan)

Documenten die niet konden worden verzonden opslaan in het geheugen

• 0: Uit

• 1: Aan

Verstreken tijdsduur voordat documenten die niet konden worden verzonden, worden opgeslagen in het geheugen

• 0: 24 uur

• 1: 72 uur

Opgeslagen bestand permanent bewaren of niet

• 0: Nee

• 1: Ja

Prioriteitsvolgorde selecteren voor het selecteren van een alternatief

• 0: Papieruitvoer prioriteit

  <Prioriteitsvolgorde>

  1. IP-faxbestemming

  2. Faxnummer

  3. Internetfax

  4. E-mailadres

  5. Map

• 1: Elektronische uitvoer prioriteit

  <Prioriteitsvolgorde>

  1. Internetfax

  2. E-mailadres

  3. Map

  4. IP-faxbestemming

  5. Faxnummer

Een ontvangen document al dan niet via G3-1 routeren

• 0: Nee

• 1: Ja

Een ontvangen document al dan niet via G3-2 routeren

• 0: Nee

• 1: Ja

Een ontvangen document al dan niet via G3-3 routeren

• 0: Nee

• 1: Ja

Gatekeeper gebruiken bij IP-fax

• 0: Uit

• 1: Aan

SIP-server gebruiken bij IP-fax

• 0: Uit

• 1: Aan

Interval voor opnieuw kiezen van het verzenden van een back-upbestand

• 00000000: 0 minuut 11111111: 255 minuten

Maximum aantal keren opnieuw kiezen voor het verzenden van een back-upbestand

• 00000000/00000001: 1 keer 11111110/11111111: 254 keer

Stoppen met het verzenden van een back-upbestand als de bestemmingsmap vol raakt wanneer het apparaat bezig is met het verzenden van een faxbericht of back-upbestand of deze gaat verzenden

• 0: Nee

• 1: Ja

Geef op of het back-upbestand wel of niet moet worden afgedrukt tezamen met het verzendstoringsrapport wanneer het verzenden van een back-upbestand mislukt

• 00: Niet afdrukken

• 01: Alleen de eerste pagina afdrukken

• 10: Gehele bestand afdrukken

Weergave van de afzendergegevens in de bestandsnaam van documenten die worden doorgezonden naar mapbestemmingen

• 0: Uit

• 1: Aan

Specificeer of de bestandsnamen van documenten die worden doorgezonden naar mapbestemmingen wel of niet moeten worden beperkt tot gewone tekens

• 0: Uit

• 1: Aan

Indien er onvoldoende geheugen over is, drukt het apparaat de oudste faxen af en verwijdert deze, zodat er ruimte wordt gemaakt voor het opslaan van nieuwe faxen.

• 0: Aan

• 1: Uit