HandleidingenInhoudVorigeVolgende |
Voer het faxnummer opnieuw in om te bevestigen dat de bestemming correct is.
De verzending wordt uitgeschakeld als het faxnummer dat ter bevestiging wordt ingevoerd niet overeenkomt met het eerste faxnummer. Deze functie helpt voorkomen dat gebruikers per ongeluk faxberichten naar de verkeerde bestemming versturen.
Als u gebruik wilt maken van deze functie, neemt u contact op met de leverancier.
Als u deze functie gebruikt, moet u op [Handm. inv.] op het display stand-by drukken om het faxnummer in te voeren.
Druk op [Handm. inv.].
Voer het faxnummer in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op [OK].
Wanneer u zich vergist, drukt u op [Wissen] en voert u het nummer opnieuw in.
Voer het faxnummer opnieuw in en druk vervolgens op [OK].
De bestemming wordt opgegeven.
Druk op de [Start]-knop.
Verzending begint.
Na verzending verschijnt het stand-bydisplay.
Als het bericht "Ingevoerde bestemming is onjuist." wordt weergegeven, drukt u op [Afsluiten] en controleert u het faxnummer opnieuw. Herhaal vervolgens de procedure vanaf stap 1.
Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger als u het aantal keren (1 tot 15) wilt opgeven dat het faxnummer opnieuw moet worden ingevoerd. Stap 3 moet zo vaak worden herhaald als hier is ingesteld.
U kunt het als eerste ingevoerde faxnummer niet bewerken.
U kunt deze functie niet gebruiken voor de eenvoudige weergave.