![]() ![]() ![]() | ![]() | ![]() | |
![]() | |||
![]() | |||
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
![]() | ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() | ![]() ![]() ![]() |
Hierin wordt beschreven hoe een LAN-Faxstuurprogramma wordt geïnstalleerd met behulp van de SmartDeviceMonitor for Client-poort.
Voor nadere informatie over SmartDeviceMonitor for Client, zie Over dit apparaat.
Als u deze functie wilt gebruiken, moet u SmartDeviceMonitor for Client downloaden van de website van de fabrikant en op de computer installeren. Neem contact op met uw dealer voor informatie over het downloaden van SmartDeviceMonitor for Client.
U dient printerbeheerder te zijn om de stuurprogramma's te kunnen installeren. Log in als beheerder.
Sluit alle toepassingen die momenteel worden uitgevoerd.
Plaats de cd-rom in het cd-romstation.
Het installatieprogramma wordt gestart.
Selecteer een interfacetaal en klik vervolgens op [OK].
Klik op [LAN-Fax-stuurprogramma].
Het dialoogvenster [Licentieovereenkomst] met de softwarelicentieovereenkomst verschijnt.
Wanneer u de overeenkomst hebt gelezen, klikt u op [Ik accepteer de overeenkomst] en vervolgens op [Volgende >].
Klik op [Volgende >].
Dubbelklik op [Printernaam : <LAN-Fax M8>].
Klik op [Poort :] en klik daarna op [Toevoegen].
Klik op [SmartDeviceMonitor] en klik vervolgens op [OK].
Klik eerst op [TCP/IP] en daarna op [Zoeken] om de poortinstellingen te configureren met behulp van TCP/IP.
Er wordt een lijst met printers weergegeven die TCP/IP gebruiken.
Als u poortinstellingen wilt configureren met behulp van IPP, ga dan door met stap 12.
Selecteer het apparaat dat u wilt gebruiken en klik op [OK].
Alleen printers die reageren op een broadcast van de computer worden weergegeven. Als u een apparaat wilt gebruiken dat niet in deze lijst staat, klikt u op [Adres specificeren] en voert u vervolgens het IP-adres of de hostnaam van het apparaat in.
Ga verder met stap 17.
Als u poortinstellingen wilt configureren met behulp van IPP, klikt u op [IPP].
Voer in het vakje [Printer URL] “http://IP-adres van het apparaat/printer” in als het adres van het apparaat.
Als verificatie van de server wordt uitgegeven, voert u het volgende in om SSL (een protocol voor gecodeerde communicatie) mogelijk te maken: "https://IP-adres van de printer". Internet Explorer 5.0.1 of een latere versie moet geïnstalleerd zijn om SSL te kunnen gebruiken (voorbeeld-IP-adres: 192.168.15.16).
http://192.168.15.16/printer
https://192.168.15.16/printer
U kunt “http://IP-adres van het apparaat/ipp” invoeren als het adres van de printer.
Voer een naam in [IPP-poortnaam] in om het apparaat te identificeren. Gebruik geen naam die al is toegewezen aan een bestaande poort.
Als hier geen naam wordt opgegeven, wordt het adres dat is ingevoerd bij [Printer URL] de IPP-poortnaam.
Klik op [Gedetailleerde instellingen] om de vereiste instellingen op te geven.
Meer informatie over de instellingen kunt u vinden in de Help-functie van SmartDeviceMonitor for Client.
Klik op [OK].
Controleer of de poort van het apparaat wordt weergegeven in [Poort :].
Klik op [Doorgaan].
De installatie wordt gestart.
Nadat de installatie is voltooid, selecteert u of u de computer nu of later opnieuw wilt opstarten en klikt u op [Voltooien].
Start de computer opnieuw op om de installatie te voltooien.
Om de installatie van de geselecteerde stuurprogramma's te stoppen voordat de installatie voltooid is, klikt u op [Annuleren].
Het is mogelijk dat Auto Run met bepaalde instellingen van het besturingssysteem niet werkt. Indien dit het geval is, dubbelklik dan op “SETUP.EXE” dat in de bronmap van de cd-rom staat of klik op [Run SETUP.EXE] in het dialoogvenster [AutoPlay].